De rol van de Nederlandse politie tijdens de bezetting

De rol van de Nederlandse politie tijdens de bezetting Nadat de Duitsers in mei 1940 de macht overgenomen hadden, kreeg ons land een nieuw bestuur onder leiding van Seyss-Inquart. Die liet direct weten dat de belangrijkste taak van de Nederlandse politie voortaan de handhaving van de orde zou zijn. Hij stelde Rauter, een Oostenrijkse SS’er, aan als politiechef. Direct na zijn aantreden begon Rauter met de reorganisatie van de politiemacht en het werven van nieuwe agenten.

Reorganisatie

Rauter vormde een politietop die bestond uit het Directoraat Generaal van Politie en een Generale Inspectie. De Marechaussee plaatste hij onder het gezag van het departement van Justitie. Door de opheffing van de Nederlandse krijgsmacht raakte de Marechaussee zijn militaire politietaken kwijt en werd een burgerlijk rijkspolitiekorps dat onder meer belast werd met de bewaking van kamp Westerbork.

Daarnaast splitste Rauter naar Duits voorbeeld de politiekorpsen in de steden in drieёn: de uniformdienst, de recherchedienst en de bestuursdienst. Onwillig personeel werd ontslagen en er kwamen Duitsgezinde korpschefs, veelal NSB’ers.

Pruisische tucht

Naast deze maatregelen zorgde Rauter voor een forse toename van het aantal agenten. Vooral ex-militairen traden toe tot de Nederlandse korpsen. Deze mensen moesten een goede, militaire opleiding krijgen waar ze onderwezen werden in het nationaal socialisme en kennismaakten met de Pruisische tucht. Daarvoor startte Rauter in 1940 een nieuwe politieopleiding in kazerne Schalkaar bij Deventer. Vrijwilligers konden zich melden, maar die waren er nauwelijks, en daarom wees Rauter agenten aan en verplichtte hen een half jaar onderwijs in Schalkaar te volgen. Wie weigerde, werd ontslagen.

Vanaf mei 1941 was de opleiding verplicht voor elke nieuwe agent. Het was een zware scholing waarbij de aankomende agenten vanaf zes uur ’s morgens tot tien uur ‘s avonds druk waren met exerceren, sporten en het vergaren van kennis van de Nederlandse wetgeving. Afgestudeerde Schalkhaarders werden vooral in de grote steden geplaatst. Zo bestond het politiekorps in Amsterdam-Zuid op een gegeven moment alleen uit agenten die de verplichte opleiding hadden gevolgd. Een groot deel van hen was lid van de NSB.

Jacht op Joden

De Nederlandse agenten kregen veel nieuwe taken: de bemanning van gelande Engelse vliegtuigen arresteren, assisteren bij razzia’s, Joden proberen te betrappen op overtredingen en meewerken aan hun verdwijning uit de samenleving. Hun eigenlijke werk bleef daardoor liggen en vooral dieven maakten daar gebruik van.

Doordat de Nederlandse agenten zichtbaar aanwezig waren bij de jacht op Joden kreeg de politie een slechte naam. Helemaal terecht is dat niet want veel agenten waren niet echt Duitsgezind. Zij hoopten dat de oorlog snel voorbij zou zijn en probeerden wat ze konden om Joden te vrijwaren van deportatie. Ze lieten hen waarschuwen voor op handen zijnde arrestaties, zorgden dat arrestanten konden ontsnappen en vernietigden brieven van verraders die doorgaven waar onderduikers zaten.

Engels leren

Rauter ergerde zich aan het geringe enthousiasme voor de Duitse zaak. Hij hield een lezing voor de agenten en betoogde dat zij een ‘levende geest der ware volksgemeenschap’ moesten tonen. En hij beloofde een extraatje: wie dat wilde mocht een cursus volgen in een vreemde taal. Dat wilden de politiemannen wel en massaal schreven ze zich in voor een cursus Engels. Voor het leren van de Duitse taal was erg weinig belangstelling.

Jodenploegen

In 1942 kwamen er in de grote steden speciale ‘Jodenploegen’, vooral ex-Schalkaarders, die belast werden met de opsporing van Joden. Zij speurden op straat naar mensen met een Joods uiterlijk die geen ster droegen en controleerden hun persoonsbewijs. Stond daar een J in dan werden zij gearresteerd. Wanneer het identiteitsbewijs vals was, werd de eigenaar net zo lang mishandeld tot hij vertelde wie de vervalser was.

Het echtpaar Peereboom

Op de bureaus van deze Jodenjagers belandden de - vaak anonieme - briefjes van Nederlanders die hun Joodse buren aangaven of andere Joden, waaraan ze een hekel hadden. Duizenden briefjes zijn tijdens de oorlog door deze agenten behandeld en hebben geleid tot de arrestatie en wegvoering van een groot aantal Joden. De agenten traden daarbij vaak uiterst gewelddadig op. Zo kwamen zij in november 1942 bij het Joodse echtpaar Peereboom. Mevrouw mocht op bed blijven liggen, omdat zij een borstamputatie had ondergaan. De agenten konden het echter niet laten haar en het bed te overgieten met water, zodat ze drijfnat bleef liggen tot de volgende morgen. Peereboom moest mee. Hij liep moeilijk omdat hij een kromgegroeid been had, maar de politiemannen wisten daar wel raad mee. Ze legden hem op de grond en probeerden door te trappen het been recht te krijgen.

Klachten over het wangedrag van agenten werden doorgegeven aan de Joodse Raad en die stelde Willy Lages, hoofd van het Centraal bureau voor Joodse emigratie, in kennis. Lages deed daar echter niets mee.

Hulp van het Janhagel

Naast korpsen met vooral Schalkhaaragenten waren er in de grote steden ook politiekorpsen die volledig uit NSB’ers of sympathisanten van de beweging bestonden. In de Nieuwe Doelenstraat in Amsterdam bijvoorbeeld werkten agenten die vanwege hun wrede optreden door Het Parool een gangsterbende werd genoemd.

Daarnaast waren er echte NSB-hulptroepen in de vorm van de Vrijwillige Hulppolitie die in het voorjaar van 1942 vanuit de NSB werd opgericht. Hoe de bevolking over hen dacht, wordt wel duidelijk uit hun bijnaam: het Janhagel. De NSB-vrijwilligers hielpen actief mee om Joden uit hun huizen op te halen. Een lid van de Vrijwillige Hulpolitie in Amsterdam noteerde in 1943 in zijn agenda:

22 februari. Vanavond 8 uur Joden vangen.
12 maart. Vanavond Jodenjacht, zeer succesvolle avond……Vanmorgen om 3.30 thuis.
9 april. Vanavond Joden-Aktion in Noord….drie Joden doodgeschoten


De Colonne-Henneicke

Berucht werd de ‘Colonne-Henneicke’, een groep van circa 50 Jodenjagers. Dit waren geen agenten maar leden van de recherche van de Hausraterfassungsstelle, een bureau dat zich bezighield met het inzamelen van Joods bezit. Vanaf maart 1943 joegen zij ook op mensen. In een half jaar tijd arresteerden zij 15.000 Joden, waarmee ze soms per persoon f 1000,00 in één week verdienden. De Duitsers hadden namelijk in april 1943 besloten voor elke ‘ingeleverde Jood’ f 7,50 te betalen en dit bedrag steeg uiteindelijk tot f 40,00.

Actief verzet

Meer actief verzet bij de politie kwam voor na de april-mei stakingen van 1943. Dat had ook te maken met de oproep van de kerken om niet langer mee te werken aan Jodendeportaties en het oppakken van jonge mannen voor werk in Duitsland. Veel Utrechtse agenten besloten deze taken voortaan niet meer uit te voeren. De groep Grootegast van de Marechaussee, belast met het begeleiden van Joden naar Westerbork en de bewaking van het kamp, weigerde dienst. De Duitsers arresteerden hen daarop en voerden hen af naar een concentratiekamp.

Daarnaast hielpen agenten het verzet door inlichtingen te geven aan spionagegroepen en boden ze hulp bij de voorbereiding van bonkraken, waarbij ze informatie doorgaven over de bewaking van gemeentehuizen en distributiekantoren.

Hoeveel Joden de Nederlandse agenten opgepakt hebben, is niet bekend. Het is in elk geval zo dat de jacht op Joden doorging tot ver in 1944 en bij sommige korpsen tot aan de bevrijding. Daarbij hebben zij naar schatting 8000 Joden opgepakt. Het werk van de Colonne-Henneicke is daarbij niet meegerekend. De diepste drijfveer van de agenten was Jodenhaat, terwijl de Colonneleden in eerste instantie uit waren op geld en het achteroverdrukken van bezit.
© 2015 - 2024 Mh1903, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wat is defensie?De Nederlandse defensie zet zich in voor de vrede en veiligheid. Hiermee levert Nederland een bijdrage aan de stabilitei…
Strafrecht & Politie 1 - Taken PolitieStrafrecht & Politie 1 - Taken PolitieStrafrecht en Politie. Wanneer was er Nederlands Strafrecht? Hoe is ons strafrecht gebaseerd op de Code Punal? Wie draag…
De komst van de marechaussee naar VeenendaalDe komst van de marechaussee naar VeenendaalIn 1903 werd in Veenendaal een brigade marechaussee gestationeerd. Er waren onlusten geweest in het dorp en de politie h…
Het verschil tussen een fanfare en een harmonieMensen vragen zich wel eens af wat nu eigenlijk het verschil is tussen een fanfare en een harmonie, want "dat is toch al…

Hoax: de Piltdown manHoax: de Piltdown manDe Piltdown man was een belangrijke archeologische vondst aan het begin van de 21e eeuw. In een periode waarin veel nieu…
Nederland in de hoge middeleeuwen; het dagelijkse levenNederland in de hoge middeleeuwen; het dagelijkse levenDe middeleeuwen was over het algemeen genomen een onrustige periode voor de inwoners van de Lage Landen. Het dagelijkse…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: declampe.net, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Jong, L. de, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Den Haag, 1975
  • H. van Alteren, zijn oorlogservaringen en nasleep, 30-09-2015, hvanalteren.nl/hoppes/ex%20agent%20politie%20opleidings%20bataljon%20schalkhaar.html
  • Politie en bezettingstijd – Nederlands Politiemuseum, 28-09-2015, http://www.politiemuseum.nl/UserFiles/File/POLITIE%20EN%20BEZETTINGSTIJD%202.pdf
  • Liempt, A. van, ‘Het Joden vangen werd een ware hartstocht’, 01-10-2015, http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/28194/het-joden-vangen-werd-een-ware-hartstocht.html
Mh1903 (118 artikelen)
Laatste update: 04-11-2016
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 5
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.