De Edda's: de Poëtische Edda en de Proza-Edda
De Edda's zijn twee beroemde verzamelingen van verhalen en gedichten over de mythologie van de Vikingen (de 'Noordse mythologie'). Er zijn twee Edda's. De oudste is de Poëtische Edda, die ook wel de Lied-Edda wordt genoemd. Daarnaast bestaat er de Proza-Edda. Deze boeken, die allebei van IJsland afkomstig zijn, hebben een enorme invloed uitgeoefend op allerlei zeer uiteenlopende schrijvers, van literaire grootmeesters tot en met sprookjesvertellers.
Context: het universum van de Edda's
De hoofdrolspelers in de Edda's zijn een groep goden, genaamd de Aesir. Zij wonen in Asgard (bovenaarde). Hun oppergod heet Odin. Zijn vrouw heet Frigg en zij is de godin van de wijsheid. De god Baldr (of Balder) is een zoon van hen. Baldr staat bekend om zijn rechtvaardigheid, goedheid en schoonheid. Andere bekende goden zijn onder meer Thor (god van de donder) en Loki (god van het vuur). Behalve de Aesir bestaat er ook een godengroep genaamd de Wanen, waartoe onder meer de vruchtbaarheidsgod Freyr en de vruchtbaarheidsgodin Freya behoren.
Er zijn onderling conflicten tussen de goden. Zo zorgt de god Loki ervoor dat Baldr wordt vermoord. De meeste verhalen gaan echter over conflicten tussen enerzijds de goden en anderzijds de reuzen. Die reuzen worden joten (of thursen) genoemd. Zij wonen in Jotunheim. Behalve de reuzenwereld (Jotunheim) en de godenwereld (Asgard) bestaat ook nog de Midgard. Dit is de Midden-Aarde en daar wonen de mensen. Een andere belangrijke term in deze mythologie is de Ragnarok. Dit woord wordt vaak vertaald als 'Godenschemering'. Dit is een soort eindstrijd ('einde der tijden') tussen de goden en de reuzen.
Betekenis: Edda
Er bestaan diverse theorieën over de exacte betekenis van het woord Edda. De bekendste vertaling is 'overgrootmoeder', of ook wel 'wereldmoeder'. Er zijn echter ook theorieën die beweren dat het woord Edda eigenlijk 'poëzie' of 'wijsheid' betekent, maar er is ook een theorie dat Edda oorspronkelijk zou verwijzen naar 'Oddi', een IJslandse kerkschool uit de Middeleeuwen.
De Poëtische Edda
Skalden
De Poëtische Edda is waarschijnlijk ontstaan uit een orale traditie: het is een verzameling liederen die mogelijk al eeuwenlang werden doorverteld en gezongen, voordat ze op papier werden gezet. Vaak wordt er vanuit gegaan dat ze oorspronkelijk vooral gezongen werden door 'skalden.' In de tijd van de Vikingen was een 'skald' een hofdichter, die daarnaast ook als een soort ziener werd beschouwd. Hij zou in verbinding staan met het godenrijk.
Die skalden speelden dus een zeer grote rol in de Vikingenmaatschappij. Het is echter onduidelijk in hoeverre de liederen uit de Poëtische Edda daadwerkelijk overeenstemmen met de liederen die door skalden werden gezongen in de tijd dat de Noordse mythologie nog de officiële godsdienst van de Vikingen was. De liederen uit de 'Poëtische Edda' werden waarschijnlijk pas enige eeuwen later aan het papier toevertrouwd, toen IJsland inmiddels christelijk was geworden.
Codex Regius
Het bekendste manuscript van de Poëtische Edda is de Codex Regius. Dit werd waarschijnlijk rond het jaar 1275 geschreven, maar is mogelijk een kopie van een ouder manuscript. De Codex Regius werd in 1643 herontdekt door de bisschop Brynjólfur Sveinsson. In de daaropvolgende eeuwen heeft dit manuscript talloze wetenschappers, schrijvers en politici gefascineerd.
Behalve de Codex Regius bestaan er nog diverse andere manuscripten van de Poëtische Edda. De bekendste zijn de Codex Upssaliensis, de Codex Wormianus en de Codex Trajectinus. Deels komen deze manuscripten overeen, maar er zijn ook veel verschillen. De 'Poëtische Edda' is eigenlijk de verzamelnaam voor de liederen die in deze manuscripten voorkomen. Lang is er gezocht naar een oermanuscript, waarvan al deze manuscripten bewerkingen zouden zijn. Ook is er gedacht dat de Codex Regius dat oermanuscript zou kunnen zijn (of een later kopie van dat oermanuscript), maar dat is niet het geval. Men heeft ook lang gedacht dat de befaamde priester 'Sæmundr de Geleerde' de auteur van de Codex Regius zou zijn, maar ook die these is door latere onderzoekers onderuit gehaald.
De Proza-Edda
De bovengenoemde Poëtische Edda is dus niet één groot samenhangend boek, maar een verzameling van liederen uit oude manuscripten, die gezamenlijk de naam Poëtische Edda hebben gekregen. De Proza Edda is daarentegen qua opzet een heel ander boek. Het is geschreven door één auteur: Snorri Sturluson. Hij werd geboren in 1179 in de IJslandse plaats Hvammur en overleed in 1241 ook op dit eiland, in Reykholt. Sturluson kwam uit een machtige familie. Hij was behalve skald (dichter en schrijver) ook actief als politicus en advocaat.
Zijn Proza Edda was oorspronkelijk vooral bedoeld als een leer- en handboek voor dichters (skalden). In dit boek staan echter ook allerlei mythologische verhalen. De Proza Edda bestaat uit een proloog en drie hoofddelen. Hieronder vindt u een globaal overzicht van de inhoud van dit boek.
Inhoud Proza-Edda:
- Proloog - verhandeling over het ontstaan van het geloof in de goden
- Gylfaginning - 'De begoocheling van Gylfi', onder meer over het ontstaan en de ondergang der goden
- Skáldskaparmál - verhandeling over dichterlijke taal (vooral over dichterlijke vergelijkingen)
- Háttatal - verhandeling over technische zaken van gedichten, zoals strofenvormen en rijmgebruik