Valtherbrug - een veenweg uit de ijzertijd
In 1818 werd er letterlijk en figuurlijk een enorme historische vondst gedaan. Bij de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe werd tijdens opgravingen een oeroude veenbrug gevonden, met een lengte van maar liefst 12 kilometer. De veenweg kreeg als naam de ‘Valtherbrug’, omdat hij nabij de Drentse plaats Valthe ligt. De vondst riep veel grote vragen op. Hoe oud was deze veenbrug? Wie hadden deze houten weg door het veen ooit gebouwd? En met welk doel?Context: Drenthe als moeras
In vroeger tijden was Drenthe grotendeels een zeer moerassig gebied, dat voor een belangrijk deel uit veen bestond. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus noemde deze veenmoerassen ‘water waarover men niet kan varen en land dat men niet kan betreden’. Reizen door Drenthe was in die tijd een gevaarlijke expeditie, voor wie er de weg niet kende; er was een grote kans dat men in die grote moerassen zou verdrinken of verdwalen. Mogelijk is dit één van de redenen waarom de Romeinen zich nauwelijks op het Drentse grondgebied hebben gewaagd.Drenthe en de Romeinen
Er waren wel contacten tussen de toenmalige inwoners van Drenthe en de Romeinen, zo blijkt onder meer uit grafvondsten bij Wijster en de goudschat van Beilen. Waarschijnlijk was er een soort bondgenootschap tussen de Romeinen en de stammen die in Drenthe woonden. Die moerassige streek werd door de Romeinen mogelijk beschouwd als een uitstekende bufferzone, een soort natuurlijke verdedigingslinie, die het voor vijandige stammen uit het noorden moeilijker zou maken om de Romeinen in de lage landen aan te vallen.Vele eeuwen later, in de middeleeuwen, bleef Drenthe een gebied dat moeilijk doorreisbaar was. Hieraan dankte de stad Coevorden zijn bloei in die tijd. De weg die langs Coevorden liep, was voor mensen buiten Drenthe één van de weinige veilige wegen, om door dat moerassige gebied bijvoorbeeld naar Groningen te reizen. Kortom: Drenthe was dus duizenden jaren grotendeels een moeras waar men moeilijk door kon reizen.
De ontdekking van de Valtherbrug
In 1818 werd er een enorme historische ontdekking gedaan door J.W. Karsten. Hij was 'Hoofd-Ingenieur bij den Waterstaat en der Publieke Werken'. Bij een opgraving vond hij een oude weg die bestond uit houten planken. Karsten besloot verdere opgravingen te doen en probeerde zo de weg in kaart te brengen. Uiteindelijk bleek deze houten weg (of veenbrug) een lengte te hebben van 12 kilometer. De weg loopt van Ter Apel naar Valthe. Het verbond de heuvelrug ‘de Hondsrug’ met de streek Westerwolde. In 1819 publiceerde Karsten over zijn ontdekkingen in de 'Algemeene Konst- en Letter-Bode'. Later zijn er onder meer nog opgravingen gedaan naar deze weg door onder meer J.F. Janssen (in 1848), door D.H. van der Scheer (in 1854 en 1855) en door G.J. Landweer (in 1891 en 1892).Speculaties
De ontdekkingen die tijdens de opgravingen werden gedaan, leidden tot verwondering en bewondering bij veel historici. Hoe oud was deze brug? Welk volk had dit enorme bouwwerk gemaakt? In eerste instantie was er het vermoeden dat de brug door de Romeinen was gemaakt. Zouden zij dan toch militair aanwezig zijn geweest in Drenthe? Was dit gigantische bouwwerk bedoeld om de Romeinse troepen snel binnen Drenthe te verplaatsen? Was deze brug aangelegd door de Romeinse veldheer Lucius Domitius voor zijn veldtocht tegen de Germanen? Neen, deze theorie bleek geen waarheid te zijn.Wie had hem dan gebouwd? Stamde hij misschien uit de middeleeuwen en was hij gebruikt om materialen aan te voeren bij de bouw van het klooster van Ter Apel? Of was hij toch veel ouder? Was het misschien een bouwwerk van de hunebedbouwers? Of was in deze streek vroeger ooit mijnbouw geweest en was de weg gebruikt voor het vervoer van delfstoffen (bijvoorbeeld metaal) van de mijngroeven naar de plek waar dit materiaal verwerkt werd? Een andere opvallende theorie was, dat deze brug door de mythologische Griekse held Herakles zou zijn aangelegd, om de 'kudde van Geryones' te vervoeren (wat één van zijn 'twaalf werken' was). Volgens soortgelijke theorieën zouden de hunebedden de 'Zuilen van Herakles' (Hercules) zijn, die eveneens in die mythische verhalen voorkwamen.