Abelard's Sic et Non
Sic et Non, vertaald betekent het Ja en Nee. Deze tekst gaat over een nieuwe benadering betreffende voorkomende contradicties in de bijbel en bij de kerkvaders. Abelard draagt oplossingen en oorzaken aan.
Context
De beroemdste student en docent die uit de Franse kathedraalscholen ontsproot was Petrus Abelard (1079-1142). Hoewel hij vooral bekend is wegens zijn erotische avonturen met Heloise, verkondigd in zijn autobiografie Historia Calamitatum, is zijn rol in de intellectuele ontwikkeling tijdens de twaalfde eeuwse renaissance van eminent belang, onder andere in de strijd van de
universalia.
Abelard staat bekend als een gematigd realist en hij meende dan ook dat de
universalia daadwerkelijk bestaan. Dit debat is terug te voeren op het verschil van opvattingen tussen de klassieke filosofen Plato en Aristoteles. Kort samengevat dacht Plato dat de werkelijkheid niets anders is dan een, beperkte afschijn van de in de hemelen werkelijk bestaande ideeën,
universalia. In deze zin is de mens een niet perfecte afspiegeling van de hemelse mens.
Aristoteles ageerde hiertegen, hij vond dat alleen het individuele een werkelijk bestaan leidt. Het gaat bij Aristoteles dus om de eigenheid van elk individu en deze individuen zijn geen afspiegelingen of projecties maar op zichzelf staande beelden.
Deze discussie ging verder: er waren aanhangers van de
universalia als hoogste en enige werkelijkheid: het realisme. Aan de andere kant was het nominalisme. De aanhangers beweerden dat de
universalia niets meer was dan vage etiketten die naar geconcretiseerde objecten in de wereld verwijzen. De wereld die als zodanig werelds ervaren wordt is reëel.
Abelard stond hier tussenin, hij probeerde beide, het nominalisme en realisme, te verzoenen. Hierin zijn de
universalia slechts een product van de geest, welke de objectieve werkelijkheid uitdrukt. Dit wordt het conceptualisme genoemd. In een andere bewoording wordt het 'terministische logica' genoemd.
Abelard streefde een wetenschappelijke benadering na van vragen die zich voordeden, voornamelijk op theologisch gebied. Verder hield hij zich bezig met theologische en filosofische vragen en hij probeerde op een rationele manier om te gaan met geloofskwesties. Deze geloofskwesties kwamen voort uit tegenstrijdigheden tussen de bijbel en de kerkvaders. De handelingen en methode die in deze kwesties kunnen helpen staan in zijn boek Sic et Non 'Ja en Nee'.
Sic et Non
Bij Sic et Non moet vooral gekeken worden naar de bedoeling van de tekst. Zoals beschreven gaat Sic et Non vooral over het rationeel, of noem het wetenschappelijk, oplossen van geloofskwesties. Sic et Non is daarnaast een informatieve tekst, welke 'functioneren als beschrijvingen of descripties van heden en verleden, van leerstukken en dogma's. Maar middeleeuwse teksten zijn vaak ook performatief van aard. Dat wil zeggen dat zij niet in eerste instantie beschrijven, maar dat zij als tekst zelf iets bewerkstelligen. Dat Sic et Non ook een performatieve aard heeft moge duidelijk zijn wanneer we het einde van de proloog lezen 'dat teksten in het algemeen mensen ertoe aanzetten en aanmoedigen om de waarheid te zoeken.' Dit blijkt vooral wanneer Abelard het heeft over de Heilige Schrift.'
Abelard begint met de problematiek de de kerkvaders hebben achtergelaten. Deze problematiek worden ook wel de geloofskwesties genoemd, deze geloofskwesties zijn ontstaan omdat er een zekere contradictie tussen de Kerkvaders en de bijbel bestaat. Zo schrijft Abelard in zijn inleiding Bepaalde spreuken lijken niet alleen verschillend, maar zijn zelfs contradictoir aan elkaar.' Hierop geeft Abelard allerlei voorbeelden die zijn stelling illustreren en bewijzen. De problematiek die met deze controverses ontstaan wil Abelard verhelpen door op een wetenschappelijke manier ermee om te gaan.
Daarna gaat Abelard dieper op de bijbel in en hij waarschuwt de lezers met behulp zijn favoriete schrijver en kerkvader Hiëronymus van Stridon, hij schrijft namelijk dat we moeten oppassen voor apocriefe teksten, hierna komt er een uitzetting over Psalm 77 'Troost door herdenken. Een psalm van Asaf' waarna een debat uiteengezet wordt wie de profeet van Asaf is. Volgens Matteus is het Jeremia, maar Hiëronymus verwacht dat het Jesaja is, of misschien Zacharias? Hiermee illustreert Abelard de mogelijke misvattingen met betrekking op de Bijbel en Kerkvaders die wellicht een mindere autoriteit zijn dan Hiëronymus.
Verder in de tekst noemt Abelard het legitiem om een mening te vormen op het Nieuwe Testament, aangezien veel ongelooflijk of zelfs absurd lijkt, maar 'het is niet toegestaan te zeggen dat een auteur niet de waarheid spreekt.' Want er kunnen vele oorzaken zijn voor deze fouten. De codex kan gebrekkig zijn, of de uitlegger onbekwaam of hij snapt de tekst simpelweg niet. Maar waar teksten elkaar lijken tegen te spreken, zoals bij de kerkvaders, dan ben je vrij om te oordelen.