De Hollandse Oorlog (1672-1679)

De Hollandse Oorlog (1672-1679) Halverwege de zeventiende eeuw bracht de Franse koning Lodewijk XIV een dusdanig groot leger op de been dat de Republiek besloot een bondgenoot te zoeken om de Franse dreiging het hoofd te bieden. Helaas bleek de samenwerking tussen Zweden, Engeland en de Nederlanden weinig succesvol aangezien de Engelse koning Karel zich liet omkopen door de Franse koning Lodewijk. In plaats van haar bondgenoot te steunen in de strijd besloot Engeland de Republiek aan te vallen over zee waarmee ze de Derde Engels-Nederlandse Oorlog veroorzaakte waarna Frankrijk volgde over land en de Hollandse Oorlog begon.

Inhoud


Achtergrond

Toen de Franse koning Lodewijk het plan opvatte om Frankrijk haar natuurlijke grenzen terug te geven sloot de Republiek een triple alliantie met Zweden en Engeland. Helaas bleek de Engelse koning Karel II de zwakste schakel van de alliantie te zijn toen hij het voorstel van de Franse koning Lodewijk om samen te werken, zonder twijfel accepteerde. Zonder medeweten van de Republiek en/of Zweden tekenden koning Karel en koning Lodewijk het (geheime) Verdrag van Dover.

Triple alliantie

Toen de Franse koning Lodewijk XIV (1639-1715) aan het einde van de zeventiende eeuw het plan in zijn hoofd haalde om Frankrijk haar natuurlijke grenzen terug te geven nam de onrust in Europa snel toe. Om zijn doel te verwezenlijken was het nodig dat Lodewijk diverse gebieden aan de (Neder)Rijn veroverde waarvoor hij een enorme troepenmacht op de been bracht. Terwijl Frankrijk haar leger op orde bracht besloot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden niet langer doelloos toe te kijken maar op zoek te gaan naar een bondgenoot die haar kon steunen in de strijd die - onvermijdelijk - zou gaan komen. In plaats van één bondgenoot vond de Republiek er zelfs twee en sloot zij met Engeland en Zweden een zogenaamde triple alliantie.

Koning Lodewijk XIV van Frankrijk / Bron: Louvre Museum, Wikimedia Commons (Publiek domein)Koning Lodewijk XIV van Frankrijk / Bron: Louvre Museum, Wikimedia Commons (Publiek domein)
problemen
Terwijl Zweden en de Republiek zich klaarmaakten voor de mogelijke strijd met Frankrijk had de Engelse koning Karel II (1630-1685) geheel andere dingen aan zijn hoofd. Door de tweede Engels-Nederlandse Oorlog was de bodem van zijn schatkist in zicht gekomen wat betekende dat hij in feite helemaal geen geld had om oorlog met Frankrijk te voeren. Daarnaast waren de verhoudingen tussen koning Karel en de leden van zijn Engelse Parlement ronduit slecht waardoor zij hem alleen financieel te hulp wilden schieten als hij een deel van zijn macht zou inleveren. Een voorstel dat koning Karel overigens direct van tafel veegde. De Franse koning Lodewijk was ondertussen niet alleen op de hoogte van de alliantie die de drie landen hadden gesloten maar wist ook alles van de financiële problemen van koning Karel en besloot de laatstgenoemde dan ook te benaderen met een voorstel.

Dubbelspel

Het voorstel van koning Lodewijk was even simpel als lucratief voor de Engelse koning Karel: Gezamenlijk zouden ze de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aanvallen waarbij Engeland de strijd op zee voor haar rekening nam en Frankrijk verantwoordelijk was voor de strijd over land. In ruil voor zijn hulp ontving koning Karel een flinke financiële vergoeding en kreeg hij tevens de mogelijkheid om zijn vloot - op kosten van koning Lodewijk - volledig te herstellen. Na de geslaagde aanval zouden koning Lodewijk en zijn troepen doortrekken naar de Spaanse Nederlanden - om deze in te lijven bij Frankrijk - en mocht koning Karel de Republiek houden als satellietstaat van Engeland. Koning Lodewijk en koning Karel werden het al snel met elkaar eens en tekende in het diepste geheim het zogenaamde Verdrag van Dover (1670).

Aanleiding

Engeland en Frankrijk hadden nog twee jaar nodig om de voorbereidingen te treffen die nodig waren om de Republiek aan te vallen waarna Engeland het voortouw nam. Met de aanval op een Nederlands handelskonvooi ontketende Engeland de Derde Engels-Nederlandse Oorlog waarna bondgenoot Frankrijk niet achter kon blijven.

Voorbereidingen

Na ondertekening van het Verdrag van Dover duurde het nog twee jaar voor Frankrijk en Engeland ook daadwerkelijk over gingen tot de aanval. Koning Karel nam tijdens deze twee jaar de tijd om zijn vloot te herstellen en te versterken en koning Lodewijk vond de Duitse bisdommen Keulen en Münster bereid hem te steunen in zijn strijd over land. Gezien de ervaring van de Engelse vloot met betrekking tot zeeslagen besloot koning Lodewijk diverse Franse schepen met de Engelsen mee te sturen zodat zij ervaring op konden doen. Mede door de aanwezigheid van de Franse schepen werd de naam van de Engelse vloot veranderd in de Engels/Franse vloot.

Ten aanval

In 1672 waren Engeland, Frankrijk, Keulen en Münster gereed om de strijd met de Republiek aan te gaan en conform de afspraak nam Engeland hierin het voortouw. Zij besloten een groot Nederlands handelskonvooi aan te vallen dat terugkeerde uit het Osmaanse Rijk en ontketenden hiermee de Derde Engels-Nederlandse Oorlog. Het Nederlandse konvooi wist de Engelse aanval overigens vrij gemakkelijk af te slaan aangezien zij - gezien de dreiging - tot op de tanden toe waren bewapend maar de onvermijdelijke oorlog waarvan iedereen wist dat die zou komen was officieel begonnen.

Veldslagen

In navolging van Engeland viel ook Frankrijk, met hulp van Keulen en Münster, de Republiek aan en ontketende hiermee de zogenaamde Hollandse Oorlog (1672-1679). Zoals de Republiek had gevreesd was ze inderdaad het doelwit van Frankrijk geworden maar ze had er hierbij niet op gerekend ook nog een oorlog op zee te moeten uitvechten met de Engelsen. Doordat de Republiek in twee oorlogen tegelijkertijd was verwikkeld was het mogelijk dat beide oorlogen hun geheel eigen verloop hadden. Zo wist de Republiek onder leiding van admiraal Michiel de Ruyter (1607-1676) op zee diverse overwinningen te boeken terwijl kapitein-generaal Willem III van Oranje (1650-1702) de grootste moeite had om de aanval over land te stoppen.

Prins Willem III van Oranje, later koning van Engeland, Schotland en Ierland / Bron: Sir Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)Prins Willem III van Oranje, later koning van Engeland, Schotland en Ierland / Bron: Sir Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Slag bij Tolhuis - 12 juni 1672

Ondanks het feit dat het Nederlandse leger al enige tijd in opperste staat van paraatheid verkeerde kon ze niet voorkomen dat de Fransen vrijwel ongehinderd de Nederlanden konden binnen dringen. Aangezien kapitein-generaal Willem III niet op de hoogte was van het feit dat Lodewijk een samenwerking was aangegaan met de Duitse bisdommen Keulen en Münster had hij het merendeel van het Nederlandse leger opgesteld rond de zuidelijke stad Maastricht. Koning Lodewijk had deze verdedigingsstrategie van de Nederlanden op zijn beurt al verwacht en besloot dan ook om via de Duitse bisdommen de oostkant van de Republiek binnen te trekken. Toen Willem het bericht ontving dat de Fransen al waren opgerukt tot Lobith stuurde hij zijn veldmaarschalk Paulus Wirtz (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) en zijn manschappen die kant op met de opdracht de Franse opmars te vertragen.

Op 12 juni 1672 kwam het nabij de Nederlandse stad Tolhuis tot een treffen tussen de Fransen onder leiding van koning Lodewijk en de Nederlanders onder leiding van veldmaarschalk Wirtz. In eerste instantie leken de Nederlandse kanonnen de Fransen af te schrikken maar in de loop van de dag kreeg het Franse leger toch langzaam de overhand. Toen de Nederlandse cavaleristen als eerste de benen namen sloeg het voordeel uit naar Franse zijde, waarna ook het Friese leger besloot om de aftocht te blazen. Helaas werd de aftocht van de Friezen niet goed of verkeerd begrepen door de Fransen die dan ook gewoon bleven schieten terwijl de Friezen hun wapens hadden neergelegd. Toen het het Friese leger duidelijk werd dat de Fransen niet zouden stoppen namen ze de wapens weer op en vochten verder. Ondanks het dappere verzet van de Nederlanders leden ze zware verliezen waarna het de Fransen ook nog lukte om aan het einde van de dag de Rijn over te steken en de gehele Nederlandse IJssellinie in gevaar kwam.

Gezien het enorme leger dat koning Lodewijk op de been had gebracht hadden de Nederlanders het niet alleen aan de stok met de Fransen bij de plaats Tolhuis maar ook bij de strategisch gelegen plaats Bredevoort. Gelijktijdig met koning Lodewijk was ook de bisschop van Münster Christoph Bernhard von Galen (1606-1678) - bijnaam 'Bommen Berend' - de Republiek binnen getrokken en wist in hoog tempo de steden Oldenzaal, Almelo, Ootmarsum, Delden, Goor, Borculo en Groenlo in te nemen. Op het laatste moment werd een aanval op Deventer afgeblazen waarna Bernhard en zijn leger koers zetten naar de (sterke) vesting Bredevoort gezien de strategische ligging in het Zutphense moeras.

 Het centrum van stad Bredevoort in 1743 / Bron: Jan de Beijer, Wikimedia Commons (Publiek domein) Het centrum van stad Bredevoort in 1743 / Bron: Jan de Beijer, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Beleg van Bredevoort - 12 tot en met 19 juni 1672

Aangezien Bredevoort in het verleden al meerdere keren het doelwit was geweest van diverse aanvallen was de vesting in de loop der jaren aanzienlijk verbeterd. Zo werden de stadsmuren versterkt, de slotgrachten verdeeld en de wapenmagazijnen tot de nok toe gevuld. Helaas was men hierbij alleen vergeten om ook regelmatig onderhoud te plegen waardoor de kanonnen op de muur in zeer slechte staat waren en dan ook van weinig nut. Zodra het Duitse leger arriveerde en haar kamp opsloeg voor de Misterpoort van de stad bleek al snel dat dit beleg geheel anders zou zijn dan de beleggen die de stad in het verleden had meegemaakt. Gedurende de strijd lieten de Duitsers de Aalsterpoort - die aan de andere kant van de stad was gelegen - volledig onbewaakt waardoor de stedelingen al die tijd met een gerust hart in en uit konden wandelen.

Zodra de Duitsers waren gesetteld volgden de eerste beschietingen waarbij het plaatselijke leger en de schutterij dapper weerstand boden. Uiteindelijk was het hun eigen materieel dat de Nederlanders de das omdeed aangezien drie kanonnen door hun stellingen zakten na het afvuren van hun eerste schot en een vierde kanon volledig uit elkaar sprong en daarbij diverse Nederlands ernstig verwonde. Nadat de stad haar beschieting staakte besloot ook het Duitse leger zich terug te trekken waardoor de eerste aanval meer schrik dan schade had veroorzaakt bij de inwoners van Bredevoort. Na de eerste turbulente dag bleef het de dagen die volgden rustig tot onder de inwoners van Bredevoort het verhaal ging dat Bommen Berend zijn naam eer aan wilde doen en besloten had de stad te bombarderen. Aangezien het gerucht steeds sterker werd en de angst en paniek steeds verder toenam besloot het Nederlandse leger - na een strijd van zeven dagen - de handdoek in de ring te gooien en zich over te geven. Nadat het Nederlandse leger de stad had verlaten kwam deze onder Frans bestuur te staan en werd deze in de loop der jaren geplunderd door belachelijk hoge belastingen. Pas in mei van het jaar 1674 hieven de Fransen het beleg van de stad op waarna deze weer officieel in Nederlandse handen kwam.

Beleg van Coevorden - 29 juni tot en met 11 juli 1672

Bommen Berend bleek een toegewijd partner en meldde zich na de overwinning op Bredevoort voor de poorten van de stad Coevorden waar hij op 29 juni aankwam. Nadat de Duitsers hun kamp hadden opgeslagen gingen ze op 1 juli over tot het bombarderen van de stad waarbij het Nederlandse leger dapper weerstand bood. Na vijf dagen van beschietingen en bombardementen over en weer deed Bernhard een eerste poging om de stad op te eisen maar kreeg nul op het rekest van de Nederlandse luitenant-generaal Carl von Rabenhaupt (1602-1675), commandant van Coevorden. Na de Nederlandse weigering ging Bernhard verder met bombarderen waarbij hij het proviandhuis van de stad zwaar wist te beschadigen. Op 11 juli deed Bernhard voor de tweede keer een poging de stad op te eisen maar commandant von Rabenhaupt stuurde drie kapiteins naar Bernhard die hem een tegenvoorstel deden van een driedaagse wapenstilstand. Bernhard was woedend over de weigering tot overgave, nam twee van de Nederlandse kapiteins gevangen en stuurde de derde terug bij wijze van antwoord. Commandant von Rabenhaupt besefte dat hij de strijd had verloren toen hij maar één kapitein zag terug keren en tekende nog diezelfde dag de capitulatie van de stad.

Bevrijding van Coevorden

Zodra het Nederlandse leger haar hielen had gelicht en de stad had verlaten sloegen de Duitsers massaal aan het plunderen. Geen woning of boerderij werd hierbij gespaard en de inwoners van Coevorden sloegen dan ook massaal op de vlucht. Tussen de vluchtende inwoners bevond zich ook de plaatselijke schoolmeester, predikant en koster van de stad Mijndert van der Thijnen (onbekend-1707) die samen met zijn gezin zijn heil zocht in het noordelijke gelegen Stad & Lande (Groningen). Krap een maand na zijn vlucht bracht schoolmeester Mijndert een bezoek aan de commandant van Coevorden met een plan om de stad te heroveren. Commandant von Rabenhaupt weigerde in eerste instantie om het plan van de schoolmeester aan te horen maar toen Mijndert te kennen gaf dat hij belangrijke informatie had over diverse zwakke punten in de verdediging van de stad draaide de commandant bij. Op verzoek van de commandant tekende Mijndert een kaart van de stad, gaf de zwakke plekken in de stadsmuur aan en bedacht het plan om via biezen brugdelen de (inmiddels bevroren) gracht over te steken.

Op 27 december 1672 reisden commandant von Rabenhaupt, schoolmeester Mijndert én een leger van 1.500 man naar Coevorden waar ze twee dagen later aankwamen en hun kamp opsloegen. Toen de Nederlanders op 30 december de aanval openden werden ze geholpen door een dichte mist die de stad én de gracht volledig aan het oog onttrok. Onder leiding van schoolmeester Mijndert stak het leger met behulp van de biezen matten de gracht over waarna er een kort maar hevig gevecht volgde bij het bereiken van de stadsmuur. Aangezien de Duitsers flink in de minderheid waren beseften ze al snel dat ze aan het verliezen waren maar ze besloten pas te vluchten toen de tamboer van Coevorden begon met het spelen van de Prinsenmars ter aanmoediging van het Nederlandse leger. Aangezien het gebruikelijk was de Prinsenmars te spelen bij een overwinning waren de Duitsers er van overtuigd dat de Nederlanders al in de stad waren en sloegen massaal op de vlucht.

Slag bij Kruipin - 11 en 12 oktober 1672

In de maanden juni tot en met september wisten de Fransen in hoog tempo diverse Nederlandse steden te veroveren waardoor kapitein-generaal Willem III en zijn officieren niet anders konden dan achter de feiten aanhollen. Rond september kwam veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) met een plan om de door de Fransen onderbezette stad Naarden te ontzetten maar moest hij zijn aanval op het laatste moment afblazen omdat de weersomstandigheden uiterst ongunstig waren. Helaas kregen de Fransen toch lucht van het Nederlandse plan en troffen in allerijl maatregelen waardoor een nieuwe aanval op Naarden onmogelijk werd.

Van Nassau-Siegen liet vervolgens zijn oog op de naastgelegen stad Woerden vallen waarbij hij de hertog van Luxemburg, Frans van Montmorency (1628-1695) - die verantwoordelijk was voor de verdediging van de stad - met een goed geplande schijnaanval wist weg te lokken. In de nacht van 11 oktober naderde het Nederlandse leger vervolgens van meerdere kanten de stad waarbij generaal Frederik van Nassau-Zuylestein (1624-1672) de opdracht kreeg van Montmorency en zijn leger tegen te houden bij terugkeer. Zoals de Nederlanders al hadden verwacht kwam de Luxemburgse hertog al redelijk snel tot het besef dat hij op het verkeerde been was gezet, besloot meteen rechtsomkeert te maken en stuitte hierbij ter hoogte van de plaats Kruipin op het leger van van Nassau-Zuylestein. Nadat het Nederlandse leger de eerste twee aanvallen van de Luxemburgse hertog hadden weten af te slaan lieten ze bij de derde aanval een gat in de verdediging vallen waardoor de vijand in staat was generaal van Nassau-Zuylestein in de rug aan te vallen en te doden. De Nederlanders verloren hierna langzaam terrein waarna er werd besloten om de aanval af te breken.

Belegering van Maastricht door de Prins van Oranje (Willem III) in 1676 / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Belegering van Maastricht door de Prins van Oranje (Willem III) in 1676 / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Beleg van Maastricht - 13 tot en met 26 juni 1673

Ongeveer een jaar na het binnenvallen van de Fransen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werden hun daadwerkelijke bedoelingen duidelijk toen ook diverse steden in de Spaanse Nederlanden er aan moesten geloven. Hierbij werd de dreiging voor de stad Maastricht dusdanig groot dat deze besloot een samenwerking aan te gaan met de Spanjaarden en het bevel over de troepen en schutterij van de stad in handen gaf van Jacques de Fariaux (1627-1695). Dat de Maastrichtenaren het bij het rechte eind hadden gehad bleek vervolgens op 11 juni 1673 toen de Franse troepen de poorten van de stad in hoog tempo naderden.

Maastricht had de pech dat de Fransen onder leiding stonden van de militaire strateeg Sébastien Le Prestre de Vauban (1633-1707) die een manier had bedacht om de muren van de stad 'veilig' te bestormen. In plaats van simpelweg met ladders op de muur af te rennen en te hopen dat er iemand boven kwam had Vauban het plan bedacht om met draagvlonders een soort van steiger in zigzagpatroon tegen de muur te bouwen. Door de schuine planken van de steiger waren de Franse soldaten in staat zich tussen de vlonders te verstoppen en zo - op hun gemak - meerdere gaten in de stadsmuur te blazen. In de tussentijd had de Franse koning Lodewijk besloten om in eigen persoon wat druk op de ketel te komen zetten aangezien hij zijn zinnen had gezet op het vieren van de feestdag van Johannes de Doper op 24 juni in de Sint-Servaas kerk van de stad. In plaats van een snelle overwinning hield de stad nog zeven dagen lang dapper stand waarna koning Lodewijk besloot de stad met grof geweld op de knieën te dwingen. Na een heftig en zwaar bombardement van een week gaf Maastricht zich eindelijk over.

Beleg van Naarden - 6 tot en met 13 september 1673

In de loop van het jaar 1673 werd de enorme veroveringsdrang van de Franse koning Lodewijk pas goed duidelijk toen hij ook diverse gebieden in Duitsland de oorlog verklaarde. Hierbij werd het de Franse koning al snel duidelijk dat hij simpelweg te weinig manschappen had om een oorlog in drie landen voort te zetten waarna hij besloot de Franse cavalerie vanuit de Nederlanden over te plaatsen naar Duitsland. Door de overplaatsing kwam de verdediging van diverse Nederlandse steden onder druk te staan waar de Nederlanders op hun beurt weer handig gebruik van maakten. Door een tweetal schijnaanvallen uit te voeren op de steden Grave en Zaltbommel wist het Nederlandse leger de hertog van Luxemburg wederom om de tuin te leiden en naar de stad Tiel te lokken.

Door de verplaatsing van het Luxemburgse leger kwam de weg naar de bezetten stad Naarden vrij te liggen waarna de Nederlanders in hoog tempo de Hollandse IJssellinie wisten over te steken. Zodra het 25.000 man tellende leger op de andere oever stond rukten ze op naar Naarden waarbij ze op een stuk of 600 Franse soldaten stuitten die hout aan het hakken waren. Na een kort gevecht werd het merendeel van de Fransen gevangen genomen waarna de tocht naar Naarden werd voortgezet. Zodra het Nederlandse leger de stad in het zicht kreeg openden zij direct het vuur waarna ze op 11 september over gingen tot het bestormen van de stad. Het gevecht dat volgde duurde de gehele dag en pas bij het vallen van de avond hield het Nederlandse leger het voor gezien en trok het zich terug. Bij het aanbreken van 12 september meldde zich een Franse onderhandelaar in het Nederlandse kamp waarna de Fransen zich op 13 september 1673 officieel overgaven en Naarden na een bezetting van ruim een jaar weer in Nederlandse handen kwam.

Gevolgen Beleg van Naarden

Het verlies van Naarden deed de Fransen niet alleen beseffen dat ze niet langer onoverwinnelijk waren, maar drukte koning Lodewijk ook met zijn neus op het feit dat zijn front veel te lang - en dus onverdedigbaar - was geworden. Om zijn strijd te kunnen voortzetten moest Lodewijk een aantal belangrijke keuzes maken die goed bleken uit te pakken voor Holland en de Republiek. Aangezien het doel van koning Lodewijk in eerste instantie de Spaanse Nederlanden waren geweest besloot hij de strijd in de Republiek te staken en zijn troepen over te plaatsen naar het zuiden. Hierdoor kwam er een einde aan de vijandelijkheden tussen Frankrijk en Holland en kwamen de Nederlandse steden weer terug in Nederlandse handen. Tevens werd Lodewijk geconfronteerd met de eerste scheurtjes die verschenen in de samenwerkingen die hij had gesloten aangezien de beide Duitse bisdommen het nut van de strijd niet langer in zagen.

Beleg van Maastricht - 6 juli tot en met 26 augustus 1676

Na verplaatsing van de Franse troepen kwam de strijd op het land tussen Holland en Frankrijk ten einde maar op zee ging het gevecht tegen Engeland gewoon door. Net als voorgaande jaren hadden de Engelsen er een zware dobber aan om de Nederlanders klein te krijgen en na enkele jaren strijd besloten beide landen in het 1674 het bijltje erbij neer te gooien. Naar aanleiding van de vrede tussen Engeland en de Republiek besloten ook de bisdommen Keulen en Münster zich terug te trekken waardoor koning Lodewijk er alleen voor kwam te staan.

Ondanks het feit dat koning Lodewijk de strijd in om de Republiek als verloren kon beschouwen weigerde hij de Nederlandse stad Maastricht op te geven. Kapitein-generaal Willem III besloot hierop een samenwerking aan te gaan met de landvoogd van de Spaanse Nederlanden waarna beide legers gezamenlijk begonnen aan hun mars richting de stad. Op 6 juli wisten de Spaans-Nederlandse troepen de stad te omsingelen maar openden - door diverse misrekeningen - pas op 21 juli het vuur. De Nederlanders wisten al snel het Franse lunet 'le Dauphin' te vernietigen - al kostte dit honderden mensen levens en raakten veel soldaten zwaar gewond - en trokken een week later naar het Franse hoornwerk 'la Reine'. Helaas kwam bij de aanval op 'la Reine' de Nederlandse luitenant-generaal én tevens rechterhand van kapitein-generaal Willem III, Karel Florentijn van Salm (onbekend-1676), om het leven waarna de Spaanse en Nederlandse troepen hun handen vol hadden aan het behouden van hun uiterst wankele positie. Ten einde raad vroeg Willem III de Staten van Holland om financiële steun, maar deze weigerden zijn verzoek aangezien ze geen zin hadden de kosten van het Spaanse leger op zich te nemen. Na de weigering van Holland verloren de Nederlanders en Spanjaarden langzaam terrein waardoor het voordeel uitsloeg naar Franse zijde.

Op 17 augustus onderschepten de Nederlanders een Franse brief waarin stond aangegeven dat er nieuwe Franse troepen onderweg waren om de al aanwezige Franse troepen in Maastricht te ondersteunen en kapitein-generaal Willem III riep zijn bevelhebbers bijeen. Ze besloten een doorbraak te forceren door de Maastrichtse voorstad Wijck in te nemen maar kwamen al snel van een koude kermis thuis. De Fransen wisten tot 27 augustus stand te houden waarna de Nederlandse en Spaanse troepen de opdracht kregen om zich terug te trekken. Terwijl ze bezig waren met het afbreken van hun kamp werden de Spaans/Nederlandse troepen opgeschrikt door de komst van de nieuwe Franse soldaten maar tot een daadwerkelijke confrontatie tussen beide partijen kwam het uiteindelijk niet.

Op weg naar vrede

Met de kroning van de Nederlandse Willem III van Oranje-Nassau tot koning van Engeland, Schotland en Ierland vond er zo'n enorme politieke verschuiving plaats dat het de Franse koning Lodewijk onmogelijk werd gemaakt om zijn oorlog nog langer voort te zetten. Na enige tijd om de tafel te hebben gezeten wisten Duitsland, Frankrijk en de Republiek uiteindelijk een akkoord te bereiken waarna de vrede officieel werd getekend. Helaas had de Hollandse Oorlog de Republiek uiteindelijk veel meer gekost dan dat deze haar had opgeleverd ondanks de diverse overwinningen die ze op land en zee had geboekt.

Mary II Stuart (1662-1694) - Princess Royal van Engeland / Bron: Peter Lely, Wikimedia Commons (Publiek domein)Mary II Stuart (1662-1694) - Princess Royal van Engeland / Bron: Peter Lely, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Koning Willem III
Ondanks dat de macht van Frankrijk flink aan het afnemen was bleef de Engelse koning Karel I maar contact zoeken met de Franse koning Lodewijk tot zijn Engelse Parlement hier in januari 1678 besloot definitief een einde aan te maken. Gezien de familieband tussen Willem III van Oranje en de Engelse koning Karel I was Willem regelmatig te gast in het Engelse Parlement en maakte daar al snel kenbaar de zorgen van de Engelse Parlementsleden te delen. Om de macht van koning Karel te breken én te voorkomen dat hij opnieuw een Frans-Engels verbond zou sluiten huwelijkte het parlement zijn nichtje Mary II Stuart (1662-1694) - Princess Royal van Engeland - uit aan Willem III van Oranje-Nassau. Als aanstaand koning wist Willem III zijn schoonvader Jacobus II (1633-1701) te passeren en werd naar aanleiding van zijn huwelijk met Mary gekroond tot koning Willem III van Groot-Brittannië, Schotland en Ierland.

Vrede van Nijmegen

De kroning van Willem III bracht zo'n enorme politieke verschuiving met zich mee dat het voor de Franse koning Lodewijk vrijwel onmogelijk werd om zijn strijd voor te zetten en hij was eindelijk bereid om te praten over een mogelijke vrede. De landen kwamen na enige tijd vergaderen overeen dat Duitsland de delen die ze in het verleden had afgenomen van Zweden terug zou geven - en dus een minder grote bedreiging werd voor Frankrijk - waarna Frankrijk de Republiek Maastricht terug zou geven op voorwaarde dat het katholieke geloof vrijelijk beleid mocht worden door de inwoners die dit wilden. Na een akkoord van Duitsland, Frankrijk en de Republiek tekenden de drie landen in augustus 1678 de zogenaamde Vrede van Nijmegen waarmee er een officieel einde kwam aan de Hollandse Oorlog tussen Frankrijk, Holland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Het eindigen van de Hollandse Gouden Eeuw

Ondanks het feit dat de Republiek gedurende de oorlog een aantal tactische overwinningen had weten te behalen op haar vijanden kwam ze na afloop van de oorlog toch als groot verliezer uit de bus. De militaire prestaties die het land in de jaren 1672 en 1673 had geleverd waren werkelijk ongekend maar had de Nederlandse staat ook een enorme smak met geld gekost. Tevens kwam de economie na het binnenvallen van de Fransen met een ruk tot stilstand en veroorzaakte onder andere het faillissement van de West-Indische Compagnie. Wat vele landen al jaren hadden geprobeerd - het breken van de monopoliepositie die de Republiek had ten aanzien van de handel - was de Fransen eindelijk gelukt zonder dat dat eigenlijk hun bedoeling was geweest. Naar aanleiding van de oorlog en de stilvallende economie kwam er ook een einde aan de Gouden Eeuw van het Hollandse gewest en mede hierdoor had de Hollandse Oorlog de Republiek veel meer gekost dan het haar had opgeleverd.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1783)Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1783)Met de kroning van de Hollandse stadhouder Willem III van Oranje, tot koning van Engeland, Schotland en Ierland begonnen…
Willem III van Nassau, prins van Oranje, koning van EngelandWillem III van Nassau, prins van Oranje, koning van EngelandToen Willem III van Nassau werd geboren was hij meteen prins van Oranje, omdat zijn vader, prins Willem II, net acht dag…
De Keteloorlog (Marmietenoorlog)Op 8 oktober 1784 werd er een oorlog gevoerd tussen Nederland (de Republiek) en Oostenrijk. Een oorlog waarbij maar één…

Het beleg van Groenlo in het verleden en de sporen van nuHet beleg van Groenlo in het verleden en de sporen van nuGroenlo (Grolle of Grol) is een stad in de Achterhoek (Gelderland) en in de gemeente Oost Gelre. De naam Groenlo is onts…
La Marseillaise: Frans volkslied, bekend over de hele wereldLa Marseillaise: Frans volkslied, bekend over de hele wereldZoals Marianne het gezicht van Frankrijk is, zo is de Marseillaise ook een onmiskenbaar symbool. Dit strijdlied werd gec…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Willem Van De Velde The Younger, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollandse_Oorlog
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Tolhuis
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Bredevoort_(1672)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Coevorden_(1672)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Kruipin
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Maastricht_(1673)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Kijkduin
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Naarden_(1673)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Maastricht_(1676)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrede_van_Nijmegen
  • Afbeelding bron 1: Louvre Museum, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Sir Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 3: Jan de Beijer, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 4: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 5: Peter Lely, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 16
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.