Over geschiedschrijving: haar rol en belang

Veel mensen vragen zich af waarom ze geschiedenis moeten studeren. In het dagelijkse leven ben je ook zeer weinig actief met geschiedenis bezig. Hoe belangrijk het is merk je pas wanneer je de achtergrond van een bepaalde situatie moet kennen. Een eenvoudig voorbeeld is wanneer je gaat solliciteren. Voor je op gesprek bij je eventuele nieuwe werkgever, moet je toch iets van het bedrijf weten. Hoe de voorgeschiedenis van het bedrijf op je overkomt, komt ook door een vorm van geschiedschrijving.

Wat is dan geschiedschrijving?

Het is heel eenvoudig om het te beschrijven met één zin. Toch vergt de uitleg hierover heel wat meer. Geschiedschrijving is de geschreven interpretatie van het verleden. Een andere term voor geschiedschrijving is historiografie. Toch wordt historiografie meer gebruikt, vooral in academische kringen voor “de geschiedenis van de geschiedschrijving”.

Uit de hierboven vermelde zin zou je kunnen opmaken dat iedereen aan geschiedschrijving kan doen, en reeds doet wanneer hij of zij bijvoorbeeld een dagboek bijhoudt. Maar de term geschiedschrijving dekt uiteraard meer dan dat. Het is een meer wetenschappelijke vorm van het beschrijven van de geschiedenis, hoewel het toch steeds om een interpretatie ervan gaat.
Wanneer we dan spreken over geschiedenis, het onderwerp van geschiedschrijving, dan maken we het onderscheid tussen prehistorie en geschiedenis. Geschiedschrijving speelt in deze definities een cruciale rol. De prehistorie handelt over het verleden voor het ontstaan van het schrift. Geschiedenis begint met het gebruik van schrift. In dit opzicht zou men kunnen beweren dat elk geschreven woord een vorm van geschiedschrijving is. Toch spreken we pas over geschiedschrijving wanneer het geschreven woord over het verleden handelt.

Objectiviteit

Een ander deel van de hierboven beschreven definitie is “interpretatie”. Waarom spreekt men over interpretatie? Dit impliceert subjectiviteit, terwijl het in de wetenschappen vooral om objectiviteit gaat. Wanneer men over het verleden schrijft kan men niet anders dan interpreterend te werk gaan. Een zuiver objectieve weergave kan nooit bereikt worden. Ten eerste gaat deze geschiedenis over de geschiedenis van de mens en vooral het menselijk handelen. Met andere woorden, we worden geconfronteerd met onszelf. Ons handelen roept altijd subjectieve, menselijke gevoelens op. Ten tweede staan we altijd op een afstand van het onderwerp. Het is voorbij, het is gebeurd, het komt niet meer terug. Je kan het verleden fysiek niet meer terug brengen om het te bestuderen. Ook het oproepen van fysieke elementen, blijft een vorm van interpretatie omdat het “reconstructies”. Wanneer we aan geschiedschrijving doen terwijl het gebeuren dat we beschrijven nog plaats vindt, zoals bijvoorbeeld journalisten doen, zijn we als mens teveel betrokken in het gebeuren. Om de te beschrijven situatie schriftelijk weer te geven, zijn we opnieuw bezig met een interpretatie. Zuivere objectiviteit binnen de geschiedschrijving is eenvoudigweg onmogelijk doordat wij zelf het onderwerp zijn en omdat het over een reconstrueren gaat van iets dat fysiek niet meer kan teruggebracht worden.

Vormen van geschiedschrijving

Zoals in elke wetenschappelijke omschrijving van een vakgebied, heerst er heel wat discussie en evolueert de definitie. Ook de verschillende vormen van het vakgebied blijven veranderen. Dit is een fenomeen veroorzaakt door het feit doordat er een cumulatie is aan kennis. Een bepaald vakgebied of een bepaalde vorm moet steeds opnieuw omschreven worden omdat nieuwe inzichten tot andere conclusies leiden door nieuwe vondsten, ontdekkingen, proefondervindelijke resultaten en dergelijke meer.

Vormen van geschiedenis worden door verschillende historici anders omschreven, anders gedefinieerd waarbij steeds andere categorieën en kenmerken gebruikt worden. Als voorbeeld wordt hier de denkwijze van de historicus Jan Romein besproken.
Jan Romein baseert zich op de beeldvorming van de geschiedschrijving. Hij gaat ervan uit dat er op verschillende momenten een verschillend beeld opgebouwd wordt. Men heet zijn visie ook de zes fasen van Jan Romein:

  1. Hij begint met het beeld van de tijdgenoot. Zoals reeds beschreven kan dit doordat de schrijver de situatie zelf meemaakt, nauwelijks objectief genoemd worden. Toch geeft deze beschrijving heel interessante en op bepaalde vlakken accurate gegevens omdat deze het dichtst bij de auteur staan.
  2. De tweede fase handelt over wat niet lang geleden heeft plaats gevonden. In deze fase isoleert de auteur het onderwerp uit een reeks andere gebeurtenissen en is hij in staat deze na te vertellen. Juist doordat hij deze situatie uitpikt, isoleert, zeeft hij heel wat achtergrond weg, waardoor heel wat over de context van het gebeuren verloren gaat.
  3. In de derde fase wordt het beschreven gebeuren een geheel, een aaneenkoppeling van verschillende onderwerpen. Het is de behoefte om er zin in te zien, om er een geheel in te krijgen. Toch blijft ook dit geheel een zinloos verhaal. Men heet dit de epische fase.
  4. De vierde fase wordt de dramatische fase genoemd. Het epische wordt een voorstelling. Het verhaal wordt geanalyseerd, gerangschikt en verdeeld. Dit gebeurt door de personen die leven na de tijdgenoot van het gebeuren.
  5. In de vijfde fase probeert men tot een kern van waarheid te komen. Het verhaal wordt gesynthetiseerd. Enkel de lijnen blijven nog over.
  6. Deze laatste fase is de verwetenschappelijking van de geschiedschrijving. In plaats van het analyseren, het onderverdelen in blokken, het uitpuren tot enkele verhaallijnen, probeert men tot een analytisch inzicht van het geheel te komen.

Geschiedenis van de geschiedschrijving

Alhoewel je zou kunnen beweren dat geschiedschrijving ontstond op het moment waarop het schrift gebruikt werd, wordt het begin van de geschiedschrijving in de klassieke oudheid vastgelegd. Voor zover we over geschreven materiaal beschikken, waren de oude Grieken namelijk de eerste die expliciet over het verleden schreven. De epische geschriften van Homerus zijn daarvan het meest bekende voorbeeld.

De Romeinen keken sterk op naar de Grieken. De eerste geschiedkundige geschriften waren in het oud Grieks geschreven, maar later schreven ze dan toch vooral in het Latijn, en werden zij de eerste die aan Geschiedschrijving deden in een andere taal dan het Grieks.

Tijdens de middeleeuwen lag de geschiedenis van het bijbelse verhaal in het centrum van de aandacht. Vooral het leven van Christus werd bestudeerd, ingestudeerd en geïnterpreteerd. Meteen zien we hier één van de verschillende rollen die geschiedschrijving altijd al heeft gehad. Het verantwoorden, promoten en verdedigen van bepaalde acties en politieke beslissingen.

Wanneer we overgaan naar de renaissance speelt Petrarca een belangrijke rol door niet meer uit te gaan van de christelijke geschiedenis, maar van een onderverdeling, Oudheid, Middeleeuwen, eigen tijd. Hij was de grondlegger van de idee dat alles moet geïnterpreteerd volgens de context van de eigen tijd. Ook vandaag nog is dit een belangrijk principe. Ook in de geschiedschrijving keert men in de renaissance terug naar de Oudheid. In het beschrijven van de geschiedenis probeerde men het literaire niveau, met de gepaste stijlkenmeren uit de Oudheid te evenaren. Het nut van de geschiedenis lag in de Renaissance in de filosofische waarde ervan.

De geschiedschrijving is mee geëvolueerd met het vak geschiedenis zelf. Ook haar rol is gaandeweg veranderd. De politieke rol van geschiedenis en geschiedschrijving blijkt uit talloze voorbeelden. Hitler creëerde een nieuwe geschiedenis, inclusief onderzoek naar een geschikte religie om de “Ubermench” te verklaren, het Zionisme gebruikte geschiedschrijving om de locatie van een land voor de Joden vast te leggen en de communisten gebruikten de geschiedenis van het feodale systeem en de wanpraktijken van het kapitalisme als middel om het communistisch systeem te verantwoorden.

Huidige discussies in de geschiedschrijving

Tegenwoordig is het inzicht in “geschiedenis” dusdanig veranderd dat men voor het vak geschiedschrijving de vraag stelt waar de nadruk moet liggen. Er heerst dus geen eensgezindheid over hoe men precies aan geschiedschrijving moet doen. Veel hangt af van de reden waarom men een geschiedkundig werk schrijft. De ene legt de nadruk op het begrijpen, het verhalende, terwijl de andere de wetenschappelijk vastgelegde feiten centraal stelt. Om het anders uit te drukken zou men kunnen stellen dat volgens de ene een geschiedkundig werk vooral een literair werk is, en voor de andere een wetenschappelijk werk. Beide stromingen hebben een grond van waarheid. De wetenschappelijke richting hecht uiteraard meer belang aan objectieve besluiten, terwijl de literaire richting ervan uitgaat dat de geschiedenis te complex is om zuiver wetenschappelijk te benaderen, waardoor het belang van het vergelijken van interpretaties groter wordt.
© 2008 - 2024 Bartje, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Historiografie en geschiedschrijving, wat is het?Historiografie en geschiedschrijving, wat is het?Veel gebeurtenissen die in het verleden plaatsvonden hebben geen sporen nagelaten, van andere gebeurtenissen is slechts…
Geschiedenis, het vakGeschiedenis wordt in verschillende contexten gebruikt. De meeste jongeren zien het als een vervelende, saaie les op sch…
Wat is het verschil tussen lectuur en literatuur?Wat is het verschil tussen lectuur en literatuur?Er is een groot verschil in waardering tussen lectuur en literatuur in Nederland. Literatuur wordt gezien als kunst, ter…

Jack the Ripper, ‘s werelds bekendste seriemoordenaarJack the Ripper was in de tweede helft van 1888 actief in de Londense wijk Whitechapel. Daar vermoordde hij prostituees.…
Kenau Simonsdochter HasselaerWie zich afvraagt waar de naam Kenau, voor een bazige vrouw of manwijf, vandaan komt, zal hier het antwoord vinden. Er i…
Bartje (11 artikelen)
Gepubliceerd: 24-03-2008
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.