Bernard IJzerdraat en het Geuzenverzet
De allereerste verzetsgroep tijdens de Tweede Wereldoorlog was die van Bernard IJzerdraat uit Schiedam. IJzerdraat zag al voor de oorlog begon hoe gevaarlijk het nationaal socialisme was en begon op de dag na de capitulatie met zijn Geuzenverzet. In november 1940 werd hij opgepakt en ter dood veroordeeld.
Het eerste Geuzenbericht
Bernard IJzerdraat woonde in de jaren dertig in Dinxperlo, waar hij werkte als adviseur bij de Deventer tapijtfabriek. Hij zag wat er in Duitsland gebeurde en dat vervulde hem met zorg. In 1936 sloot hij zich aan bij de beweging Eenheid door Democratie die zich verzette tegen zowel het nationaal socialisme als het communisme.
Toen Hitler met zijn legers Polen binnenviel, besloot IJzerdraat te verhuizen naar Schiedam. Hij was ervan overtuigd dat de Duitsers ook Nederland zouden bezetten en wilde zo lang mogelijk doorvechten. Direct na de capitulatie, op 15 mei, schreef IJzerdraat zijn Geuzenbericht, een pamflet waarin hij opriep tot verzet. De naam herinnerde aan de Geuzen die tijdens de Opstand tegen de Spanjaarden vochten. Kopieёn van zijn geschrift stopte hij bij inwoners van Schiedam in de brievenbus.
Vooruitziende blik
Op 18 mei verscheen het tweede Geuzenbericht. Daarin schreef IJzerdraat wat het Nederlandse volk te wachten stond nu de Duitsers heer en meester waren:
‘Al onze voorraden zullen worden weggehaald, voedsel, kleding, schoeisel, spoedig krijgen we het bonnenstelsel voor alles en nog wat en daarna kunnen we zelfs op de bonnen niets meer krijgen. Onze jonge mannen zullen worden gedwongen elders te gaan werken voor de overweldiger’.
Bernard IJzerdraat had het goed gezien: wat hij voorspelde is uitgekomen. Hij vroeg zijn lezers het Geuzenbericht twee keer over te schrijven en aan betrouwbare Nederlanders te geven. Als zij daarop hetzelfde deden, konden veel mensen het pamflet lezen.
Geuzengroepen
Eind mei ontmoette Bernard IJzerdraat zijn oud-collega Jan Kijne uit Vlaardingen. Kijne was lid van een wandelsportvereniging onder leiding van Arij Kop en IJzerdraat vroeg de leden of zij met elkaar een Geuzengroep wilden vormen met de bedoeling verzet te plegen. Zij gingen akkoord en zo ontstond de eerste Geuzengroep. IJzerdraat had een militair ogende organisatie voor ogen met groepen, secties, compagnieёn, bataljons en regimenten. Ook op andere plaatsen richtte hij Geuzengroepen op, onder meer in Rotterdam, Delft, Maassluis en bij de scheepswerf Wilton Feijenoord.
In augustus verscheen De Geus van 1940, een gestencild blaadje waarin IJzerdraat aanwijzingen gaf voor het plegen van verzet. De groepen begonnen met het verzamelen van wapens en gingen tot actie over. Heel veel stelde het allemaal niet voor: de Geuzen doodden enkele Duitse soldaten en sneden een paar telefoonkabels en de lichtkabel van de zoeklichtbatterijen rond Rotterdam door. De leden vonden hun nieuwe positie echter reuze interessant en spraken er graag over. En dat werd de verzetsbeweging noodlottig.
Arrestaties
In november bezocht een lid van de Wilton Feijenoordgroep zijn broer in Arnhem en vertelde hem over de geheime wapenvoorraden die de Geuzen in Schiedam hadden aangelegd. De broer vertelde dit verder en een NSB-kringleider hoorde ervan. Die lichtte de politie in. De politie bezocht de man en gaf wat hij van hem vernam door aan de SD. De SD op zijn beurt bezocht de arbeider van Wilton Feijenoord, die de informatie had verspreid, en vond in zijn huis het blaadje De Geus van 1940. Het was toen vrij eenvoudig om de schrijver ervan te achterhalen en op 25 november arresteerde de SD zowel Bernard IJzerdraad als Arij Kop. Daarna werd de ene na de andere Geuzengroep in Zuid-Holland opgerold.
IJzerdraad had een lijstje met namen en adressen van een andere verzetsgroep, Oranjewacht, liggen en zo kon de SD naast tientallen Geuzen ook leden van deze groep oppakken. Het gebrek aan ervaring bij de Geuzen vergemakkelijkte het werk van de SD. Al deze mensen kwamen terecht in de strafgevangenis in Scheveningen. De SD verhoorde hen onder zware mishandelingen en veroordeelde achttien Geuzen ter dood. Drie daarvan waren minderjarig en hun plaats werd ingenomen door drie communistische Februaristakers.
Lied van de achttien dooden
Op 13 maart 1941 vond op de Waalsdorpervlakte de terechtstelling plaats van Bernard IJzerdraat, veertien Geuzen en het drietal stakers. Het was de eerste massa-executie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Naar aanleiding van de laatste dagen die de terdoodveroordeelden in de gevangenis doorbrachten schreef Jan Campert het gedicht De achttien dooden, waarvan het eerste couplet luidt:
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.