De geschiedenis van de Tower of London
De Tower of London ligt in het centrum van Londen aan de oever van de Thames. Dit kasteel werd in 1066 gebouwd door Willem de Veroveraar. Het was één van de symbolen gebouwd ter ere van de Normandische verovering. Het gebouw diende als koninklijke residentie en werd daarnaast vanaf 1100 tot 1952 gebruikt als gevangenis. In de Engelse geschiedenis heeft de Tower van London een prominente rol gespeeld.
De Tower als gevangenis
De Tower was geen gewone gevangenis. Degene die opgesloten werden in de Tower werden beschuldigd van hoogverraad. Bekende personen die gevangen hebben gezeten in de Tower waren o.a.:
- In 1100 als eerste gevangene Ralph de Flambard. Hij kwam in de toren vanwege afpersing. Op 2 februari 1101 ontsnapte hij met behulp van een touw.
- Als één van de eersten in 1106 William, de graaf van Mortain. Hij eiste zijn graafschappen op bij zijn neef Hendrik I van Engeland en werd gevangengenomen bij de slag bij Tinchebrai. Zijn gevangenschap in de toren duurde vele jaren, tot 1140. Na zijn vrijlating werd hij monnik.
- In 1150 werd Constance van Frankrijk in de Tower opgesloten. Ze werd hetzelfde jaar weer vrijgelaten
- In 1305 werd Sir William Wallace voor korte tijd gevangen genomen in de Tower. Op 22 augustus 1350 werd hij gevierendeeld en zijn hoofd werd hierna geplaatst op de London Bridge.
- In 1381 werd Simon Sudbury, aartsbisschop van Canterbury voor zijn eigen veiligheid opgesloten in de toren. Helaas kregen de rebellen hem toch te pakken, waarna hij werd onthoofd.
- James I van Schotland werd maar liefst vier keer voor korte of langere tijd opgesloten in de Tower tijdens zijn gevangenschap die maar liefst achttien jaar zou duren, totdat hij in 1424 werd vrijgelaten.
- Hendrik VI van Engeland en zijn vrouw Margaretha van Anjou werden tijdens de Slag van Tewkesbury gevangengenomen en opgesloten in de Tower. Hendrik werd in 1471 vermoord in de Tower (waarschijnlijk op bevel van Edward IV) en zijn vrouw werd uiteindelijk in 1475 vrijgekocht.
- De twee broers Edward V van Engeland en Richard, Hertog van York werden door hun oom (de Hertog van Gloucester) in 1483 naar de Tower gestuurd. Dit zou voor hun eigen veiligheid geweest zijn. Uiteindelijk zijn beide broertjes verdwenen. Algemeen wordt aangenomen dat ze in de Tower zijn vermoord door hun oom.
- Anne Boleyn, tweede vrouw van Henry VIII van Engeland. Zij werd op 2 mei 1536 gearresteerd en gevangengenomen in de Tower. De aanklacht was overspel, incest en hekserij. Op 19 mei werd ze op Tower Green onthoofd met een zwaard, samen met haar broer en vier anderen.
- Catherine Howard, de vijfde vrouw van Henry VIII (en nicht van Anne Boleyn) werd gelijktijdig met Lady Rochford (schoonzus van Anne Boleyn) in 1542 gevangengezet in de toren. Beiden werden datzelfde jaar onthoofd. Catherine zou overspel gepleegd hebben met Thomas Culpeper, die het overspel na marteling bekende en eveneens werd onthoofd.
- Koningin Elisabeth I (dochter van Anne Boleyn), in 1554 twee maanden lang in verband met haar vermeende betrokkenheid bij Wyatt’s Rebellion.
- In 1586 probeerde een aantal samenzweerders om Elizabeth I om te brengen, het zogenaamde Babingtoncomplot. In de Tower werden Anthony Babington, Anthony Tuchinor, Thomas Abington, Edward Abington, John Ballard, Robert Barnwall, John Savage, Chidiock Tichburne, Charles Tilney, Jerome Bellamie en John Charnock opgesloten. Thomas Abington werd uiteindelijk vrijgelaten. De overige samenzweerders werden opgehangen en sommigen daarna ook nog gevierendeeld.
- Sir Walter Raleigh van 1603 tot 1616. Hij was gevangen, maar leefde er comfortabel samen met zijn vrouw en twee kinderen. Hij schreef er een boek ‘History of the World’. In 1618 eindigde zijn leven op het schavot.
- In 1671 Thomas Blood, Edward Parrot en Thomas Hunt, vanwege hun mislukte poging om de kroonjuwelen te stelen uit de Martin Tower.
- Spionnen en nazi’s tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog, zoals Roger Casement, Norman Baillie-Stewart, Joseph Jakobs en Rudolf Hess. Jopseph Jakobs was de laatste gevangene van de Tower die werd geëxecuteerd. Hij werd in augustus 1941 doodgeschoten.
- De laatste gevangen van de toren, de Kray tweeling. Dit was in 1952, omdat ze zich niet gemeld hadden voor militaire dienst.
Onder de koninklijke kapel van de Tower vonden uiteindelijk meer dan 1500 mensen hun laatste rustplaats.
De functie wapenkamer
De Tower werd eeuwenlang als opslagmagazijn voor wapens van het leger en de marine gebruikt. Het ging hier om kanonnen en mortieren, speren, pistolen en zwaarden. Volgens de 16de-eeuwse kroniekschrijver Raphael Holinshed was de Tower geen koninklijke residentie, maar een opslagplaats voor wapens en munitie.
De Tower als menagerie
In 1210 kwamen onder het bewind van koning John dieren naar de Tower of London. Het ging hier om allerlei uitheemse dieren zoals olifanten, leeuwen, (ijs)beren, tijgers, panters, kangoeroes en struisvogels. Deze bonte verzameling dieren stond bekend als de Royal Menagerie. Nadat er verschillende incidenten waren geweest waarbij dieren uitbraken en daarna elkaar, bezoekers of personeel aanvielen, werden de dieren verwijderd uit de toren. Sinds 1832 zijn de nakomelingen van de Royal Menagerie te vinden in de London Zoo.
De Tower als schatkamer
Veel kunstschatten die buitgemaakt werden tijdens oorlogen werden in de Tower bewaard. Zo zijn er een vergulde gevleugelde leeuw uit Corfu (sinds 1809), een bronzen klok uit de Krimoorlog, een kluis uit Havana in Cuba (sinds 1762).
Ook de kroonjuwelen van het Engels Koninkrijk zijn vaak in de Tower bewaard, zoals de kronen waaronder de kroon van koningin Elizabeth (bezet met 2800 diamanten), the Imperial State Crown uit 1937 en de massief gouden kroon van koning Edward uit 1661. Al sinds de zeventiende eeuw worden de kroonjuwelen in de Tower tentoongesteld en bewaakt door de Jewel House wardens.
Huisvesting voor de Koninklijke Munt
Het grootste filiaal van de Koninklijke Munt was meer dan 500 jaar lang op het terrein van de Tower gevestigd. Tijdens de regering van Hendrik VIII werden er zilveren munten geslagen bij de Tower uit het zilver dat geconfisqueerd werd uit de opgeheven kloosters. In 1698 bezocht Peter de Grote de Tower of London. Toentertijd was de Tower in gebruik als wapendepot, dierentuin, museum en als huisvesting van de Koninklijke Munt. Vanwege de kwaliteit van de Engelse munten en de techniek waarmee ze werden geslagen, boeide dit laatste hem het meest. Twee jaar later nam hij de Engelse munt dan ook als voorbeeld om de Russische munt te moderniseren.