Maarten Luther - theoloog, reformator, huisvader en gastheer
1517 geldt als het beginjaar van Maarten Luthers hervormingswerk en daarmee van de Reformatie (in 2017 was het 500 jaar geleden; toen werd dat uitgebreid herdacht). Reformatie was nodig, zo vonden de aanhangers van die beweging, omdat de (Rooms-katholieke) Kerk van het rechte spoor was geraakt - om het gematigd uit te drukken. Uiteindelijk leidden actie en reactie tot een afscheiding van de Rooms-katholieke Kerk, tot het ontstaan van de huidige protestantse kerken. Luther was niet de enige reformator, maar wel de eerste van hen die zich in de 16e eeuw inzetten voor hervorming en daarmee aan het begin stonden van nieuwe kerkformatie. Hij was theoloog en hervormer en daarbij schrijver, vertaler en componist en ook nog echtgenoot en vader met een druk gezinsleven. Veel van wat bekend is over de gang zaken bij Luther thuis en zijn opvattingen is ontleend aan de "Tafelgesprekken" die door gasten van de reformator werden genoteerd en later zijn uitgegeven.
Inhoud
De roep om veranderingen binnen de kerk werd ook al ver voor 1517 gehoord. Maar tot massale afscheiding in de zin dat er een andere, nieuwe Kerk naast de bestaande werd geformeerd, was het nog niet gekomen. Ook Luther streefde in eerste instantie naar binnenkerkelijke hervorming en toen dat niet lukte kwam het tot een breuk met de bestaande Kerk en werden de protestantse kerken gevormd. Luther stond aan het begin van de Lutherse kerken die tegenwoordig (rond 2017, 500 jaar na het begin der Reformatie) wereldwijd een 80 miljoen leden hebben, waarvan het merendeel in Duitsland (Evangelische Kirche Deutschland) en de Scandinavische landen.
Meer reformatoren
Behalve Luther waren er meer reformatoren in de 16e eeuw, die bij elkaar genomen aan het begin stonden van nog talrijker kerken - de protestanten vormen nu een groep van rond 350 miljoen leden, wereldwijd. Zo was daar
Johannes Calvijn een Fransman die vooral actief was in het Zwitserse Genève en veel aanhang verwierf in de Nederlanden en door emigratie in landen als Amerika, Canada en Zuid-Afrika en door zendingswerk ook elders. Ulrich Zwingli was een Zwitserse reformator die ook invloed had op het denken van Luther en Calvijn en hun volgelingen. In Nederland had de vader van de huidige doopsgezinde richting, Menno Simons, veel aanhangers; ook in landen als Duitsland, Zwitserland en later, door emigratie vooral ook in Amerika.
Voorlopers van de Hervorming
Daarbij dienen ook de zogenaamde voorlopers der Hervormimg genoemd te worden. Mannen als Johannes Hus (1369-1415) in het huidige Tsjechië en John Wiclif (plm. 1329-1384) in Engeland. Zo ook zij die gerekend worden tot de bewegingen van het Humanisme, met name
Erasmus van Rottterdam (1466-1536), en de Moderne Devotie (met o.m. Thomas à Kempis, 1380-1471) die in de regio Zwolle-Deventer floreerde. Bij deze bewegingen zij opgemerkt dat ze niet alleen betekenis hebben gehad als voorlopers van de Hervorming. Zie bijvoorbeeld Erasmus die toch in de eerste plaats gekoppeld wordt aan de beweging van het Humanisme. En die beweging wordt, net als de Hervorming trouwens, gezien als onderdeel van de Renaissance (van cultuur, wetenschap en godsdienst) die van plm. 1400 tot 1600 plaatsvond in Europa.
Overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd
Als de hervorming in groter verband geplaatst wordt - de Renaissance - dan dient dat verbreed te worden naar een nog groter verband: de periode van overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd (waarbij de scheiding - voor 't gemak, zonder dat het jaartal verder enige relevante betekenis heeft - rond 1500 wordt gezet). In die periode spelen verschillende zaken die haar gezicht bepalen: verval van de Kerk en ook bedreiging van buitenaf: de bedreiging van Europa door de oprukkende Turken (moslims) en gevaarlijke epidemieën als de pest, die voor het eerst rond 1350 toesloeg in Europa. Aan de andere kant begon er een geweldige opleving van cultuur en wetenschap. Het is niet alleen de tijd van Humanisme en Reformatie maar ook van grote ontdekkingsreizen waarbij onder meer Amerika ontdekt wordt door de Europeanen. Het is ook de tijd van andere ontdekkingen, zoals de boekdrukkunst, en van de opkomst van nationale staten.
Maarten Luther (1483-1546)
Martin Luther werd geboren in 1483 in Eisleben, in wat thans de Duitse deelstaat Saksen is. Hij studeerde eerst rechten in Erfurt. Na een ingrijpende, persoonlijke godsdienstige ervaring deed hij zijn intrede als monnik bij de orde der augustijnen en studeerde verder als student theologie in Wittenberg. In 1512 bracht hij het tot professor in de theologie. Een crisis in zijn geloofsleven leidde tot nieuwe theologische inzichten die anders waren dan de toen gangbare Roomse leer. Hij ging de nadruk leggen op het persoonlijk verstaan van Gods Woord, waarbij hij meende dat de mens niet gerechtvaardigd wordt door zijn goede daden maar alleen door zijn geloof, uit genade geschonken door God.
Ommekeer in opvattingen over geloof en kerk; excommunicatie
De nieuwe opvattingen kregen algemene bekendheid toen hij daarover in 1517, in het openbaar, 95 stellingen presenteerde. Dit bracht Luther in conflict met de Kerk en het staatsgezag (van de Habsburgse Keizer Karel V). In 1521 werd hij door de Paus, als vertegenwoordiger der Rooms-katholieke Kerk (RKK), in de ban gedaan. In dat zelfde jaar botste hij ook met de Keizer (en dus met de staat) op de Rijksdag in Worms. Hij werd nu naast de kerkelijke ban eveneens in de Rijksban gedaan. Op de Wartburg (Eisenach) verbleef hij onder bescherming van de keurvorst van Saksen. Hier bracht hij zijn tijd met name door met het vertalen van de Bijbel in zijn volkstaal, het Duits.
Leven en werk van Luther
Het is niet doenlijk in het kader van een artikel zelfs maar een globaal overzicht te geven van Luthers verdere leven en werk. Het is ook niet nodig: alleen al via het internet is daarover een grote hoeveelheid informatie te verkrijgen, in alle soorten en maten. Hier wordt wat dat betreft volstaan met enige hoofdpunten na de Rijksdag te Worms:
Na acht maanden verblijf op de Wartburg keert Luther terug naar Wittenberg o.m. om radicale hervormers af te remmen. Hij gaat verder met het verbreiden van zijn opvattingen en correspondeert met belangrijke geleerden in die tijd zoals Erasmus. Luther geeft aan de verkondiging van Het Woord (de preek) een centrale plaats in de eredienst. Ook gemeentezang is voor hem belangrijk; hij componeert diverse geestelijke liederen. Tijdens de boerenopstand neemt hij afstand van de 'opstandige horden', wat hem toen en later niet door alle medestanders in dank wordt afgenomen. In 1530 stemde hij in met de Augsburgse Confessie, de Lutherse geloofsbelijdenis gepresenteerd op de Rijksdag te Augburgs in dat jaar; het stuk is geschreven door zijn vriend en mede-hervormer Philippus Melanchton. Het is verzoenend van toon maar kon niet verhinderen dat er naderhand godsdienstoorlogen uitbraken, in Duitsland en verder ook elders in Europa, die officieel pas eindigden met de Westfaalse vrede (incl. de vrede van Münster) van 1648. In 1546 stierf Luther, in zijn geboorteplaats Eisleben.
Luther - huwelijk en gezin
Maarten Luther had gebroken met de RKK en daarmee met de rooms-katholieke leer, regels en praktijken. Zo verwierp hij nu het celibaat en hij trouwde inderdaad, met een ex-non, Katharina von Bora (1499-1552). Het paar kreeg zes kinderen. Luther was volop een gezinsman.
Huwelijk
In 1523 hielp Luther met de opvang van een groep nonnen die uit een klooster waren gevlucht. Spoedig trouwden de meesten van hen. Een van hen was Katharina, zij werd Luthers echtgenote. Velen, ook onder zijn vrienden namen hem dat kwalijk: hij zou z'n tijd en energie beter aan zijn werk als theoloog en een leider van reformatie der Kerk kunnen besteden. Maar Luther ging in deze zaak z'n eigen(zinnige) gang, zoals in zoveel zaken die speelden in zijn leven. Dit te meer omdat hij er (nu) van overtuigd was, op grond van Gods Woord en de situatie in de natuur, dat huwelijk en gezinsleven juist niet alleen goed maar zelfs verkieslijk waren boven de ongehuwde staat. En uiteindelijk werd er toch uitbundig bruiloft gevierd, met vele gasten.
Gods heerschappij over Kerk, maatschappij en staat volgens Luthers opvatting
Luther maakte een duidelijk onderscheid tussen Gods heerschappij over de Kerk aan de ene kant en de 'wereld' (maatschappij en staat) aan de andere kant, de zogenaamde twee regimentenleer ofwel twee rijkenleer. Ook spreekt Luther wel over drie 'regimenten': Kerk, gezin en staat, met het gezin als tussenpositie. Dr. Kooiman, die jarenlang hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam was en een professoraat aan het Evangelisch-Luthers Seminarim bekleedde, concludeert daaruit dat het gezin heel belangrijk was voor Luther en in zekere zin zelfs tot beide regimenten behoorde en vooral tot Gods scheppingswil en dus tot 'de heilige ordening'.
Voor Luther is het gezin een miniatuurkerkgemeenschap waarin de vader een priesterlijke functie bekleedt. In een maatschappij waarin veel mannen weigerden de zorg voor hun vrouw en kinderen op zich te nemen was die visie van groot belang. Kooiman meent dat Luther het gezin ermee uit verval gered heeft en noemt dat diens grootste maatschappelijke daad.
Luther als echtgenoot en gezinshoofd
Luther was gehecht aan zijn gezin. Hij was niet uit liefde getrouwd maar hij respecteerde zijn vrouw en bewonderde haar. Hij kon kon accepteren hoe zij was, namelijk iemand met 'de broek aan'. Het is veelzeggend in dat verband dat hij haar 'Mijn Heer Käthe' noemde. Hij kon dat te meer accepteren omdat ze zeer toegewijd was en veel werk verzette. Zonder klagen droeg ze de zorg van een groot gezin en een druk huishouden. Bovendien was ze onderlegd en kon hij met haar problemen op gebied van kerk en politiek delen (hij noemde haar ook wel 'doctora Lutherin'). Käthe was voor Luther een trouwe levensgezellin geworden die hij hoog achtte.
Een druk huishouden
De familie Maarten Luther bewoonde een klooster dat geschikt gemaakt was voor bewoning door een gezin en gasten daarbij. En dat was ook wel nodig want behalve voor hun eigen vijf kinderen (één kind overleed heel jong) zorgden Maarten en Katharina ook nog voor de kinderen van familie. Bovendien boden ze onderdak aan studenten - wat trouwens gebeurde om geld bij te verdienen, en dat was wel nodig om zo'n onderkomen en huishouden te kunnen bekostigen. Ook waren er nogal eens reizende geloofsgenoten te vinden die er onderdak kregen. Zoals al aangegeven: Katharina verzette veel werk; ook de financiën hield zij op orde. Bovendien verbouwde ze zelf groenten en andere gewassen en brouwde ze zelf bier.
Luther als vader en 'huispriester'
Luther zag dus het gezin als een kleine christelijke gemeente met de vader als 'priester'. Onder zijn leiding was er daarom elke dag een avond- en morgengebed in de woning. En eenmaal per week besprak men samen, als tijdens catechisatie binnen het verband der kerk, een deel van de Catechismus. De Kleine Catechismus die Luther schreef is dan ook "voor de huisvader, om de tien geboden, het geloof, gebed enz. aan zijn gezin op eenvoudige wijze te kunnen voorhouden." Luther was niet alleen zeer op zijn kinderen gesteld, hij liet zich ook door hen en door hun gedragingen inspireren bij zijn werkzaamheden als theoloog en schrijver.
Tafelgesprekken
Maarten Luther heeft behalve een vertaling van de Bijbel uit de grondteksten in het Duits een Grote en een Kleine Catechismus, ook verklaringen van Bijbelboeken, preken en diverse verhandelingen over Bijbel, Kerk en geloofskwesties geschreven. Daarnaast is veel bekend over zijn opvattingen betreffende de gang van zaken in kerk en wereld en in zijn gezin, dankzij de befaamde
Tischreden
Deze gesprekken - waarbij met name Luther aan het woord was en strak de regie in handen hield - werden gehouden tijdens de maaltijd van Luther, Katharina, kinderen en de huisgenoten; vaak een 30-tal personen. Meerdere gasten hebben opgetekend wat Luther te zeggen had - Luther stimuleerde trouwens zelf dat er notities gemaakt werden.
Publicatie in 1566
Twintig jaar na zijn dood verschenen in Eisleben de
Tischreden in druk: "Tafelgesprekken'' van doctor Martin Luther, die hij jarenlang voerde met geleerde mensen, met allerlei gasten en zijn tafelgenoten, hier geordend naar de hoofdstukken van het christelijk geloof."
Tischreden werd een bestseller en kreeg vele herdrukken, vertalingen en bewerkingen tot in onze tijd toe. De oudste notitie in de gepubliceerde 'Tafelgesprekken' is geschreven in 1531 door Konraad Cordatus die toen predikant was in Zwickau, de laatste in 1546.
De publicatie is zeker niet een verheerlijking van de grote reformator. Heel modern voor die tijd was, dat er aandacht was voor de hele persoon Luther, voor zijn talenten én gebreken, zijn hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Hij levert ook onverbloemd kritiek op de dan bestaande gezagsdragers en structuren van Kerk en Staat.
Inhoud
Er zijn theologische redevoeringen, maar ook verhalen over zijn dromen. Er zijn positieve en leuke, maar ook vileine opmerkingen bij over zijn vrouw en kinderen en bepaalde personen uit zijn omgeving. Hij is heel openhartig: zijn angsten, twijfels, teleurstellingen en kwalen komen ook aan bod. Opvallend zijn de mededelingen en gevoelens over de ziekte en het sterven van zijn dochter Magdalene op 13-jarige leeftijd; uit alles blijkt zijn hevig verdriet over die gebeurtenis. We krijgen al met al een goed beeld van het leven en werk van Luther in de beschreven periode, maar er wordt ook teruggekeken op gebeurtenissen van vóór die tijd, op dierbare herinneringen maar ook op crises en tegenslagen. Daaruit blijkt hij niet alleen een Reformator te zijn maar ook volop een Renaissance-man, een man van de Nieuwe Tijd.
Lees verder