De heksenvervolging in Salem
Heksenvervolging vond plaats tussen 1430 en 1793. Tussen 1610 en 1630 waren het aantal heksenvervolgingen het hoogst. De laatste heksenvervolging vond plaats in Polen in 1793. Dit artikel richt zich met name op de hekenvervolging in 1692 in Salem, waar het allemaal begon met een verhaal…
Het begin
In 1692 werden er negentien mensen veroordeeld en een man doodgemarteld en dit gebeurde allemaal in Salem. Een klein stadje dat in de ban was van hekserij. Een slavin die in het stadje woonde vertelde enkele meisjes verhalen over een al oude voodoo-traditie. De meisjes werden hier bang van en dachten dat zij door de slavin waren behekst. Ze begonnen te stuipstrekken en werden ziek. De meisjes zagen kwelgeesten (zo vertelden ze). Ze hadden beetwonden en waren ervan overtuigd dat ze de duivel hadden gezien.
De geestelijken van Salem ondervroegen de meisjes wie dit veroorzaakt had. De meisjes werden onder druk gezet en wezen enkele “heksen” aan. Aanvankelijk dachten de inwoners van Salem dat de meisjes de enige waren die dit konden weten en de meisjes werden aangemoedigd door te gaan. Wanneer er iemand werd opgepakt die door de meisjes werd aangewezen werd er niet tegengesproken, maar wezen ze vervolgens iemand anders aan die, volgens hen, ook aan hekserij deed.
Salem bestond in die tijd uit circa 271 inwoners. 36 daarvan werden aangeklaagd. Een meisje beschuldigde zelfs haar eigen moeder van hekserij.
George Burroughs
Opvallend is dat er slechts een man, George Burroughs, werd berecht omdat hij zich bezig hield met hekserij. Hij was vroeger dominee geweest in Salem, maar had zich na ruzie met de gemeente teruggetrokken uit Salem. Toch werd hij berecht.
Het getuigenproces
Het getuigenproces ging als volgt: Rechts lieten ze mensen voorkomen en stelden ze vragen in de trant van: “Uw naam staat op deze lijst. Dit is de lijst met mensen die al bekend hebben. Waarom staat u op de lijst?” Vervolgens ging deze mensen de namen van andere mensen noemen en werden ze meestal vrijgesproken.
De beklaagden ontkenden altijd hun praktijken. Volgens de rechters was dat omdat heksen nooit de waarheid spraken. Toch wilden de geestelijken een bevestiging hebben van de meisjes en vroegen hen of de beklaagde een heks was.
Het einde
Op een gegeven moment kwamen de geestelijken erachter de het heksenproces niet klopte en gingen zij met de rechters praten. Zij zagen in dat er een heleboel onschuldige mensen ter dood waren veroordeeld. Ook de rechters begonnen te twijfelen aan de juistheid van de processen.
De gouverneur begon in te zien dat het heksenproces niet klopte toen zijn eigen vrouw werd veroordeeld, waarop de heksenvervolgingen door hem werden afgeschaft.