Kazematten: militaire verdedigingswerken uit het verleden
In vroeger tijden werden verschillende soorten bouwwerken gerealiseerd als zogenaamde verdedigingswerken. Een verdedigingswerk is een bouwwerk met militair doel om van daaruit de vijand te bestoken en het land te verdedigen. Tevens had een verdedigingswerk het doel om de manschappen onderdak en verblijf te bieden. Tot die verdedigingswerken behoren ook kazematten. Maar kazematten kennen we niet alleen vanuit het verre verleden. Vooral in de twintigste eeuw zijn veel kazematten gebouwd die weliswaar veel kleiner waren dan voorheen maar hetzelfde doel hadden.
Chasmata en casa armata
Het woord kazemat komt van het oude Byzantijnse begrip chasmata wat de aanduiding was voor een vesting met schietgaten. In het Italiaans is de betekenis van casa armata een gewapend huis. De eerste kazematten dienden als kanonnenkelders en werden in rondelen van vestingwerken gebouwd. Later werden kazematten niet alleen voor
verdediging gebruikt maar ook voor het bewaren van munitie en eten.
Uitgebreide gangenstelsels in zestiende tot negentiende eeuw
Onder een kazemat uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw moet een groots militair bouwwerk worden verstaan dat dienst deed als verdedigingswerk. Het bestond uit veel ondergrondse gangen en ruimten als verblijfplaats voor militairen en voor de opslag van oorlogsmateriaal. Sommige kazematten zijn zeer uitgebreide
verdedigingswerken waarvan nog overblijfselen te vinden zijn zoals in de stad Luxemburg. Maar ook Nederland kent nog overblijfselen van grotere kazematten zoals in Maastricht en Vlissingen.
Kazematten in Maastricht
De kazematten in Maastricht zijn tussen 1575 en 1825 ontstaan en bestaan uit een ondergronds netwerk van gangen. De gangen zijn aan de westkant van de stad aangelegd om de vijand ondergronds te kunnen benaderen. Maar de gangen hebben eeuwen later ook nog dienst gedaan. Tijdens de tweede wereldoorlog hebben ze gediend als schuilplaats voor bombardementen.
Kazematten in Vlissingen
De kazematten in Vlissingen dateren van 1811 en zijn te vinden op de grens van het land en het water ten zuiden van de stad. Vlissingen had overigens ruim daarvoor al vestingwerken die dateren van 1548. De vestingwerken en kazematten hadden een zeer strategische ligging ten opzichte van Antwerpen. Bijzonder is dat de garnizoensbakkerij nog nagenoeg intact is gebleven. Ooit werden daar dagelijks 4800 broden gebakken.
Kazematten in Luxemburg
Beroemde kazematten buiten Nederland zijn te vinden in Luxemburg. Die kazematten bestonden niet alleen uit onderaardse gepantserde opstellingen voor geschut maar boden plaats aan duizenden soldaten en paarden en er waren bakkerijen, slagerijen en ateliers. Het totale netwerk was 23 kilometer lang en maakte deel uit van 3 vestigingsgordels, 24 forten en 16 andere belangrijke versterkingen. Maar in 1867 werd in het Verdrag van Londen bepaald dat alle vestigingen ontruimd en afgebroken moesten worden omdat Luxemburg tot neutraal gebied werd verklaard.
In Luxemburg voor publiek toegankelijk
Twee van de overblijfselen van de Kazematten in Luxemburg zijn voor publiek toegankelijk. De kazematten van Bock en van het Pétrusse-dal.
Bock
Omdat het verwijderen van de kazematten (volgens het Verdrag van Rome), bijvoorbeeld door opblazen, schade zou opleveren voor de stad Luxemburg, werden de voornaamste ingangen slechts afgesloten waardoor de kazematten toch bewaard bleven. Van de 23 kilometer is nog 17 kilometer overgebleven die sinds 1994 op de
UNESCO werelderfgoedlijst staan.
Pétrusse-dal
De kazematten van het Pétrusse-dal bestaan al vanaf 1644 toen de Spanjaarden de
middeleeuwse versterkingen moderniseerden. De waarde van de verdedigingswerken van het Pétrusse-dal werd in de loop van de eeuwen steeds minder waardoor zij werden verwaarloosd. Van het totale slopen van de kazematten na het Verdrag van London kwam niet veel terecht omdat besloten werd slechts de schietgaten en openingen dicht te metselen. In 1933 kwam er weer belangstelling voor de Pétrusse-kazematten en werden ze voor bezoekers opengesteld.
Kazematten als kleinere militaire verdedigingswerken
In de twintigste eeuw bestonden kazematten vooral uit kleinere bouwwerken zoals allerlei overdekte ruimten voor militaire doeleinden. Ze konden bestaan uit een vrijstaand stenen of betonnen gebouw of zelfs slechts uit een overdekking. Ook kwamen gemetselde of betonnen gewelven onder een aarden wal voor. Bouwwerken die bekend staan onder de naam bunker zijn eigenlijk kazematten.
Kazematten in Nederland uit recenter verleden
In Nederland werden dergelijke kazematten vanaf de Eerste Wereldoorlog gebouwd van gewapend beton en kregen ze een plek in het open veld. Onder dreiging van een nieuwe oorlog verschenen in de dertiger jaren van de twintigste eeuw rond de Afsluitdijk bij Den Oever en bij Kornwerderzand nog indrukwekkendere exemplaren. Bij de kazematten van Kornwerderzand liep de Duitse Blitzkrieg in de meidagen van 1940 vast doordat amper 225 Nederlandse soldaten ruim 15.000 Duitse soldaten tegenhielden. De kazematten van Kornwerderzand vormen een
museum met informatie over de strijd van die meidagen en over hoe de soldaten er geleefd en gewerkt hebben.
Brugkazematten en VIS-kazematten
Ook werden in die tijd de zogenaamde brugkazematten en VIS-kazematten gebouwd. VIS-kazematten (Voorschrift Inrichten Stellingen) zijn gebouwd naar aanleiding van een voorschrift uit januari 1928. De eerste VIS-kazemat was bestemd voor een kanon en is in 1930 in de vesting Gorinchem gebouwd. In het totaal zijn er 40 VIS-kazematten gebouwd. Tevens bouwde men in de Grebbelinie twee kanonkazematten bij de Grebbesluis en in de mobilisatieperiode van 1939-1940 kwamen er in de linies nog veldlegerkazematten bij. De belangrijkste verantwoordelijke voor de bouw van Nederlandse kazematten was het CITB (Centraal Inundatie en Technisch Bureau).
Lees verder