De vestingstad Bredevoort en de verschillende bouwwerken
Bredevoort (Nedersaksisch: Brevoort) ligt in de gemeente Aalten in de Gelderse Achterhoek. Bredevoort is sinds 1615 een vestingstad, een stad met verdedigingswerken om de vijand te kunnen verslaan. De stad Bredevoort heeft geen 25.000 inwoners maar is wel een stad. Sinds de middeleeuwen geld namelijk dat een dorp een stad mocht heten wanneer er stadsrechten, een stadsmuur, een gracht, eigen rechtspraak en een eigen belastingensysteem was. In 1503 krijgt Bredevoort dan ook zijn stadsrechten en is er officieel sprake van een stad.
Bredevoort in vroegere tijden
Al in 1188 wordt Bredevoort schriftelijk genoemd als 'castrum Breidervort'. Bredevoort was een zelfstandig gebied waar eigen wetten en rechtspraak heersten. Het gebied bestond uit de stad Bredevoort en de dorpen Aalten, Dinxperlo en Winterswijk met hun buurtschappen.
De naam Bredevoort
Rond de 12de eeuw is het in de Achterhoek moerasachtig en op sommige plekken is een doorwaadbare plek: een brede voorde. Een brede voorde is vaak een zandrug waar ridders en onder andere kooplieden gebruik van maakten. Het is een doorwaadbare plek en geeft een plek om te rusten of te vestigen. Bredevoort dank zijn naam aan deze brede voorde uit de 12de eeuw.
Kasteel Bredevoort
Het kasteel is gebouwd door Godschalk II van Loon of Gottschalk II von Loen (1110-1190), graaf van het graafschap Lohn. Graafschap Lohn was een Duits graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk, een rijk in Centraal-Europa en omringende gebieden. Het kasteel heeft door de eeuwen heen verschillende eigenaren gehad door de strijd tussen het graafschap Gelre en het graafschap Münster. Tot de kruittorenramp in 1646 waardoor het kasteel zwaar beschadigd raakte en niet meer herbouwd werd.
Gerenoveerd bastion Treurniet
Vestingstad Bredevoort
Van 1612 tot 1792 was Bredevoort van militair belang en onderdeel van de verdedigingslinie in het oosten van Nederland. Bredevoort werd rond 1615 een vestigingsstad. Een vestigingsstad houdt in dat de stad versterkt is met verschillende bouwwerken om aanvallen aan te zien komen en te bestrijden, wanneer mogelijk. Kasteel en stad waren gescheiden door een dubbele gracht en via een brug had men toegang tot het kasteel. Een toegang met verschillende poorten en een poortgebouw waar men doorheen moest voordat men bij de binnenplaats van het kasteel was. Verschillende bouwwerken gaven meerwaarde aan de verdediging van het kasteel. Bouwwerken zoals de:
- muur;
- gracht met ravelijnen;
- ondergrondse mijnen;
- bastions;
- courtine;
- glacis.
De theekoepel
De muur
In 1248 werd een muur gebouwd om Bredevoort heen in opdracht van het Münsterse graafschap Lohn. Uit een plattegrond van 1560 blijkt dat de hoogte van de stadsmuur tussen zeven en acht meter was.
Een gracht met ravelijnen
Buiten de stadsmuren werden grachten gegraven. Voor de toegang tot het kasteel werd een valbrug gemaakt. Als de valbrug omhoog was, was er geen verbinding met het land. Bredevoort had meerdere stadspoorten waar toegang mogelijk was naar het kasteel. In de gracht werd als extra bescherming een soort eiland voor de stadspoort gemaakt, een ravelijn. In de stad bevond zich dan het gebouw waar buskruit werd bewaard (kruittoren) en een gebouw waar wapens en munitie werden gemaakt, gerepareerd en opgeslagen. 12 juli 1646 trof de bliksem de kruittoren met daarin 320 vaten buskruit. Beter bekend als de kruittorenramp van Bredevoort. Bij de ontploffing vielen doden en gewonden en stortten huizen in.
Sint Bernardus
Mijnen
In een archief uit 1781 is te lezen dat de vesting Bredevoort mogelijk rond 1614 gebruik heeft gemaakt van onderaardse mijnen. Een hoeveelheid explosieven werd dan ingegraven en door een soldaat die de landmijnen plaatste (mineur) en tot ontploffing liet brengen.
Bastion
Een bastion was in Bredevoort een vooruitstekend stuk puntig land, in de gracht. Op het extra stuk land was ruimte om een kanon te plaatsen en in Bredevoort is op het stuk grond rond 1644 een molen geplaatst, die in 1896 afbrandde. De huidige
herbouwde molen, de ‘Prins van Oranje’, een windmolen voor malen van graan, staat anno 2017 én op dezelfde plek (bastion Welgemoed) én is nog maalvaardig, is. De stadswal in Bredevoort telde zes bastions:
- Treurniet;
- Onversaegt;
- Stoltenborg;
- Welgemoed;
- Ossenkop;
- Vreesniet.
De Prins van Oranje op voormalig bastion Welgemoed
Courtine
Een courtine is een verbindingswal tussen twee bastions. In het verleden werden deze verbindingen tussen het ene bastion en het andere bastion van puin of aarde gemaakt. In Bredevoort zijn ze anno 2017 aangegeven door het zwevend vestingpad.
Glacis
Een glacis is in een flauw aflopend talud tegen het bastion in een driehoekvorm. In vestingstad Bredevoort is als extra hindernis tegen de vijand nog een tweede gracht aangelegd.
De ontmanteling van de vestigingsstad Bredevoort
Veel kleine vestingen worden na de Franse revolutie en de Napoleontische oorlogen in 1829 en 1830 opgeheven. Bredevoort niet. In 1874 gaat de vestingwet in werking. De wet regelde de verdediging van Nederland tegen de vijand. Bredevoort bleef vestingstad. De bewoners echter begonnen met het slopen van de ophaalbruggen, het afgraven van de bastions, de ravelijnen en de wallen. Alleen een enkel bastion met glacis bleef bespaard.
Het 'zwevend' vestingpad
Huidig Bredevoort
Bredevoort is in de 21ste eeuw een stadje met gezellige, sfeervolle straatjes en veel huizen uit vroegere tijden. De voormalige verdedigingsfunctie van de vestigingsstad is op vele plekken terug te vinden. Bredevoort is dan ook sinds december 1986 een beschermd stadsgezicht. De stad heeft een cultuurhistorisch karakter en is hiermee 1 van de 400 gebieden met de naam beschermd gezicht. De stad Bredevoort telt sinds 2013 179 gemeentelijke monumenten en 19 inschrijvingen in het rijksmonumentenregister. Men tracht door diverse initiatieven om de sfeer en uitstraling van het verleden vorm te geven door Bredevoort aantrekkelijk te maken voor mensen uit de 21ste eeuw. Enkele initiatieven zijn:
- Bredevoort als boekenstad;
- het Vestingpark Sint Bernardus;
- Bredevoort schittert.
Historisch centrum
Bredevoort boekenstad
Sinds 1993 is Bredevoort officieel Bredevoort boekenstad. In het historisch centrum met zijn knusse straatjes zijn boekwinkels, galeries en ateliers te vinden die bijzondere waren maken en verkopen. De aangeboden producten hebben vaak een kunstzinnige of ambachtelijke achtergrond, producten die niet zomaar in een willekeurige winkel te koop zijn. Het boekenstadimago heeft mede hierdoor meer waarde gekregen dan zich alleen als boekenstad te presenteren.
Vestingpark Sint Bernardus
16 mei 2016 is vestingpark St. Bernardus in Bredevoort feestelijk geopend. Het park in Engelse stijl laat de diverse historische bouwwerken zien. Onder andere:
- Het zwevend vestingpad. Tussen de bastions Vreesniet en Treurniet ligt een net boven het maaipad (25 centimeter) zwevend pad. Het witte pad loopt door het park en is versierd met mispelbloemen, behorend bij het wapen van Gelre. Het zwevend pad heeft de doorsnee van de vestingwal van vroeger.
- De theekoepel. De theekoepel staat op het voormalige bastion vreesniet. Rond 1850 is dit theehuis gebouw door Andreas Roelvink, rentmeester van stadhouder Willem V en woonachtig in de woning Sint Bernardus, het verzorgingshuis en vanaf april hotel en restaurant. De oude boomgaard met hoogstamfruitbomen is hersteld. Oude nog redelijk gezonde bomen zijn blijven staan en de tuin is aangevuld met jonge aanplant hoogstambomen.
- Zicht op het schootsveld van vroeger.
- Een plek voor culturele activiteiten.
Zicht op het schootsveld
Bredevoort schittert
Elk jaar in het laatste weekend van september worden de smalle middeleeuwse straatjes omgetoverd tot een sprookje van lichtjes met elk jaar een ander thema. Bredevoort bestaat dan, naast de tienduizenden potjes met lichtjes, uit lichttaferelen (de voormalige gondels), straattheater, livemuziek, exposities en een lichtroute door het stadje, waarbij de straatverlichting gedoofd is. Prachtig verklede mensen maken het sfeerbeeld compleet.
Weetje
Hendrickje Stoffels is in 1626 geboren in Bredevoort. In de omgeving heette ze Hendrickje 'Jegers', omdat haar vader, sergeant S. Stoffels in het leger, ook als jager bij het kasteel Bredevoort werkte en in Bredevoort 'Jeger' werd genoemd. Hendrickjes vader overleed in juli 1646, mogelijk als niet-geïdentificeerd slachtoffer van de explosie van de kruittoren. Hendrickje ging hierna naar Amsterdam om te werken als dienstmeid bij Rembrandt van Rijn en werd zijn model en partner. Hendrickje werd op 24 juli 1663 begraven in de Westerkerk te Amsterdam.