Wereldwonder: Het beeld van Zeus in Olympia
Het had niet veel gescheeld of dit wereldwonder uit de antieke wereld was onthoofd. Een Romeinse keizer uit de eerste eeuw n.Chr. was niet erg te spreken over de goden die de Grieken aanbeden. Hij droeg op om het beeld van Zeus in Olympia te onthoofden, maar voordat dit kon gebeuren werd hij zelf onthoofd. Het beeld uit de vierde eeuw v.Chr. stond in een grote tempel die aan hem was gewijd. Zittend op zijn troon hield hij een scepter vast en zijn gouden sandalen rustten op een voetenbankje waarop een voorstelling was te zien van een strijd tussen twee mythische figuren. Het beeld was rijkelijk versierd met goud, ivoor, marmer en edelstenen. Vanwege een onduidelijke reden is het beeld verdwenen. Mogelijk is het beeld weggehaald uit de tempel toen mensen door de Romeinse keizer werden verboden om hun goden te vereren. Een latere bron vult dit argument aan door te verklaren dat het beeld naar een paleis in Istanboel was gebracht waar het werd vernietigd door een brand.
Zeus in Olympia
Zeus was de hemel- en dondergod in de oude Griekse religie. Hij regeerde als koning van de goden vanaf de berg Olympus. Olympus is met haar 2917 meter de hoogste berg van Griekenland. De berg zou niet alleen de woonplaats zijn van Zeus, maar ook van alle andere goden uit de Griekse mythologie. In Olympia, een plaats in de landstreek Elis, werd een groot beeld van hem gebouwd. Olympia was niet een standaard dorp of stad. De enige vaste bewoners waren de priesters, het personeel dat alle tempels onderhield, zoals die van Zeus en Hera, en de gidsen die bezoekers rondleidden die een schenking aan de goden wilden brengen. In de tempel van Zeus werd een beeld geplaatst van de dondergod dat de grootste was in heel Olympia.
Het beeld van Zeus
Opdrachtgever van de bouw
Het beeld van Zeus werd gebouwd in opdracht van de Elis. Elis was een district gelegen in het zuiden van Griekenland op het schiereiland Peloponnesos. De naam van het district is de geschiedenis ingegaan als de locatie waar de eerste Olympische Spelen werden georganiseerd in het jaartal 776 v.Chr. De inwoners van Elis wilden het elf meter hoge grote gouden met marmeren standbeeld van de godin Pallas Athena (circa 450 v.Chr.) in Athene overtreffen, dus huurden ze dezelfde beeldhouwer in als de Atheners. Phidias (circa 480-430 v.Chr.) zou een nog groter beeld maken dat een grote indruk moest achterlaten bij de deelnemers en toeschouwers van de Olympische Spelen.
De constructie
Rond 435 v.Chr. begon men aan de bouw van Phidias’ ontwerp. Het werd een dertien meter groot zittend standbeeld dat werd geplaatst in de Tempel van Zeus die sinds 457 v.Chr. was voltooid. Het standbeeld werd gesneden uit hout en daarna belegd met gouden panelen en marmer. Het beeld zou zo breed zijn geweest dat het de halve gang van de tempel in beslag nam. De beroemde Griekse historicus, geograaf en filosoof Strabo (circa 64 v.Chr – 24 n.Chr.) beschreef dat het leek alsof Zeus opstond uit zijn stoel. Na twaalf jaar was de bouw voltooid.
Uiterlijk van het beeld
Op het hoofd van Zeus was een kroon gemaakt die olijventakken moest voorstellen. Hij droeg een mantel gemaakt van glas waarin dieren en lelies waren gesneden. In zijn rechterhand hield hij een klein standbeeld van de godin Nike (de godin van de overwinning). Zijn linkerhand hield een scepter vast met op het uiteinde van de staf een adelaar. Zeus droeg gouden sandalen die rustten op een voetenbank waarin een veldslag was gegraveerd van de mythische figuur Theseus tegen de Amazonekoningin Hippolyte. De troon stond op een verhoging en was ingelegd met edelstenen, goud, ebbenhout en ivoor, en was versierd met schilderingen. De verhoging waarop de troon stond werd omrand door opstaande tegels van marmer. De ruimte tussen de opstaande rand en de verhoging werd als reservoir gebruikt waarin olijfolie werd bewaard. De Griekse reiziger en geograaf Pausanias (circa 110-180 n.Chr.) aan wie we de omschrijving van het standbeeld danken, beschreef ook de bewaring van het beeld. Het gehele beeld werd voortdurend besprenkeld met olijfolie om zo de vochtbalans in het houten beeld constant te houden.
Er zijn geen tekeningen bewaard gebleven van het werkelijke uiterlijk van het beeld, afgezien van de voorstellingen op munten. Er is geen enkele replica bekend van het beeld ter wereld.
Wereldwonder
Het grote en royaal ingelegde beeld van Zeus wekte zoveel interesse op dat het door reizigers werd benoemd als een wereldwonder. Hierdoor ontstonden er lijsten met bijzondere bouwwerken uit de wereld in de eerste en tweede eeuw v. Chr. Het beeld van Zeus kwam regelmatig op de lijsten voor die door verscheidene reizigers werden opgesteld. Uiteindelijk werd een definitieve lijst opgesteld getiteld: De zeven wereldwonderen van de antieke wereld. Naast het beeld van Zeus kregen ook de hangende tuinen van Babylon, de vuurtoren van Alexandrië, de piramide van Giza, de tempel van Artemis in Efeze, het mausoleum in Halicarnassus en de kolossus van Rhodos een plekje op de lijst.
Zeus bijna onthoofd
Het beeld van Zeus wekte niet bij iedereen interesse op. Volgens de Romeinse historicus Gaius Suetonius Tranquillus (circa 69-122 n.Chr.) gaf de Romeinse keizer Gaius Julius Caesar Augustus Germanicus 'Caligula' (12-41 n.Chr.) bevel alle beelden van Griekse goden, en dus ook het beeld van Zeus in Olympia, te verplaatsen uit Griekenland en te onthoofden. De keizer die bekend kwam te staan als een wrede, sadistische en perverse tiran werd zelf onthoofd voordat dit bevel kon worden uitgevoerd.
Vernietiging van het beeld
In 391 n.Chr. verbood de Romeinse keizer Theodosius I (346-395 n.Chr.) de Grieken om hun goden te aanbidden in de tempels en werden ze allemaal gesloten. De Tempel van Zeus viel in verval. De omstandigheden van het uiteindelijke vernietiging van het beeld zijn onbekend. Volgens de Byzantijnse historicus Georgios Kedrenos (omstreeks elfde eeuw n.Chr.) werd het beeld overgebracht naar de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk Constantinopel (de huidige stad Istanboel) in 475 n.Chr. Daar werd het beeld in Paleis van Lausus geplaatst. In 425 n.Chr. werden het paleis en het beeld van Zeus door een brand vernietigd.
Geen beeld, maar toch een datering?
De datering van het verdwenen beeld is afgeleid aan de vondsten die zijn aangetroffen in Phidias’ werkplaats. De werktuigen die werden gebruikt en restanten van mallen van onderdelen van het beeld dateren volgens archeologen uit het derde kwart van de vijfde eeuw v.Chr. Phidias had een kopje achtergelaten waarin stond geschreven: ik behoor tot Phidias. Door die woorden was duidelijk dat het de werkplaats betrof van de architect van het beeld van Zeus.