Middeleeuwen: Het bouwen van kathedralen
In veel Europese steden bevinden zich indrukwekkende middeleeuwse kathedralen. Het bouwen van een kathedraal duurde in de middeleeuwen doorgaans meerdere generaties. Een kathedraal had voor de mensen in de middeleeuwen een symbolische betekenis. Het was een verwijzing naar de Hemelse Stad, de plaats waar de heiligen woonden. In de middeleeuwen waanden bezoekers van kathedralen zich in het paradijs. Ze kwamen er in contact met God. De bouwmeester en de werklieden hebben een indrukwekkende prestatie geleverd. Met primitieve werktuigen wist men kathedralen te bouwen die ons ook nu nog veel vertellen over het leven en het geloof van de middeleeuwse kathedralenbouwers.
De vele in de middeleeuwen gebouwde kathedralen
In veel Europese steden verheffen zich de torens van in de middeleeuwen gebouwde kathedralen zich boven de hoogste moderne gebouwen. Volgens de historicus Jean van Grimpel werden er tussen 1050 en 1350 alleen al in Frankrijk tachtig kathedralen gebouwd. Voor de bouw van die kathedralen werden vele tonnen stenen uitgehakt.
Een kathedraal, een kerk waarin zich de zetel (cathedra) van een bisschop bevindt, lijkt een spiegel van het geloof en het leven van de mensen die het bouwen van de kathedraal mogelijk hadden gemaakt, want in de vele glas-in-loodramen van de kathedraal komen heiligen, engelen, koningen, edelen, ambachtslieden en boeren voor.
Een te bouwen kathedraal kende een onzekere financiering, want de bouw werd betaald met uit toevallige en min of meer spontane giften afkomstig geld. De stad waar een kathedraal gebouwd werd was vaak bescheiden. Zo telde Chartres tijdens de bouw van de kathedraal slechts 9.000 inwoners. Niet zelden stokte de geldstroom en vertrokken de in baar geld betaalde werklieden. Het bouwen van een kathedraal duurde daarom niet zelden meerdere generaties.
De gotische kathedraal, een Stad Gods op aarde
Voor de gelovigen symboliseerde een middeleeuwse kathedraal de Stad Gods. De kathedraal was de stad Gods op aarde. Bovendien verwees een kathedraal, met zijn portaal met drie poorten en zijn vele ramen met gebrandschilderd glas, die deden denken aan de kleuren van halfedelstenen, naar de Hemelse Stad, het nieuwe Jeruzalem, waar de heiligen hun woning hadden.
De Hemelse Stad, het nieuwe Jeruzalem, wordt beschreven in de Openbaringen van Johannes de Evangelist als 'een stad met een hoog verheven muur met drie poorten aan alle vier de zijden.' Ook staat in de Openbaring vermeld dat 'de muur was opgebouwd uit jaspis en de stad was zuiver goud, als helder glas. En de fundamenten van de stad werden versierd met allerlei soorten edelstenen.'
Voor de gelovigen, gewend aan kleine, houten huizen van een verdieping, met pleisterwerk en riet, moet een gotische kathedraal, die reproductie van de Hemelse Stad, met zijn vele glas-in-loodramen en zijn ijle hoogte, geleken hebben op een visioen, een blik in het paradijs. Een gotische kathedraal, met zijn priesterkoor dat gebaad werd in een mysterieus licht, gezeefd door de overwegend rode en blauwe delen van de glas-in-loodramen, was in de middeleeuwen ongetwijfeld een manier om met God in contact te komen. God trad de kathedraal binnen als de morgenzon. Het grote roosvenster aan de oostzijde van de kathedraal werd gezien als de architectonische vertaling van die gedachte.
Tempel in Jeruzalem /
Bron: Jean Fouquet, Wikimedia Commons (Publiek domein)De tempel in Jeruzalem
In Jeruzalem werd, zo is te lezen in bijbelse verslagen, door Salomo een tempel gebouwd. Die tempel werd verwoest door de heidense Romeinen. Door de bouwers van de middeleeuwse kathedralen werd de tempel niet vergeten. De afmetingen van de verwoeste tempel in Jeruzalem zouden een schaal van ideale proporties leveren. Door kunstenaars werd de tempel in Jeruzalem afgebeeld in de bouwkundige stijl van hun eigen tijd. De Franse schilder Jean Fouquet (1420-1482) beeldde de tempel in Jeruzalem af als een bouwwerk in gotische stijl, met een overdaad aan beeldhouwwerk. Steenhouwers hijsen, onder het toeziend oog van Salomo zelf, de gehakte stenen op de plaats van bestemming.
Het bouwen van een kathedraal
Het bouwterrein
De bouw van een kathedraal begon met het bepalen van het bouwterrein. Omdat het bij het bouwen van een kathedraal vaak ging om de vervanging van een bestaand gebouw was de bouwgrond vaak al beschikbaar. Soms moest er grond worden bijgekocht. Restanten van de oude bebouwing die bij de nieuwbouw in de weg konden staan, werden gesloopt. Bij aanvang van de bouw van een kathedraal werden op het bouwterrein de essentiële maten uitgezet.
De bouwtekeningen
Tot aan het begin van de dertiende eeuw werden er geen bouwtekeningen (tekeningen waarmee werkelijk kon worden gebouwd) gebruikt. De bouwmeester (architect) gaf de benodigde aanwijzingen.
De toepassing van bouwtekeningen op schaal, vanaf de dertiende eeuw, veranderde praktijk van het ontwerpen en het bouwen ingrijpend. De ontwerpende architect (bouwmeester) was minder nodig op de bouwplaats. Hij werd steeds minder ambachtsman. Bij de bouw van de kathedraal in Amiens zijn waarschijnlijk bouwtekeningen gebruikt (die verloren zijn gegaan). De architect liet niet, zoals gebruikelijk was, de fundering in kleine delen bouwen (ieder pijler een eigen fundering). Hij liet de fundering van de kathedraal als een geheel bouwen. Een rasterpatroon zorgde dat de onderdelen onderling verbonden werden.
Sjablonen
Bij de bouw van de kathedraal van Amiens werd op grote schaal gewerkt met sjablonen. Onderdelen, zoals kapitelen, werden als een blok door de steengroeve aangeleverd. In enkele fasen werden ze uitgehakt. Door gebruik te maken van sjablonen konden gelijke onderdelen ook werkelijk identiek worden geproduceerd. Hierdoor nam de kwaliteit van het werk toe.
Bouwen in lagen
Door het metselwerk en de merktekens die de steenhouwers hebben achtergelaten te bestuderen, kan bepaald worden in welke volgorde een kathedraal vermoedelijk werd gebouwd. De kathedraal van Chartres werd waarschijnlijk, vanaf bestaande funderingen, horizontaal in lagen opgebouwd, in circa dertig bouwperiodes. Er werd niet gewerkt met nauwkeurige bouwtekeningen. Met behulp van houten of metalen modellen en mallen van de bouwmeester kon iedere laag worden voltooid.
middeleeuwse hijskraan /
Bron: Marie Reed, Wikimedia Commons (Publiek domein) De gebruikte werktuigen
Als de te bouwen kathedraal hoger werd, bouwde men stevige steigers en hijsmachines. De hijsmachines werden aangedreven door reusachtige houten raderen. Binnen een groot rad konden vijf werklieden lopen. Om een lading stenen naar een volgende verdieping te brengen waren circa 300 stappen nodig.
Ander werktuigen die door de werklieden werden gebruikt: door waterkracht aangedreven zagen en hamers, takelblokken en katrollen, drilboren en draaibanken.
Aanbrengen van de gewelven
Na voltooiing van de muren en de zuilen brachten de metselaars de stenen gewelven onder het houten dak aan. Er werd begonnen met het construeren van een houten geraamte. Vervolgens werden er reusachtige, boogvormige formelen (houten constructie waarop een gewelf gemetseld werd) opgehesen en op steigers geplaatst. Op de formelen werd modder gegoten. De formelen werden vervolgens geboetseerd in de vorm van het gewelf. Op de met modder bestreken formelen werden de met touwen opgehesen stenen ribben geplaatst. De ribben werden vastgeklemd met een sluitsteen. Voorzichtig bracht men tussen de ribben de stenen gewelfvelden aan. Na de modder van de formelen te hebben verwijderd, werd het gewelf bedekt met een tien centimeter dikke laag kalkmortel, om scheuren tussen de formelen te voorkomen. De metselaars moesten alleen nog wachten tot alles droog was.
Lees verder