Spionagegroep Albrecht

Spionagegroep Albrecht Spionagegroep Albrecht ontstond in 1942 nadat voormalig luitenant Henk de Jonge als geheim agent gedropt was boven Drenthe. De Jonge richtte de groep Albrecht op – naar zijn schuilnaam Albrecht van Florijs – en slaagde erin een enorm spionagenetwerk op te bouwen dat uiteindelijk 800 medewerkers zou tellen. Zij verzamelden vooral militaire gegevens die naar Bureau Inlichtingen in Londen werden gestuurd.

Gedropt in Drenthe

In 1942 wilde de gereformeerde rechtenstudent Henk de Jonge zich aansluiten bij het verzet. Hij probeerde medestudenten over te halen zijn voorbeeld te volgen, maar zij hadden geen belangstelling. Daarop staakte hij zijn studie aan de VU en trok door bezet gebied naar Spanje. Na deze gevaarlijke reis voer hij eerst naar Curaçao en daarna naar New York. Hier vond De Jonge een schip dat naar Engeland ging en toen hij daar aankwam, vervoegde hij zich bij de regering in ballingschap met de mededeling dat hij verzetswerk wilde doen. Bureau Inlichtingen benoemde hem tot geheim agent en zo kwam het dat hij in de nacht van 11 op 12 maart weer op vaderlandse bodem landde.

De Jonge had een telefoniezender bij zich om informatie door te geven aan Bureau Inlichtingen onder de codenaam Albrecht. Dit werd ook de naam van de spionagegroep die De Jonge in bezet gebied oprichtte. Hij verzamelde honderden medewerkers om zich heen die vooral militaire gegevens aanleverden, onder andere over de Duitse versterkingen in het westen van Nederland en over vliegveld Deelen. De leider van Albrecht verwachtte dat de geallieerden op de Nederlandse kust zouden landen en gebruik zouden maken van het vliegveld.

Arrestatie

Het lukte echter maar af en toe om informatie door te geven met de telefoniezender en daarom besloot De Jonge om zelf naar Engeland te gaan. Hij liet microfilms maken van de militaire gegevens en de kaarten die gemaakt waren, verpakten ze als een pakje boterhammen en hij trok naar Toulouse. Via Spanje wilde hij oversteken naar Engeland. Maar in de Pyreneeën werd de Engelandvaarder gearresteerd door agenten van de SD. Zij ontdekten de microfilms en De Jonge kreeg de doodstraf wegens spionage. Tot een voltrekking van het vonnis kwam het niet: de geheim agent verdween als Nacht und Nebel-gevangene en overleefde de oorlog.

De Jonge had er rekening mee gehouden dat hij niet zou terugkeren, en de gereformeerde student J.A. van Arkel als zijn opvolger aangewezen. In oktober 1943 werd ook hij gearresteerd, waarna de leden van Albrecht besloten onder een driehoofdige leiding verder te gaan. Zij benoemden daartoe Th. J.A.M. van Lier, C.C. van den Heuvel en mr. C. Brouwer. Het was vooral de jurist Brouwer die ervoor zou zorgen dat Albrecht uitgroeide tot een van de beste spionagegroepen van het land.

Codeberichten naar Londen sturen

De nieuwe leiders verdiepten zich allereerst in de wijze van verzending van de verzamelde gegevens naar Bureau Inlichtingen. Zij besloten gebruik te maken van de Zwitserse weg, een route waarbij berichten via Genevè naar Engeland gesmokkeld werden, en van de diensten van een topman van Philips die van de Duitsers af en toe naar Zwitserland mocht reizen. Albrecht maakte ook – illegaal – gebruik van het eigen telefoonnet van de Provinciale Noordbrabantse Elektriciteitsmaatschappij. Technici hadden de spionagegroep sleutels van schakelhuisjes geleverd, zodat ze vrij konden bellen. De bezetter controleerde dit bedrijfsnet niet. Albrecht gebruikte ook het eigen net van de elektriciteitsmaatschappij in Limburg en tot half november 1944 de lijn Bennekom-Nijmegen.

Het nadeel van de eerste twee methoden was dat het lang duurde voor de informatie bij Bureau Inlichtingen aankwam. De leiders van Albrecht waren dan ook erg blij toen zich twee marconisten met een eigen zender bij de groep voegden. Zij werden gestationeerd in de Biesbosch, van waaruit ze codeberichten naar Londen verstuurden. Albrecht kreeg een eigen kantoor in Rotterdam. Toen de afstand tussen Rotterdam en de Biesbosch bezwaarlijk werd, verplaatste Albrecht de zenders naar Rotterdam. Vandaaruit was zes uur per dag contact met Londen mogelijk.

Circa honderd koeriers brachten de verzamelde militaire en economische gegevens naar Rotterdam. Na de Spoorwegstaking in september 1944 waren zij aangewezen op de fiets. Het was lastig om aan goede fietsen te komen. Banden waren wel voorradig: de regering in Londen liet ze droppen op diverse plaatsen in ons land. Albrecht zorgde voor extra levensmiddelen zodat de koeriers de lange fietstochten vol konden houden.

Verbinding via de Biesbosch

Tijdens het laatste oorlogsjaar bestond de groep Albrecht uit 800 leden. Een groot deel werkte als verkenner en verzamelde informatie over Duitse troepenbewegingen, het transport en afschieten van V-wapens en de gebouwen waar de Duitse legerleiding zat. Albrecht kon hierdoor meer dan 2000 rapporten en 250 schetskaarten naar Londen sturen. Hoofdinspecteur Banning van Volksgezondheid zorgde voor informatie over de fysieke gesteldheid van de bevolking.

In oktober 1944 verhuisde het Albrechtkantoor naar Boskoop, omdat de leiding vermoedde dat de bezetter op de hoogte was van het zendadres. Marconist Mooiweer besloot om vanuit de Achterhoek en Friesland te gaan uitzenden.

De spionagegroep voorzag in de Hongerwinter niet allen Bureau Inlichtingen in Londen van belangrijke informatie, maar ook het gelijknamige bureau in Eindhoven. Medewerkers gaven vanuit Geertruidenberg telefonisch berichten door die koeriers vanuit Rotterdam aanleverden. Dit werd moeilijker toen de Duitsers strenger gingen controleren. In plaats van koeriers namen daarom postbodes de enveloppen mee naar het afleveradres. Aan deze manier van verzenden kwam een einde toen de bezetter besloot de postzakken van postbodes na te kijken op het veer Gorinchem-Werkendam en tussen de post enveloppen van Albrecht ontdekte.

Brouwer besloot daarop een verbinding tot stand te brengen via de Biesbosch. Een groep van twaalf verzetsstrijders die zeer goed thuis was in het natuurgebied bracht vanuit Werkendam of Sliedrecht enveloppen van Albrecht naar bevrijd gebied. Het waren gevaarlijke tochten, fysiek zeer zwaar, die ook bij slecht weer moesten doorgaan. Met de roeiboten en kano’s voeren geallieerde piloten (airbornes), illegale werkers en mensen die moesten helpen met de wederopbouw van het bevrijde zuiden mee. Op de terugreis namen de crossers geheim agenten en ingenieurs van Rijkswaterstaat mee, evenals wapens, zendapparatuur en insuline. Albrecht heeft in totaal 374 crossings georganiseerd, waarvan de meeste succesvol waren.
© 2018 - 2024 Mh1903, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Biesboschcrossings tijdens de Tweede WereldoorlogBiesboschcrossings tijdens de Tweede WereldoorlogTussen de Boven-Merwede en het riviertje de Amer ligt de Biesbosch, een natuurgebied dat bestaat uit kreken, moerassen,…
Rijke mensen en hun geheim tot succesRijke mensen en hun geheim tot succesRijke mensen zijn juist zo rijk omdat ze het geheim van hun succes vaak zo goed weten te bewaren. Doorgaans hebben zij e…
Renaissancecomponist John BullRenaissancecomponist John BullDe renaissance was een interessante periode in de geschiedenis, gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor kunst…
Vader en zoon (Albrecht)Vader en zoon (Albrecht)In de middeleeuwen speelde in Holland en Utrecht de hoekse en kabeljauwse twisten. Deze twisten waren oorspronkelijk ont…

De historie en ontwikkeling van DrachtenDe historie en ontwikkeling van DrachtenVroeger stonden er veel molens in de Friese plaats Drachten. Dit waren verschillende soorten molens en deze stonden lang…
Geschiedenis van vrouwenrechten in NederlandGeschiedenis van vrouwenrechten in NederlandDe geschiedenis van vrouwenrechten is altijd al een belangrijk onderwerp in de geschiedenis van de mensheid geweest. Ech…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: RAF, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 6. Den Haag, 1975.
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 7. Den Haag, 1976.
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 10b, Den Haag, 1981.
Mh1903 (118 artikelen)
Gepubliceerd: 05-07-2018
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.