Vader en zoon (Albrecht)
In de middeleeuwen speelde in Holland en Utrecht de hoekse en kabeljauwse twisten. Deze twisten waren oorspronkelijk ontstaan uit de conflicten tussen moeder (Margaretha II van Henegouwen) en haar zoon (Willem V). De verschillende partijen bleven echter ook na de dood van Margaretha II en de vervanging van Willem V doorgaan met twisten. De vervanger van Willem V was Albrecht van Beieren. Albrecht probeerde boven de partijen te staan maar werd toch meegetrokken in de twisten. Albrecht kreeg eerst te maken met een opstand van de kabeljauwen. Toen hij deze opstand neer had geslagen werd zijn geliefde vermoord door de hoeken. Tot overmaat van ramp was ook zijn zoon bij deze moord betrokken. Dit is het tweede deel in de geschiedenis van de hoekse en kabeljauwse twisten.
De krankzinnige graaf
In 1357 had de graaf van Holland en Zeeland, Willem V tijdens een toespraak op een feest één van zijn edelen doodgeslagen. Men trok hieruit de conclusie dat graaf Willem V krankzinnig was geworden. Graaf Willem V werd opgesloten in een kasteel in Henegouwen (Noord-Frankrijk). Een graaf kon echter niet afgezet worden. Om deze reden werd de broer van Willem V gevraagd om de taken van Willem V waar te nemen. Een vervanger werd een ruwaard (= rust bewaarder) genoemd. Deze broer van Willem V was Albrecht van Beieren. De overgang van graaf Willem V naar ruwaard (en na het overlijden van Willem V in 1389 graaf) Albrecht ging echter niet zonder slag of stoot en betekende een voortzetting van de hoekse en kabeljauwse twisten onder deze nieuwe ruwaard.
Hoeken en kabeljauwen
De kabeljauwse partij bestond uit edelen en een aantal steden. Deze edelen en steden hadden voor 1350 niet veel macht gehad in de graafschappen Holland en Zeeland en kozen voor Willem V die hun meer privileges en macht zou geven. In 1350 steunde de kabeljauwse partij Willem V in zijn strijd tegen zijn moeder gravin Margaretha II van Henegouwen met een staatsgreep. De hoeken aan de andere kant waren aanhangers van Margaretha II van Henegouwen (de moeder van Willem V). De hoekse partij bestond grotendeels uit edelen die voor 1350 veel macht in de graafschappen Holland en Zeeland hadden. Zij waren voor behoud van de macht van de oude adel.
Verzoening tussen Willem V en de hoeken
In de strijd die volgde na de staatsgreep van Willem V waren vele hoekse edelen verbannen en hun grond door graaf Willem V in beslag genomen en aan edelen van de kabeljauwse partij gegeven. Na de overwinning op zijn moeder in 1355, verzoende Willem V zich echter weer met de hoekse partij, en gaf veel grond weer terug aan de hoekse edelen. De kabeljauwen waren hier zacht gezegd niet blij mee.
Albrecht van Beieren
Albrecht werd ruwaard in deze graafschappen Holland en Zeeland. De kabeljauwse edelen echter accepteerde de overname van ruwaard Albrecht niet en kwamen tegen hem in opstand. Ruwaard Albrecht had nog maar net de macht van zijn broer overgenomen of het eerste probleem diende zich al aan. Het grafelijke zegel en andere belangrijke documenten werden bewaard door Floris van Borselen in zijn kasteel in Heusden. Deze Floris was aanhanger van de kabeljauwse partij. Hij weigerde het grafelijke zegel over te dragen. Albrecht had geen keus dan het kasteel van Heusden te belegeren. De soldaten bijeen brengen, voor de belegering van Heusden, leverde het volgende probleem op voor Albrecht. Een staand leger van soldaten bestond in deze tijd nog niet. De graaf moest de edelen in het graafschap oproepen om voor hem met soldaten te komen vechten. Vele edelen (voornamelijk van de kabeljauwse partij) weigerden. Albrecht moest verschillende malen dwangbevelen en waarschuwingen sturen naar de edelen en steden van het graafschap om soldaten te eisen. Op 1 september 1358 werd begonnen met het beleg en zou duren tot 20 februari 1359.
Terwijl Albrecht nog bezig was met de belegering van Heusden organiseerde hij een groot feesttoernooi in Henegouwen (Noord-Frankrijk). Hij zou het graafschap Holland en Zeeland tijdens zijn afwezigheid over laten aan vier vertegenwoordigers (baljuws). Deze commissie van vier baljuws bestond uit twee hoeken en twee kabeljauwen. Voordat Albrecht echter kon vertrekken werd er op 7 oktober 1358 een moordaanslag gepleegd op de baljuw in Noord-Holland. Deze baljuw was Reinoud I van Brederode en was van de hoekse partij. De aanslag mislukte en Reinoud overleefde de aanslag ternauwernood. De daders van de aanslag waren van de kabeljauwse partij en verstopte zich in het kasteel van Heemskerk en de stad Delft. Dit was volgens Albrecht een aanslag op zijn macht. Reinoud belegerde met behulp van de teruggekeerde Albrecht het kasteel van Heemskerk dat zich op 24 maart 1359 overgaf.
Hierna was in april 1359 het kabeljauwse bolwerk Delft aan de beurt. Na de overgave van Delft aan Albrecht moesten alle Delftse mannen volgens de legende op blote voeten naar Den Haag lopen en werden zij gemarteld met de zweep. De Delftse vrouwen moesten in hun beste kleren en met losse haren dezelfde route afleggen en smeken voor het leven van hun mannen.
Aleid van Poelgeest
Nu de macht van ruwaard Albrecht redelijk stevig gevestigd was kwam er een periode van 30 jaar relatieve rust in de conflicten tussen Hoeken en kabeljauwen. Hoewel de kabeljauwse partij in opstand was gekomen tegen Albrecht probeerde hij zoveel als mogelijk boven de twisten van de partijen te staan en niet één kant te kiezen. Albrecht deed dit door regelmatig de belangrijkste edelen aan het grafelijke hof in Den Haag te vervangen. Het ene moment werd Albrecht omringd met Hoekse edelen; het andere moment verving Albrecht bijna alle hoekse edelen met kabeljauwse edelen. In 1386 stierf de vrouw van Ruwaard Albrecht. Drie jaar later, in 1389 overleed de gevangen gestoorde graaf Willem V, waardoor Albrecht eindelijk graaf van Holland en Zeeland werd.
Albrecht had na de dood van zijn vrouw vele minnaressen. Eén van deze minnaressen was Aleid van Poelgeest. Aleid kwam uit een hoekse adellijke familie. In de nacht van 21 op 22 september 1392 waren Aleid en Willem Cuser aan het wandelen op het grafelijke complex wat wij tegenwoordig kennen als het Binnenhof en omgeving. Willem Cuser was een vertegenwoordiger van de kabeljauwse partij. Tijdens deze wandeling werden Aleid van Poelgeest en Willem Cuser overvallen door hoekse soldaten en beiden vermoord.
De reden voor deze dubbele moord is nooit opgehelderd. Er zijn een aantal speculatieve verklaringen voor deze moord. De eerste verklaring zou zijn dat de invloed van Aleid op Albrecht heel groot zou zijn en dat Aleid, ondanks haar afkomst uit een hoekse familie, sympathieën voor de kabeljauwen had. Aleid zou met haar invloed hoekse edelen bij Albrecht hebben weggehouden. De tweede verklaring zou zijn dat de moord op Aleid een kwestie was van “op de verkeerde plaats op het verkeerde tijdstip”. Het doelwit van de moord was de kabeljauw Willem Cuser geweest en niet Aleid. Een derde verklaring voor de moord zou zijn geweest dat Aleid en Willem Cuser een affaire hadden. Albrecht zou hierachter zijn gekomen en de opdracht hebben gegeven om ze beiden te vermoorden. De vierde verklaring voor de moord zou zijn dat Aleid van Albrecht cadeautjes ontving. Zo had ze van Albrecht het grondgebied “Ter Hoecke” gekregen. De familie van de vorige (overleden) edelman was hier woedend over. Het bestuur en de macht over een grondgebied werd normaal gesproken overgeërfd. In plaats van dat Albrecht dit grondgebied aan de nabestaanden (het geslacht De Blote) had gegeven, had hij dit grondgebied cadeau gedaan aan zijn minnares Aleid. De hoofdschuldigen van de moorden waren toevalligerwijs de broers Gerrit en Dirk de Blote.
Wat de reden voor de moord ook was geweest, de wraak van Albrecht voor de moorden was fors. De directe betrokkenen en indirect betrokkenen werden verbannen en hun eigendommen in beslag genomen. Albrecht beloofde tevens dat hij wraakacties van de families van Aleid en Willem Cuser niet zou bestraffen. Vele mensen vonden bij deze wraakacties de dood.
Willem VI
De moord op Aleid en Willem Cuser had voor Albrecht een extra wrange nasmaak achtergelaten. Eén van de personen die indirect betrokken was geweest bij de moord op Aleid en Willem Cuser was namelijk de zoon van Albrecht uit zijn huwelijk, Willem VI. Ook Willem VI moest vluchten voor de wraak van zijn vader. Het duurde tot 1394 totdat Albrecht weer iets gekalmeerd was en zich verzoende met zijn zoon Willem VI. Vele hoekse edelen konden hierna dankzij voorspraak van Willem VI weer terugkeren naar Den Haag.
In de jaren negentig van de 14de eeuw, voor en na de moord op Aleid in 1392, steeg de macht van de kabeljauwse edelman Jan V van Arkel tot grote hoogte. Hij gold als de voornaamste raadsman van Albrecht. Samen met Albrecht had Jan V van 1396 tot 1401 tegen de Friezen gevochten. Jan V had echter grote problemen met de zoon van Albrecht, Willem VI. De invloed en macht van Willem VI werd na zijn verzoening met zijn vader steeds groter terwijl de invloed van Jan V afbrokkelde.
Na een conflict tussen Willem VI en Jan V weigerde laatstgenoemde nog te vechten voor het graafschap Holland. Jan V was heer van het land van Arkel. Het land van Arkel was gelegen tussen de rivier de Merwede, het huidige Everdingen, de rivier de Linge en de rivier de Lek. Het was een machtig en rijk gebied. Tussen 1401 en 1412 werd er oorlog gevoerd tussen het graafschap Holland (met bondgenoten Utrecht en Gelderland) en het land van Arkel, met als uitkomst de overwinning van graaf Willem VI die zijn vader in 1404 was opgevolgd als graaf van Holland en Zeeland.
Met het aantreden van Willem VI als graaf van Holland en Zeeland en de overwinning op de machtige kabeljauwse edelman Jan V was de hoekse partij onder aanvoering van Willem VI weer oppermachtig in het graafschap. Dit is echter niet het einde van de hoekse en kabeljauwse twisten.
Lees verder