Het ontstaan van Rome
Over de stichting van Rome zijn twee verhalen te vertellen: het mythologische verhaal met Romulus en Remus en het historische verhaal, gebaseerd op archeologisch onderzoek.
Het mythologische verhaal van de stichting
De Trojaan Aeneas - zoon van de godin Venus en de sterveling Anchises - moest vluchten toen zijn stad werd ingenomen door de Grieken dmv de list met het Houten Paard. Hij kreeg van de goden de opdracht in het Westen een nieuw Troje te stichten. Met zijn manke vader Anchises op zijn rug en zijn zoontje Julus aan zijn hand verlaat hij Troje om uiteindelijk in Italië te belanden. Daar sticht hij de stad Lavinium.
Vanuit Lavinium sticht Julus op zijn beurt weer een nieuwe stad: Alba Longa. Na enkele generaties ontstaat daar ruzie tussen twee broers: de goede koning Numitor wordt uiteindelijk verjaagd door zijn slechte broer Amulius. Deze laatste zorgt ervoor dat Numitor geen bedreigende afstammelingen meer kan krijgen: hij maakt diens enige dochter Rhea Silvia een Vestaalse Maagd.
De god Mars begeert haar echter en verwekt een tweeling: Romulus en Remus. Omdat dit natuurlijk een clandestiene bevalling is geweest wordt de tweeling in een rieten mandje op de rivier de Tiber gezet. Het mandje drijft (stroomopwaarts!) naar het Noorden en blijft in een moerassig gebied tussen een aantal heuvels steken tussen de wortels van een vijgenboom, de Ficus Ruminalis. Een wolvin (lupa) die vlakbij in een grot in één van de heuvels woont (de Lupercal) en die net haar welpjes is kwijtgeraakt hoort het gekrijs van de hongerige baby’s en besluit de kinderen te voeden met haar moedermelk.
Als ze later gevonden worden door een herder zijn ze dik en welvarend: fijne wolvenjongens! Eenmaal volwassen willen ze graag een stad stichten op de plaats waar ze gevonden zijn. Ze doen dit in het jaar 753vC. op 1 april.
Nu splitst het verhaal zich: de ene versie zegt dat Romulus zijn broer doodt als deze laatste hem bespot om de geringe hoogte van de muur van zijn stad. (Beide broers hebben elk een stad gesticht). De andere versie gaat uit van een ruzie om de vraag wie koning mag zijn van de reeds gebouwde stad (één stad!). De vogeltekens hieromtrent waren niet eenduidig. In de ontstane ruzie sneuvelt Remus.
Om bewoners naar zijn stad te lokken stelt Romulus een asylplaats in aan de voet van de heuvel de Capitool. Iedereen die daar komt is vrij van rechtsvervolging. Om ook te zorgen voor bewoners na één generatie beraamt Romulus een list: hij nodigt de bewoners van de naburige Sabijnse dorpen uit om te gaan kijken naar sportwedstrijden. Deze goede lieden worden onaangenaam verrast als op een teken van Romulus de Romense bandieten naar voren springen en hun dochters grijpen, meesleuren en niet meer uit handen geven.
Als de Sabijnen na een maand of 10 terugkomen om de meisjes terug te halen ontstaat er een enorm gevecht de voormalige maagden zien dit met lede ogen aan: òf hun vaders en broers winnen de strijd en dan zitten zij zonder echtgenoten en vaders voor hun net geboren kinderen, òf de Romeinen winnen en dan zijn hun naaste bloedverwanten de klos. De meisjes rennen naar beneden. De vrede wordt getekend en de twee volkeren smelten samen. De opvolger van Romulus zou een Sabijn moeten worden, daarna weer een Romein, etc.
Nu de historische werkelijkheid
De eerste bewoning van de Palatijn heeft inderdaad plaatsgevonden rond het begin van de 8e eeuw vC. De plaats was logisch gekozen: goed verdedigbaar en precies op de kruising van de Tiber (doorwaadbare plaats) en de Via Salaria, de zoutweg. (Sal=zout) Zout is essentieel voor de instandhouding van het menselijk lichaam en daarom ook heel duur. Loon werd vaak uitbetaald in zout (vgl. salaris). Het jonge Rome kon dus makkelijk tol gaan heffen op die plaats.
De Palatijn maakt deel uit van een hoogvlakte van vulkanische gesteente, tufsteen. Dit spul is van buiten hard, maar vanbinnen niet: je krabt het zo weg. Pas door aanraking met zuurstof wordt het weer hard. De Tiber overstroomde vaak en sleet zo makkelijk rivierdalen uit in deze hogvlakte. Op die maner ontstonden de 7 heuvelen van het latere Rome. Van deze heuvels zijn de Palatijn en de Capitool (met 2 toppen) de belangrijkste. In het gebied tussen de heuvels was een moeras. Op de heuvels tegenover de Palatijn bevonden zich Sabijnse dorpjes. Het onderlinge contact was moeilijk tgv het moerassige karakter van het middenstuk.
Toen eenmaal dat middenstuk was gedraineerd dmv een groot riool, de zgn Cloaca Maxima, aangelegd door de Etrusken aan het eind van de Koningstijd, kon daar handel worden gedreven en kon men elkaar ontmoeten voor de eredienst van de goden. Het Forum Romanum was geboren en daarmee de voorwaarde geschapen voor de groei van deze toekomstige wereldstad. De Sabijnse dorpen en de nederzetting op de Palatijn groeiden samen. (vgl, de mythe van de Sabijnse maagdenroof, waarbij ook sprake is van een samensmelting).
© 2008 - 2024 Scheerbajes, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De stichting van RomeToen Romulus en Remus volwassen waren wilden ze een stad stichten op de plaats waar ze zijn achtergelaten bij de rivier.…
Romulus en de maagdenroofRome, het heeft een magische klank. Ontstaan door het samengroeien van enkele boerendorpjes. Voor de donkere dagen is he…
De geschiedenis van FlorenceFlorence was een Romeinse colonia, gesticht door Caesar. Romeinse afkomst nog te zien in het ‘grit-pattern’ van het stra…