Geschiedenis van het spijkerschrift
Tussen 3300 en 2900 v. Chr. vond het Sumerische volk het spijkerschrift uit om het schrijven op kleitabletten gemakkelijker te maken. Daarmee werd dit het eerste echte en oudste schrift uit de geschiedenis. Het heeft abstracte, wigvormige karakters die 'spijkers' worden genoemd en die met een stift in de klei werden gedrukt. Het spijkerschrift en het kleitablet werden een groot succes en zouden zich door de eeuwen heen vanuit Mesopotamië over grote delen van het Midden-Oosten verspreiden.
Artikelindeling
Van beeldschrift naar tekens
Al sinds het 8ste millenium v. Chr. hielden mensen in Mesopotamië een eenvoudige boekhouding bij om zicht te houden op hun voorraden. Daarbij maakten ze gebruik van kleine hompen of stukken klei en eenvoudige symbolen. In de loop der tijd kwamen er echter steeds meer vormen van handel, waardoor de behoefte aan het opstellen van contracten toenam. Onder druk hiervan werden de gebruikte stukken klei groter en groeiden uit tot kleitabletten. Ondertussen ontwikkelden de eenvoudige symbolen zich steeds meer tot een beeldschrift.
Het probleem met schrijven in klei is dat het met elk denkbaar schrijfgerei problematisch is om gebogen lijnen te maken. Het kan wel, maar maakt het schrijfwerk tot een traag en vermoeiend proces. Omdat dit niet erg was zolang de vraag naar geschreven documenten laag bleef, is het beeldschrift toch nog millenia lang in gebruik gebleven. Daarbij werden de tekens in de klei gekrast met een naald.
Gedurende het 4de millenium v. Chr. nam de behoefte om dingen te noteren echter opnieuw flink toe. Teksten werden nu zo lang en gecompliceerd, dat het bleedschrift niet meer bruikbaar was. Daarop besloten de
Sumeriërs, een volk uit Mesopotamië, als eerste om de symbolen van het beeldschrift om te vormen tot abstracte tekens die alleen uit korte, rechte lijnen bestonden. Zo ontstond het oudste schrift uit de geschiedenis van de mensheid: het spijkerschrift.
Wil je meer weten over het ontstaan van het beeldschrift en het gebruik van kleitabletten lees dan het artikel:
Schrijven op kleitabletten, van hompje tot bibliotheek.
Ontwikkeling van het spijkerschrift en de stylus
Om het schrijfproces te bevorderen koos men om te beginnen nieuw schrijfgerei. Dit werd een stift die gemaakt was van riet en een
stylus wordt genoemd. Aan de onderkant van de stylus was een driehoek gesneden. Het schrijven gebeurde niet meer door in de klei te krassen, maar door de stylus er in te drukken. Zo konden lijntjes met driehoekige kopjes worden gevormd, die qua vorm sterk doen denken aan spijkers. Vandaar dat we in Nederland zijn gaan spreken van spijkerschrift en noemen we de afzonderlijke tekens
spijkers.
Dat is niet in alle talen zo. Vaak, zoals in het Engels, spreekt men ook over het
cuneiforme schrift. Deze term is afgeleid van het Latijnse woord 'cuneus' dat 'wig' betekend.
Duitse vertaling van het spijkerschrift uit 1880. Klik op afbeelding voor vergroting. /
Bron: Carl Faulmann (1835-1894), Wikimedia Commons (Publiek domein)
Het spijkerschrift was direct gebaseerd op het oude beeldschrift. De tekens waren een geabstraheerde vorm van het originele symbool. Dat verkreeg men door het oorspronkelijke symbool eerst 90° te draaien zodat het plat kwam te liggen. Daarna probeerde men het zo goed mogelijk na te bootsen met een aantal inkepingen van de stylus. Eventueel werd het teken later nog wat vereenvoudigd.
Verbeteringen en kenmerken van het spijkerschrift
Ondanks alle vernieuwingen bleef het schrijfproces traag en vermoeiend. Daarom werd besloten de wiggen die in het schrift voorkwamen slechts een beperkt aantal kanten op te laten wijzen. Dan kon men sneller en gemakkelijker met de stylus werken. Deze kanten waren:
- verticaal van beneden naar boven
- horizontaal van rechts naar links
- schuin van rechtsonder naar linksboven
- schuin van rechtsboven naar linksonder
De enige uitzondering hierop was een naar links wijzende pijlpunt, die gemaakt kon worden door alleen de punt van de stylus in de klei te drukken.
Kleitabletten werden van rechts naar links beschreven.
Lange tijd was het spijkerschrift grotendeels een
syllabisch schrift, waarbij elk teken staat voor een lettergreep of, soms, voor verschillende lettergrepen tegelijkertijd. Daarnaast kwam het echter ook voor dat spijkers wel degelijk een heel woord verbeelden, waardoor het gedeeltelijk een zogeheten
logografisch schrift was. Het spijkerschrift zou niet minder dan zo'n 600 tekens gaan tellen.
Dit alles betekent dat het lezen van een kleitablet heel wat interpretatie vraagt. Niet alleen van ons, maar ook van de vroege Mesopotamiër. Er moest veel worden afgeleid uit de context. Zoveel dat er op sommige kleitabletten extra aanwijzingen zijn geschreven om de context duidelijk te houden.
Het eerste alfabet
Rond 1400 zou alles er een stuk gemakkelijker op worden. Toen vonden de Aramese bewoners van de Syrische kustplaats
Ugarit het
alfabetische spijkerschrift uit, met een teken voor elke klank. Plotseling had men genoeg aan slechts 31 tekens. Men kan zich voorstellen hoe revolutionair dat was voor de mensen uit die tijd. Vanzelfsprekend zou dit veel gemakkelijkere schrift het oude, syllabische schrift helemaal verdringen. Het spijkerschrift begon nu pas echt aan een opmars door het Midden-Oosten.
Verschillende soorten spijkerschrift
Dit alles wilde echter niet zeggen dat het spijkerschrift overal exact dezelfde vorm kreeg. De tekens die tot het schrift behoorden waren niet eenduidig vastgesteld en konden naar tijd en plaats verschillen. Aanvankelijk had iedere regio of stadstaat zelfs zijn eigen variant. Dat bleek echter niet werkbaar, waardoor er uiteindelijk slechts twee varianten overbleven:
- Het Babylonische schrift voor het zuiden.
- Het Assyrische schrift voor het noorden.
Deze varianten behoorden niet geheel toevallig tot de twee belangrijkste machten uit het Mesopotamië van die tijd.
Sumerisch: namdubsa = vriendschap /
Bron: Stephen G. Brown, Wikimedia Commons (Publiek domein)Mesopotamische talen
In principe was het spijkerschrift bruikbaar voor alle talen en er bestaan dan ook genoeg kleitabletten met teksten in streektalen. Toch zou het schrift altijd verbonden blijven met de
oudste taal die ermee werd geschreven, namelijk het
Sumerisch. Teksten in deze taal zouden nog lang onder alle culturen van het Midden-Oosten blijven circuleren, net als bij ons het Latijn nog lang in gebruik bleef naast de volkstaal.
In latere tijden zou iets vergelijkbaars ook gaan gelden voor teksten uit Babylonië die in het
Akkadisch waren geschreven. Na de opkomst van het alfabetische schrift zou het
Aramees, de taal waarop dit schrift was geënt, de meest courante taal worden.
Getallen in het spijkerschrift
Nummers kregen hun eigen spijker. De Sumeriërs begrepen echter al dat je niet voor ieder cijfer een apart symbool hoeft te verzinnen, maar dat je hogere getallen kunt samenstellen door lagere cijfers samen te voegen. Het symbool voor het getal 37 bijvoorbeeld, bestond uit de symbolen voor de getallen 30 en 7. Ook de voor getallen gebruikte tekens waren niet in elke taal hetzelfde. De Sumerische nummertekens waren anders dan bijvoorbeeld later de Babylonische.
De Sumeriërs rekenden met een
zestigtallig stelsel. Het voordeel daarvan is dat het hoge deelgetallen heeft, waardoor er maar weinig breuken ontstaan. Dat is eigenlijk vooral gunstig voor hogere wiskundige berekeningen, maar toch werd het zestigtallig stelsel ook gangbaar in het alledaagse leven. Lees
hier meer over de wiskunde in Mesopotamië.
Babylonische nummers (klik op foto) /
Bron: Sugarfish, Wikimedia Commons (Publiek domein) Het cijfer 0
Lange tijd waren de Mesopotamiërs nog niet bekend met het cijfer 0 en hadden ze daar dus ook geen speciaal teken voor. Dat bracht bij de notatie van nummers veel verwarring met zich mee. Soms probeerde men het probleem op te lossen door een plaats open te laten waar wij een 0 zouden zetten, maar dat gaf evengoed verwarring omdat een open plek meerdere redenen kon hebben.
Het punt was dat door het ontbreken van de 0 notaties verschillende waarden konden hebben. Het getal 60 zou in een zestigtallig stelsel met nul geschreven worden als bij ons de 10, namelijk het spijker voor 1 met een 0 erachter. Zonder 0 krijgt het getal 60 echter precies hetzelfde spijker als het getal 1, al dan niet met een lege plek erachter. Vervolgens kon het betreffende spijker ook nog hogere getallen vertegenwoordigen, wanneer er twee of meer nullen achter hadden gehoord. Zo kon bovengenoemd spijker ook het getal 3600 vertegenwoordigen. Dat is namelijk 60x60 en zou in een stelsel met nul geschreven worden als bij ons de 100.
Gelukkig zou het getal 0 nog tijdens de bloeitijd van de Babyloniërs ontdekt worden. Toen kwam er alsnog een apart spijker voor.
Komma's en punten
Om alle verwarring over de notatie helemaal compleet te maken, gebruikte men ook geen komma's of punten om deelgetallen mee aan te geven. Men diende uit de context af te leidden welk getal er precies werd bedoeld. Dat was in bepaalde gevallen natuurlijk kansloos. Dan werd er door middel van tekst extra informatie toegevoegd om duidelijk te maken wat er werd bedoeld.
Het spijkerschrift in het gebruik
Al met al was het gebruik van spijkerschrift en kleitabletten een enorme vooruitgang voor de mensheid, maar nog lang niet ideaal. Daarom zou het ter zijner tijd (in de eerste eeuw na Chr.) ook vervangen worden door andere schrijfmedia waarop andere schriften beter bruikbaar waren. Dat neemt echter niet weg dat het spijkerschrift aan de basis heeft gestaan van alle latere schriften en dat het toch meer dan drie millennia lang in gebruik is geweest. Zover is ons eigen schrift nog lang niet.
Lees verder