Kruidendeskundigen uit een ver verleden
Ziek zijn is helaas van alle tijden. er zijn dan ook altijd mensen geweest die hun eigen én andermans kwalen probeerden te genezen. Sommige van die dokters, therapeuten, herboristen en andere autoriteiten zijn ons uit een ver verleden bijgebleven. In die duizenden jaren voor ons hebben al die mensen samen met vallen en opstaan ervaringen opgebouwd waar wij nu nog gebruik van maken. Wat korte portretten van die vroegere herboristen.
Hippocrates van Kos (460 v.Chr. - 359 of 377 v.Chr.)
geboren in Larissa Thessalië. De vader van de geneeskunde genoemd. Is een beroemd arts en plantkundige. Gaf onderwijs in de geneeskunde ten tijde van Perikles. Heeft de geneeskunde los van de natuurwetenschappen gemaakt. Zijn leer berust op de Numores, de lichaamsvochten. Hij voerde de artseneed in, die thans nog geldt. Hij schreef „Epidemieën", Aforismen, prognostica; lucht, water en plaats. Dit wordt tenminste aan hem toegekend.
Theophrastus (372 v.Chr. - 287 v.Chr.).
Ook Tyrtamos genoemd. Grieks wijsgeer en leerling van Aristoteles. Volgde Aristoteles op als hoofd van de school. Schreef naast veel wijsgerige werken „De Causis Plantarum".
Galenus.
Beroemd arts uit de Oudheid, circa 130 Pekgamon en gestorven 201 Rome. Studeerde geneeskunde in Smyrna, Korinthe, Alexandrie en Rome. Schreef commentaren op de werken van Hip-pocrates, poneert de stelling van het pneuma dat als psychikon, zoötikon en fysikon voorkomt. Heeft eeuwenlang zijn stempel op de geneesmiddelenleer gedrukt. Bekend is de uitgave „Oper Omnia", C. G. Kühn, twintig delen 1914.
Plinius.
Zijn vollldige naam is Gaius Plinius Secundus, ter onderscheiding van zijn oom, 23/24-79 na Chr. Een encyclopaedist. Hij schreef een uit 37 delen bestaande kosmos compilatie van ongeveer honderd auteurs, genaamd „Naturalis Histo-ria"; van hem is onder andere bekend Medicina Pliniana, een abstract van de N. H. Uitgave W, Kroll 1930.
Dioscorides
Leefde in de eerste eeuw na Christus. Schreef het beroemd geworden boek „De Materia Medica", „Perihyles iatrikes" d.i. „de geneeskunde materie", het belangrijkste boek in de plantkunde. Heel veel kruidenboeken gaan uit van dit werk. Pedanius was legerarts ten tijde van Nero. De eerste uitgave van „Peri hyles iatrikes" dateert van 1499-1500. Een zeer zeldzame wiegedruk van Aldo Manuzio.
Hildegard van Bingen (± 1098-1178).
Abdis van het klooster Disibodenberg op de Ruppertsberg-abdij Bingen, vandaar haar naam Hildegard van Bingen. Heilige en Duitse mystica.Zij schreef het bekende boek „Physica sive Subtilitatum diversarum Naturarum Creaturarum", dat rechtstreeks uit buitenzintuiglijke waarneming (visioenen) voortkwam. Ook van haar bekend het Liber vitae meritorium en het Divinerum operum, geschreven van 1158 tot 1170. Hildegard is in onze tijd zelfs terug in de mode.
Jacob van Maerlant (±1225-1291).
Was een der belangrijkste dichters en letterkundigen van de dertiende eeuw. Hij was van 1255-1265 koster te Maerlant, later samengevoegd met Brielle. Daarna in Damme (België) tot gemeentesecretaris benoemd. Schreef behalve zijn bekend werk „Naturen Bloeme" ook „Spieghel Historiael" in1857.
Albertus Magnus of Albertus de Grote
was Dominicaner monnik, theoloog, filosoof en natuuronderzoeker. In 1260 werd hij bisschop van Regensburg. Stierf in 1280 in Keulen. Albertus Magnus schreef zeven boeken over planten genaamd „De Vegetabilibus". Tijdens zijn leven „doctor Universalis" benoemd. Deed veel onderzoek in de botanica en minéralogie.
Paracelsus (Theophrastus Bombastus van Hohenheim (1493-1541)
Beroemd Duits-Zwitsers arts. Kreeg grote vermaardheid door zijn signatuurleer. Deze houdt in dat de werking van een geneesmiddel door het uiterlijk van het kruid wordt aangeduid. Een kruid of plant met gele bloemen zou b.v. goed zijn bij geelzucht, een blad in de vorm van een nier of een long zou weer goed zijn voor aandoeningen van deze vitale delen.
Hieronymus of Tragus(± 1498)
geboren te Heidersbach, studeerde theologie en medicijnen. Opzichter van de vorstelijke tuinen, waar hij kruiden bestudeerde. Schreef 'Neu Kreutter Buch", dat aanvankelijk in het Duits, later in het Latijn 1539 werd uitgegeven.
Brunfels Otto (1488 - 1534)
Geboren omstreeks 1488 Mainz, gestorven 1534 in Bern. Karthuizer monnik, werd predikant, studeerde medicijnen. Plantkundige en theoloog en stadsarts van Bern. Schreef het driedelig Herbarium, Vivae, Aicones 1530-1540 en het, in rechtstreekse voortzetting van klassieke auteurs, Contrafayt Kreuterbuch dat in 1532 in Straatsburg verscheen. Typerend voor zijn werk zijn de illustraties van de kunstenaar Hans Weiditz.
Clusius Carolus of Charles de l'Ecluse(1526 - 1609)
ook Charles de Léclusé, Atrecht, België, 1526, gestorven te leiden in 1609. Studeerde in Leuven, Montpellier en Parijs, plantkunde en geneeskunde. Bekend door het invoeren van nieuwe planten zoals jasmijn en tulp. Was belast met de inrichting van een medicinale tuin in Wenen; directeur van de botanische tuin te Schönbrunn, onder de regering van Maximillian II. Schreef Histoire des Plantes, 1601. Vertaalde Dodoens Cruydenboeck en de Flora van Spanje in Rariorum Aliquot Stirpium per Hispamias Observatorium Historia 1576. Hoogleraar in Leiden 1593, voerde de plataan, de jasmijn, de tulp en de paardekastanje in. Pootte in Nederland de eerste aardappelen.
Dodonaeus of Rembert Dodoens (1517 - 1585)
Hij werd geboren in Mechelen 1516. Gestorven te Leiden 1585. Was stadsdokter te Mechelen en later professor in de geneeskunde te Leiden. Studeerde in Leuven medicijnen. Promoveerde op achttienjarige leeftijd. Schreef het beroemde„Cruydeboeck", waarvan de eerste druk in 1554 verscheen in 818 pagina's. Een historisch overzicht van alle toen bekende planten. Was lijfarts van keizer Maxi-miliaan 1574.
Fuchs of Fuchsius (1501-1566)
Geboren te Memdingen Duitsland. Was arts en plantkundige, later professor in Ingelstandt. Schrijver van een der eerste grote kruidenboeken, De Historia Stirium, 1542 Bazel en het „Neu Kreuterbuch" (1543). Hij beschrijft vierhonderd inheemse en honderd vreemde planten. Zij behoren tot de beste boeken uit de 16e eeuw.
Gerard John (1545 -1612
Engelse plant-kundige. Geboren Martwich 1545, gestorven Londen 1612. Gênerai History of Plants (1597), waarin hij een lange lijst in de eigen tuin gekweekte planten en kruiden publiceert en veel informatie geeft over exotische planten van elders in de wereld.
Gesner Conrad (1516-1565)
Zwitsers geleerde en arts. Verwierf bekendheid door het boek „Historia plantarum" (1541). Was een veelzijdig geleerde. Beroemd is zijn Bibliotheca Universalis, vier delen 1545. Schreef ook Apera Botanica die helaas niet geheel voltooid is. Legde in Zürich belangrijke plantentuinen aan.
Lobelius of Matthias de l'Obel (1538 - 1616)
Frans kruidkundige. Geboren te Rijsel in 1538, gestorven te Highgate in 1616. Schreef over de rangschikking van planten in Stirpium adversaria nova 1576. Hij was intieme vriend van Dodonaeus, werd in 1581 lijfarts van Willem van Oranje.
Matthiolus (1501-1577)
Italiaan van geboorte. In 1555 lijfarts van de aartshertog Ferdinand. Schreef een commentaar op de werken van Dioscorides onder de titel „Neu Kreuterbuch" in 1563 in Praag.
Munting Abraham (1626-1683)
Studeerde medicijnen in Groningen, volgde zijn vader op als hoogleraar in de kruid- en scheikunde : „Nauwkeurige beschrijving der aardgewassen" 1696, en het bekende boek „Waare oefening der Planten" 1672.