Chan Chan, de hoofdstad van de Chimu
Nog voor de Inca's de plak zwaaiden over het hele Andesgebied bestreek 1 groot rijk bijna de gehele noordkust van het huidige Peru, een rijk van nagenoeg 1000 km van noord tot zuid: de Chimu. Hun hoofdstad Chan Chan groeide uit tot de grootste lemen stad ter wereld. Ook nu nog kunnen bezoekers zich vergapen aan een deel van dit ooit gigantische lemen labyrint.
Chimu, voorlopers van de Inca's
Veel van de kennis die de Inca's hadden en toepasten hadden zij "geleend", overgenomen, van culturen die hen voorafgingen. Eén van de belangrijkste van die voorgangers was de cultuur van de Chimu. Rond 1450 marcheren de Inca-legers de Andes over en stuiten aan de kust van wat nu Noord-Peru is op een gigantisch rijk dat ontzettend goed georganiseerd blijkt te zijn. De hoofdstad van het rijk is Chan Chan, een groep lemen burchten als het ware waarrond clusters woongebieden, straten en marktpleinen gerangschikt liggen. De "burchten" blijken onneembaar te zijn en de Inca's slagen er pas na jaren in om de Chimu te overmeesteren door hun watertoevoer uit de bergen (aangevoerd via kilometerslange irrigatiekanalen) te blokkeren. Chan Chan valt rond 1470 uiteindelijk in handen van het Inca-rijk.
Economie bij de Chimu
De Chimu waren een behoorlijk oorlogszuchtig volk en probeerden alsmaar meer territorium in te lijven. De Andes bleek voor hen echter een niet te nemen barrière en het Chimu-rijk breidde zich dan ook steeds verder uit langs de smalle kuststrook tussen de Stille Oceaan en de Andes. Hun economie was - net zoals bij veel van hun voorgangers - gebaseerd op landbouw en heel goede irrigatietechnieken. Wie de watervoorziening in handen had, had meteen ook de macht in handen (dit werd zoals hierboven beschreven ook de ondergang van de Chimu). De meeste waterputten of watertanks bevonden zich dan ook binnen in de reeds beschreven ommuurde "burchten" of "ciudadelas" zoals ze vandaag de dag genoemd worden. Dit was de woonplaats van de heerser en zijn gevolg. Op die manier kon hij zijn volk onder controle houden.
Buiten de ommuurde zones van de "ciudadelas" bevonden zich een aantal residentiële wijken (vrij vergelijkbaar met de "ciudadelas") en tot slot de volkswijken met kleine huisjes gemaakt uit plantaardig materiaal. De meeste mensen van deze laatste categorie werkten uiteraard in de landbouw, de visvangst (nabijheid van de zee was voor de Chimu heel belangrijk) of in het onderhoud van de ellenlange irrigatiekanalen.
Een andere groep mensen werd ingezet om de meest kunstzinnige juwelen, maliënkolders, votiefbeeldjes en bekers te maken voor de heerser, de elite en de cultus. Veel van de ambachtelijke meesters waren reeds uit hun thuisregio van Lambayeque naar Chan Chan gebracht en zouden later - tijdens de Inca-overheersing - opnieuw "uitverkoren" worden om naar Cuzco te gaan en hun werk aldaar verder te zetten in dienst van de Inca-keizer.
Chan Chan, grootste lemen stad
Op het hoogtepunt van het Chimu-rijk was Chan Chan de grootste lemen stad ter wereld met een oppervlakte van meer dan 20 km². Oorspronkelijk dachten onderzoekers dat elk van de tot nu toe gekende tien "burchten" een afzonderlijk woongebied was. Later echter bleek dat elk van die "ciudadelas" eigenlijk een paleis was en dat elke nieuwe heerser zijn eigen nieuw paleis liet bouwen. De vorige paleizen deden dan dienst als mausoleum voor de gestorven koning waarbij het gevolg van de overleden heerser in dat paleis bleef wonen om er de mummie van hun koning te verzorgen en te blijven behandelen als ware het een levende heerser. Dit gegeven zou er op duiden dat er in de loop van een paar eeuwen Chimu-rijk een tiental koningen zouden zijn geweest.
De paleizen werden opgevat als labyrinten. De bedoeling van de soms tot 10 of 12 meter hoge muren was uiteraard bescherming, maar ook wie er in slaagde langs de enige toegangspoort binnen te geraken, botste opnieuw op een blinde muur en een paar oneindig lijkende gangen. De bouwers wilden hiermee twijfel zaaien bij de invallers: Waar nu naartoe? Zo was uiteindelijk het hele paleis opgebouwd, als een labyrint dat zijn geheimen niet zomaar prijsgeeft aan eender welke bezoeker of invaller.
Opbouw van de "ciudadelas" van Chan Chan
Wanneer we echter de dag van vandaag de zaken iets gestructureerder bekijken (en de mogelijkheid hebben alles van bovenaf te bekijken), dan zien we dat elk paleis toch grotendeels volgens eenzelfde plattegrond werd opgebouwd. Drie grote delen zijn altijd te onderscheiden: het gedeelte dat publiekelijk is (toegankelijk voor een bepaalde groep van de elite), het gedeelte dat privé-terrein was voor de koning en zijn gevolg en tot slot het gedeelte dat gebruikt werd na de dood als mausoleum (voorouderverering was een belangrijk cultuselement bij de Chimu net zoals later ook bij de Inca's).
Eén van de "ciudadelas" werd gerestaureerd en kan bezocht worden (Chan Chan ligt iets ten noorden van de Peruaanse stad Trujillo). Zo kan de huidige bezoeker een idee krijgen van hoe Chan Chan er ooit moet hebben uitgezien en welk gevoel de labyrintische bouwwerken moeten hebben opgeroepen bij buitenstaanders. Op heel veel plaatsen in de lemen paleizen zien we versieringen met visnetmotieven, vissen, pelikanen (de zee was belangrijk voor de Chimu).... Ruime, open, ceremoniële pleinen worden afgewisseld met kleine opslagplaatsen, waterbassins, nissen, lange gangen en plaatsen waar vermoedelijk ooit de verblijfplaatsen stonden van de heerser en zijn naaste gevolg. Ondanks het feit dat regen- en winderosie in de loop der eeuwen hun aftakelende werk hebben verricht, krijgt de bezoeker toch nog steeds een zicht op de immense structuren die hier in de 13de, 14de en 15de eeuw werden opgetrokken door een cultuur die desondanks grotendeels onbekend is. Helemaal achteraan het labyrint vinden we een soort kunstmatige grafheuvel waar men bovenaan een tombe heeft gevonden. De tombe was leeg (grafrovers!) maar ernaast, eveneens boven op de grafheuvel, vond men een 30-tal kleinere tombes. In 1 hiervan vond men de stoffelijke resten van 18 vrouwen. Indien we ervan uit zouden gaan - zoals sommige wetenschappers doen - dat deze vrouwen werden geofferd bij het overlijden van hun koning, dan zouden in dit geval meer dan 500 vrouwen (concubines?) samen met de toenmalige heerser gedood zijn en mee begraven. Afgezien van een aantal kleiner vondsten is in Chan Chan geen grote hoeveelheid goud of ander kostbaar materiaal gevonden, wat er op wijst dat er zeker al grafrovers aan het werk waren geweest (onder meer de Spanjaarden) en wat misschien meteen ook verklaart waarom er relatief weinig aandacht wordt besteed aan deze nochtans tot Unesco-werelderfgoed bekroonde site.
© 2011 - 2024 Youriblieck, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Inca's: kunstDe Inca's kenden een hoge productie aan kunstvoorwerpen van een hoge kwaliteit. Door gebruik te maken van de beste techn…
Middeleeuwen in vogelvluchtAlgemeen wordt onder de middeleeuwen de periode beschouwd van de achtste tot en met de veertiende eeuw. De vijftiende en…