De Inca's: kunst
De Inca's kenden een hoge productie aan kunstvoorwerpen van een hoge kwaliteit. Door gebruik te maken van de beste technieken van hun voorlopers en de beste ambachtslui van overwonnen volkeren naar hun hoofdstad Cuzco te halen, slaagden de Inca's er in een ongeëvenaard niveau te bereiken in hun productie van allerlei ambachtelijke voorwerpen. Edelsmeedkunst, keramiek en vooral textiel scheerden hoge toppen.
Precolumbiaanse kunst bij de Inca's
Edelsmeedkunst
De goudsmeden van de Inca’s waren meesters in het scheppen van schitterende juwelen en ornamenten, bekers, votiefbeeldjes en andere gouden en zilveren voorwerpen. Veel van al dat moois verdween in de loop van de koloniale tijd in de smeltovens van de Spanjaarden - gezien goudstaven gemakkelijker te stapelen en te vervoeren waren dan een veelheid aan verschillende beeldjes en voorwerpen - maar toch kunnen een aantal schitterende collecties ons vandaag nog steeds laten zien hoe fijn de edelsmeedkunst bij de Inca’s moet geweest zijn. Vele van de beste metaalbewerkers van het Inca-rijk kwamen oorspronkelijk uit de Lambayeque-vallei in Noord-Peru. Ze waren aanvankelijk door de Moche uit hun thuisland weggehaald, vervolgens door de Chimu naar Chan Chan gebracht en tenslotte door de Inca’s naar Cuzco gehaald.
Bezoekers aan Peru kunnen ook vandaag de dag nog genieten van wat overblijft van al dit moois. Een absolute aanrader is het museum Tumbas Reales in Lambayeque (iets ten noorden van de stad Chiclayo, aan de noordkust van Peru). Dit museum herbergt de vondsten uit de tombe van "El Señor de Sipan" - de Heer van Sipan, ook wel eens de Toetanchamon-vondst van Zuid-Amerika genoemd. In 1987 immers stelden archeologen vast dat er ineens een verdacht groot aantal kunstvoorwerpen van hoge kwaliteit op de zwarte markt opdoken. Nader onderzoek bracht hen bij een site waar grafrovers aan het werk waren geweest. Vanaf dat moment ging men de plaats wetenschappelijk aanpakken en op die manier vond men een bijna ongeschonden tombe van - vermoedelijk - een heerser van de Moche-maatschappij, een cultuur die floreerde aan de Peruaanse kust tussen 50 en 700 n.C. De gouden, zilveren en koperen siervoorwerpen, sieraden en scepters allerhande vormen een absolute schat die elke geïnteresseerde Peru-bezoeker moet gezien hebben. Een ander museum waar liefhebbers van de edelsmeedkunst hun hart kunnen ophalen is het Goudmuseum in Lima, een collectie gouden voorwerpen zonder weerga.
Precolumbiaans keramiek
De relatief lage status van aardewerk bij de Inca’s betekende niet dat het werk niet van verbluffende kwaliteit was. Sommige mensen maakten zelf hun aardewerk voor eigen gebruik, anderen kozen voor massa-geproduceerde potten van matige kwaliteit, maar er waren ook staatsbedrijven voor meer prestigieuze exemplaren. Een zekere geometrische stijfheid in hun meerkleurige patronen wordt gecompenseerd door de gestroomlijnde elegantie van de vormen en de prachtige glans.
Ook hier weer leerden de Inca's van hun voorgangers, onder meer van de keramiekmeesters van de Moche of Mochica-cultuur. Deze mensen waren bekend voor hun ongelooflijk expressieve portretvazen waarbij elk recipiënt een ander gezicht uitdrukte, met duidelijk herkenbare trekken. Het zijn als het ware echte "portretten" van de mensen uit die tijd.
Een typisch keramieken Inca-recipiënt is de arybalo: een kruik die eindigt op een puntige bodem (om vast te duwen in het zand of de aarde) en met behulp van twee ringen aan de zijkanten en een stuk touw op de rug kon gedragen worden. Mooie exemplaren van de arybalo's zijn terug te vinden in de meeste musea van het land. Een aanrader voor wat keramiek betreft is zeker en vast het Larco Herrera museum in Lima.
Textiel en zijn specifieke rol in de Inca-cultuur
Net zoals andere volkeren in het Andesgebied maakten de Inca’s schitterende textielsoorten, waarin ze veel fantasie, tijd en vaardigheid staken. In de patronen in hun stoffen werd altijd een verfijnde sociale en stamhiërarchie geweven, waarmee hun afstamming en hun status in het rijk werd aangegeven. Kleuren, soort en kwaliteit van wol of katoen en exacte patronen werden gebruikt om een duidelijke indruk te geven van wie de drager was en wat zijn stand en afkomst waren. De rijke variatie aan patronen was vermoedelijk veel meer dan een wens om te experimenteren of het laten voortbestaan van inheemse tradities. De staat zou – gezien de grote centralisatie en controle – het gebruik van bepaalde patronen in verschillende plaatsen en diverse rangen verordend hebben als een soort bureaucratische barcode van de bevolking. Op die manier konden de Inca’s aan een soort grootschalige demografie doen: arbeiders en kolonisten werden in groten getale door het rijk verplaatst en het vernoemde systeem maakte meteen duidelijk wie wie was en waar hij vandaan kwam.
De status van de drager van een bepaald kledingstuk werd bepaald door het materiaal waarmee de gebruikte stoffen gemaakt waren en de kwaliteit van de geweven stoffen. De koning en zijn concubines droegen kledij van textiel dat aan de hoogste standen was voorbehouden (gemaakt van vicuña-haar), krijgers werden letterlijk gedecoreerd voor hun moed in de strijd als de koning hen het recht verleende fijnere textiel te dragen.
Textiel was daarnaast ook een vorm van rijkdom. Men kon luxueuze textielsoorten als een vorm van kapitaal sparen, als geschenk aan koningen of adellijke beschermheren geven of als offer aan goden of voorouders verbranden. De waarde berustte eerst en vooral op de hoeveelheid werk en de vakkundigheid die het maken had gevergd, maar daarnaast bevatten ze vaak ook waardevolle elementen, gaande van geïmporteerde kolibrieveren en spondylusschelpen tot fijne goud- en zilverdraden.
© 2010 - 2024 Youriblieck, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Inca's: architectuurWie Inca's zegt, denkt automatisch aan Machu Picchu, de befaamde verloren Inca-stad in de Andes die intussen tot 1 van d…