Kaat Mossel (1723-1798)

Kaat Mossel (1723-1798) Kaat Mossel was een echte Oranjevrouw. En dan niet op voetbalgebied, want dat bestond in haar tijd nog niet. Kaat Mossel was sterk op de hand van de Oranjes, de toenmalige stadhouders, en fel gekant tegen de Patriotten. De naam Kaat Mossel is synoniem geworden voor een vrouwspersoon met "haar op de tanden". Kaat Mossel leefde van 1723 tot 1798.

De Patriotten

In 1781 verscheen een "pamflet", getiteld "Aan het volk van Nederland". Meer dan honderd jaar later werd bekend wie de schrijver ervan was, ene Johan Derk Van der Capellen tot de Pol (1741-1784). Dit Statenlid van Overijssel stond sterk onder invloed van de Verlichting. Als Statenlid schafte hij de drostendiensten af, wist een herziening van de stemprocedure te bewerkstelligen waardoor de macht van de adel beknot werd. Ook verbeterde hij de rechtspositie van de kleine steden. In het genoemde pamflet hield hij een sterk pleidooi voor volkssoevereiniteit en tegen de aard van het stadhouderschap. Als tegenwicht tegen de regentenklasse beijverde hij zich voor het instellen van gewapende burgerwachten.

Hij was zo Fransgezind, dat hij de inval van 1672 min of meer goedkeurde. Ook Jan de Witt krijgt maar een gedeeltelijke goedkeuring. De Witt probeerde wel de macht van de Prinsen van Oranje te breken, prima natuurlijk, maar de macht kwam toen in handen van enkelen, van de aristocratie. Van der Capellen tot de Pol zegt hierover in zijn pamflet: "Zoo zeer en zoo ligt word, mijne landgenooten, de magt misbruikt, al is ze zelfs in handen van de beste menschen! Ziet daarom, om Gods wil, toe, in wiens handen gijlieden ze vertrouwt; of liever, houdt ze zelve in Uw handen en zorgt altijd dat gijlieden de sterkste partij in het land blijft".

Het pamflet van Van der Capellen tot de Pol wordt wel de politieke catechismus van de Patriotten genoemd.

Vrijcorpsen

In verschillende plaatsen werden nu vrijcorpsen opgericht. De situatie was enigszins verwarrend, omdat Jozef II van Oostenrijk, de heer van de Zuidelijke Nederlanden, zich na lange tijd opnieuw met dat wingewest ging bemoeien. Als de Zuidelijke Nederlanden in de vaart der volkeren zouden worden opgestuwd, zou dat de economie van de Noordelijke Nederlanden ernstig kunnen schaden. In de zuidelijke barrièresteden lagen Nederlandse soldaten om het Oostenrijkse gebied te beschermen tegen Frankrijk. In Nederland werd men nu ongerust over de plannen van Jozef II en hoopte men op steun van de Fransen. Een verwarrende situatie. De vrijcorpsen werden opgericht om ons land tegen mogelijke Oostenrijkse agressie te beschermen. Dat was althans de dekmantel. In werkelijkheid was het er de Patriotten om te doen om de gewapende groepen eventueel in te zetten tegen de macht van de Stadhouder.

De Rotterdamse vrijcorpsen

Ook in Rotterdam, de stad van Kaat Mossel, marcheerden de vrijcorporisten in witte broeken, blauwe slipjassen en hoge sjako's op het hoofd, door de straten. Over het algemeen kwamen de corporisten uit de gegoede burgerij. Ze hadden mooie vlaggen en vaandels en spreidden een zekere parmantigheid ten toon, die de lachlust van de burgers opwekte. Zoals vaak met dit soort verschijnselen, werd er in Rotterdam ook een vrijcorps voor knapen opgericht. Een Patriottisch dichter huldigde ze met het volgende gedicht:
Lieve heldjes! Brave Belgjes!
Wigtjens van een edelen aart!
Strijdbre Lootjes! Bato's Telgjes,
Gij, gij zijt dien eernaam waart.
Pas ontloken vrijheidsspruitjes
Gun, dat men uw fierheit roem,
Dat men op trommen en fluitjes
U als Bataviertjes noem.


De exercerende Patriotten werden door het volk Kezen genoemd. Waarschijnlijk naar Cornelis de Gijzelaar, een van de voornaamste voormannen van de Patriotten. Toch hadden deze Patriotten in geen geval het Franse model van totale inlijving op het oog. Zij voelden veel meer voor een vorm van federatie, zoals in Amerika en in Zwitserland het geval was. Toen in 1795 duidelijk werd dat Nederland geheel centralistisch vanuit Frankrijk bestuurd ging worden, haakten veel van hen af.

Voor of tegen Oranje

Intussen werden de tegenstellingen in ons land scherper. Het "lagere" volk was duidelijk Oranjegezind. Omdat er onder hen geen sprake was van organisatie en leiding, kon men alleen van zich laten horen door straatrumoer. Dit was niet naar de zin van de Staten. Opmerkelijke maatregelen werden genomen om het Oranjegeweld te keren: alles wat oranje was, moest het ontgelden. Het dragen van de kleur oranje werd verboden. Het Wilhelmus mocht niet meer gezongen worden en zelfs de goudsbloemen moesten eraan geloven. Een anonieme Rotterdammer vermeldt in zijn dagboek: "De dijkgraaf van Schieland liet in 1787 alle oranjekleurige bloemen bij de boeren weghalen, daar ze op de erven in het gezicht stonden..."

Kaat Mossel

Kaat Mossel heette eigenlijk Catharina Mulder. Ze werd op 25 maart 1723 in Rotterdam geboren en overleed op 29 juni 1798 in dezelfde stad. Ze had haar bijnaam "Mossel" te danken aan haar beroep. Ze was volgens een oude bron "maar een arme, ondeftige vrouw, niet bepaald een vischwijf, maar toch ook niet veel meer, noch in stand, noch in hoffelijkheid der vormen." Ze bekleedde een stadsambt dat van "keurvrouw der mosselen". Haar inkomen werd geschat op 30 gulden per jaar.
"....wat zij gedaan heeft kwam uit haar hart; zij zocht niet zichzelve, zij zocht slechts het heil en de eer van het oranjebloed. En dan -al moge zij dan misschien- vooral voor een stadsambtenares- wat wild en woelig zijn opgetreden, zij heeft er vreeselijk voor geleden, zij is onwettig en onredelijk behandeld, zij heeft zonder eenig vonnis meer dan drie jaar gevangen gezeten als rampzalig slachtoffer van blinde partijwoede. Daarom mag ze niet vergeten worden, als zoodanig moet ze in eere worden gehouden bij een volk, dat zijn vrijheid liefheeft".

Een demonstratie van het volk uit de achterafstraatjes van Rotterdam was de aanleiding geweest tot de arrestatie van Kaat Mossel. Ze hadden de vrijcorporisten naar de donder gewenst en hadden oranjeliedjes gezongen. De "gewapende macht" c.q. de vrijcorporisten, had zich zodanig bedreigd gevoeld dat er geschoten was op de demonstranten Er vielen zeven gewonden, van wie er vijf stierven.

De Rotterdamse vroedschap durfde niet op te treden tegen het vrijmachtige optreden van het vrijcorps en had de hulp ingeroepen van de Staten van Holland. De Staten stuurde troepen en een commissie van onderzoek werd ingesteld; vijf personen, die tot de groten "bonzen" van de Patriotten behoorden. Ze werden heel eervol met kanongebulder begroet bij de binnenkomst van de stad. Genoemde commissie sloeg in enkele maanden ruim 105.000 gulden kapot. Het onderzoeksresultaat was dat Kaat Mossel gearresteerd werd, samen met de "oranjemeid" Clasine Verrijn. De schepenbank veroordeelde beide vrouwen wegens opruiïng, geweldpleging, plundering en brandstichting tot brandmerken en geseling. Ook werden ze verdacht van het dwingen van Patriotten tot het dragen van een oranje lint en het betalen van geld voor de verjaardag van Stadhouder Willem V. Dat alles was geschied op de vijfde maart, de verjaardag van de Stadhouder. Kaat Mossel moest tien jaar de gevangenis in en Clasine zes jaar. Daarna zou eeuwige vebanning volgen.
Beide vrouwen werden verdedigd door de bekende Leidse jurist Willem Bilderdijk. Die kreeg gedaan dat ze allebei door de schepenen werden vrijgesproken. De openbare aanklager ging echter in hoger beroep en de vrouwen moesten in afwachting van de hervatting van het proces naar de Gevangenpoort. Opnieuw zette Bilderdijk zich in om ze vrij te krijgen Toen, op uitnodiging van het stadhouderlijk paar, in 1787 de Pruisen kwamen, zaten ze beiden nog in de Gevangenpoort. De komst van de Pruisen betekende hun vrijheid en een matige schadeloosstelling.

Kaat Mossel nam haar werk in Rotterdam weer op. Toen echter in 1795 de Fransen de Patriotten hier aan de macht hielpen, bleek dat de nieuwe machthebbers Kaat Mossel niet vergeten waren; ze ontsloegen haar uit haar stadsambt.

Volgens een oude bron:
"Daarna verzinkt ook zij in den doffen nacht der treurige tijden, het oude lichaam gebroken door zwaren arbeid, ontberingen en gevangenisleven, de vurige geest bijna gebluscht door de diepe smart over het lot van het "oranjebloed". In het laatst der eeuw is ze gestorven, zonder dat de toenmalige Rotterdammers er veel op gelet schijnen te hebben. 't Was ook maar een achterstraatsch wijfje geweest."
© 2012 - 2024 Bvell, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Patriotten en Prinsgezinden, en later de Franse bezettingTijdens de achttiende eeuw bleek dat de gloriedagen van de Republiek voorbij waren. Belangrijke steden slonken, de werkl…
Het leven van Willem BilderdijkHet leven van Willem BilderdijkWillem Bilderdijk werd geboren op 7 september 1756 aan de Westermarkt te Amsterdam. Hij had veel moeilijke periodes in z…
Een kus van het kriebelbeest, een kinderboek over astmarecensieEen kus van het kriebelbeest, een kinderboek over astmaHet boek Een kus van het kriebelbeest gaat over Kaat die astma heeft. Het is een helder verhaal dat astma bespreekbaar m…
Joan Derk van der Capellen: 'erflater van onze beschaving'In het boek 'Erflaters van onze beschaving' is door Jan Romein ook een hoofdstuk gewijd aan de 18e eeuwse baron en voorm…
Smeerwortel in Middeleeuwen en daarnaSmeerwortel in Middeleeuwen en daarnaDe naam Symphytum afgeleid van het Griekse werkwoord 'sumphuoo' dat samengroeien of vergroeien betekent, slaat op de hel…
Bronnen en referenties
  • Geschiedenis van Rotterdam, H.C. Hazewinkel 1940.
  • Dispereert niet deel VII, A. en H. Algra. Franeker 1953.
Bvell (89 artikelen)
Laatste update: 12-02-2015
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.