Van Flevomeer naar Zuiderzee
Noord-Holland en Friesland worden tegenwoordig verbonden door een lange dijk, de Afsluitdijk. Door de aanleg van de Afsluitdijk werd de Zuiderzee afgesloten van de Waddenzee. In prehistorische tijden bestond de Zuiderzee nog niet. Wat was er toen wel? Over de geschiedenis van Flevomeer naar Zuiderzee.
Zonder dijken zou Nederland véél natter zijn! /
Bron: Jan Arkesteijn, Wikimedia Commons (Publiek domein)Nederland waterland
Nederland ligt in het deltagebied van een aantal grotere en kleinere rivieren (o.a. Maas, Rijn, Schelde) die vanuit het Europese binnenland naar zee stromen. In het uitstromende water wordt sediment meegevoerd, zand, kiezel, dat verder stroomopwaarts is opgepikt. In het lage deltagebied overstromen rivieren gemakkelijk, en zo konden de sedimenten op het overstroomde land worden afgezet. Nederland is voor een deel op deze afzettingen ontstaan. Als er geen duinen en dijken langs de zee zouden staan, als langs de rivieren geen dijken zouden staan, dan zou een groot deel van Nederland al snel natte voeten krijgen. We zijn eraan gewend, dit typeert het Nederlandse landschap natuurlijk al jaren. We hebben onze maatregelen genomen.
Historie
Toen de Romeinen rond de jaarwisseling in ons land waren, zag wat nu Nederland is er anders uit dan tegenwoordig. Dijken waren er niet, de zee werd tegengehouden door duinen. Ook in deze tijd waren er overstromingen, waar de bevolking zich tegen beschermde door huizen zoveel mogelijk op hogere stukken te bouwen. Waar hogere stukken ontbraken wierpen mensen verhogingen op, terpen of wierden. Hierop werden de huizen gebouwd. Lager gelegen gebieden waren nat en moerassig.
Nederland, ongeveer 500 jaar vóór Christus - dus nog ruim vóór de Romeinse tijd /
Bron: RACM & TNO, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Geen IJsselmeer, Waddenzee maar een Flevomeer
Wat nu het IJsselmeer is en wat nu de Waddenzee is, was grotendeels min of meer droog gebied, met een aantal grotere meren. Romeinse auteurs noemden het grotere meer Lacus Flevo, het Flevomeer. Later werd dit grote meer het Aelmere genoemd. Je ziet, onze tegenwoordige namen Flevoland en Almere hebben een historische grond!
Je kon rond het begin van de jaartelling te voet van Noord-Holland naar Friesland, afgezien van een aantal riviertjes die je moest oversteken.
Nederland, ongeveer 50 jaar ná Christus. Je ziet al meer water. /
Bron: RACM & TNO, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Stijging zeespiegel
Tussen de jaren 800-1200 waren de temperaturen hoger, waardoor de zeespiegel begon te stijgen. Dat had natuurlijk meteen gevolgen voor de lage landen aan de Noordzee en delen van het land kwamen onder water te staan. Door de woeste zeestromingen verdween er in de paar honderd jaar die zouden volgen meer stukken land. Rond 1287 bestond de Zuiderzee tussen de Waddeneilanden en de provincie Utrecht. Ofwel het gebied dat nu ongeveer Waddenzee, IJsselmeer en Flevoland is.
Visserij
De bewoners rond de nieuw ontstane Zuiderzee maakten van de nood een deugd, en legden zich toe op handel en visserij. Handelssteden als Amsterdam en Kampen kregen hierdoor kansen sterker te worden.
Overstromingen
De Zuiderzee was een gevaarlijke zee. De woeste waterstromingen maakten de Zuiderzee voor de scheepvaart niet altijd gemakkelijk te bevaren. Omdat de Zuiderzee een soort inham vormde kon bij hoogwater en noordwestelijke wind het water eigenlijk geen kant op. Uitstromen richting Waddenzee was door wind en stroming niet mogelijk, het gevolg was dat er regelmatig overstromingen plaats vonden.
Dijken langs de Zuiderzee
Natuurlijk werden er dijken aangelegd langs de kust van de Zuiderzee. Dit was wel een hele lange kustlijn. Aanleg, maar ook onderhoud van deze dijken was dan ook een kostbare en arbeidsintensieve aangelegenheid. En een dijk is maar zo sterk als het zwakste punt in die dijk. Ergens een zwakke plek, dan kan daar de dijk doorbreken bij hoogwater of noordwesterstorm en grote gebieden onder water zetten.
Oplossingen
Al in de 17e eeuw kwam
Hendrick Stevin (Zoon van de bekende wiskundige Simon Stevin) met het idee dat de Zuiderzee afgesloten zou kunnen worden. Hij bedacht dat er een dijk zou kunnen komen vanaf de kop van Noord-Holland naar alle Waddeneilanden. Dan zou de hele Zuiderzee, inclusief de huidige Waddenzee, binnendijks komen, en ingepolderd kunnen worden. Vanwege de hoge kosten en het geringe draagvlak voor dit idee is het in het stadium van 'droom' blijven steken.
Polders: winst!
Het idee om grote wateroppervlakten aan te pakken was niet nieuw. Geslaagde inpolderingsprojecten, zoals bijvoorbeeld de Beemster in 1607-1612, destijds een binnenzee van de Zuiderzee, brachten het inzicht dat je iets kon doen aan teveel water. Bovendien leverde dat goed en bruikbaar land op, meestal vruchtbare kleigrond. Meer ruimte om te wonen, meer ruimte voor de landbouw. Dat land kon verpacht worden aan boeren, of door rijke kooplieden als buitenplaats worden ingericht. Hoe dan ook, er viel goed geld aan te verdienen!
Inpolderen
Het principe van inpoldering is eigenlijk simpel. Je bouwt een dijk om het meer dat je wilt aanpakken. Vervolgens zorg je ervoor dat het water uit het meer wordt weggepompt. Tegenwoordig hebben we daarvoor elektrische gemalen, vroeger werden hiervoor windmolens gebruikt. Het is niet voldoende water weg te pompen, je moet ook zorgen dat het wegblijft. De gemalen van nu en de molens van toen zullen dus actief moeten blijven, al kan het natuurlijk wat kalmer dan bij het leegpompen.
Plannen die het niet haalden
Er werden meer plannen ontwikkeld. In de negentiende eeuw hebben verschillende plannenmakers zich over de afsluiting van de Zuiderzee gebogen. Sommige plannen waren veel te omslachtig en veel te duur, andere plannen hielden geen rekening met de natuur ter plekke. Bijvoorbeeld, je kunt wel een Afsluitdijk neerleggen, maar als je dan vergeet dat de rivier de IJssel in de Zuiderzee uitmondde, dan creëer je toch een flink probleem...
In volgende plannen werd met de IJssel wel rekening gehouden, maar werden enorm lange dijken bedacht, of werd onvoldoende rekening gehouden met stroming vanuit de Noordzee. De politiek liep niet warm voor al deze plannen. Men zag vooral hoge kosten, maar weinig voordelen. Je ziet hier enkele kaartjes waarop plannen zijn ingetekend die het niet hebben gehaald.
1848. Plan-Kloppenburg -en Faddegon. In dit plan was geen rekening gehouden met de waterafvoer van de IJssel... /
Bron: Danielm, Wikimedia Commons (Publiek domein)1849. Plan-Van Diggelen. Volgens de ingenieurs T.J. Stieltjes en J.A. Beijerinck technisch en financieel onhaalbaar. /
Bron: Danielm, Wikimedia Commons (Publiek domein)1866. Plan-Beijerinck. Volgens de Raad van Waterstaat bracht dit financieel te weinig op. /
Bron: Danielm, Wikimedia Commons (Publiek domein)1870. Plan-Stieltjes. Een verbetering van het plan Beijerinck, maar het haalde het niet. /
Bron: Danielm, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Haalt-ie het wel, of haalt-ie het niet?
In 1877 werd een wetsvoorstel ingediend om een plan van ingenieur W. F. Leemans uit te voeren. Dit plan was minder uitgebreid dan dat van Stieltjes, en zou een kleiner IJsselmeer opleveren dat ingepolderd kon worden. Hoewel dit het eerste plan was dat het tot wetsvoorstel bracht, zou de volgende regering plan ook weer intrekken.
Tijd rijp
Nu de plannen om de Zuiderzee te temmen elkaar sneller opvolgden, bleek wel dat de tijd rijp was constructieve acties te ondernemen. Ingenieur Cornelius Lely bedacht in 1891 het eerste plan waarmee de Zuiderzee definitief afgesloten zou worden. De Tweede Kamer nam een wet hiertoe, de Zuiderzeewet, uiteindelijk in 1918 aan.
Lees verder