Van Zuiderzee naar IJsselmeer
De provincies Noord-Holland en Friesland zijn sinds 1932 met elkaar verbonden door een lange dijk, de Afsluitdijk. Met de aanleg van de Afsluitdijk werd de Zuiderzee definitief afgesloten. Waarom werd een Afsluitdijk eigenlijk nodig gevonden? Wat was er vóór de Afsluitdijk? De geschiedenis van de Zuiderzee en het IJsselmeer is een zeer interessante.
Afsluiten Zuiderzee
Het idee om de Zuiderzee af te sluiten bestond al een tijdje. In de negentiende eeuw zijn ook al verschillende plannen hiervoor bedacht. Eén ervan kwam al in het stadium van wetsontwerp, maar is door een volgend kabinet weer ingetrokken. Zoveel plannen, het was wachten op dat éne plan, dat uitvoerbaar zou zijn, financieel en technisch haalbaar en bovendien geld zou opbrengen.
Zuiderzeevereniging
In 1886 werd de Zuiderzeevereniging opgericht, met als belangrijk lid en later voorzitter ingenieur
Cornelis Lely. De vereniging onderzocht of afsluiting van de Zuiderzee en drooglegging ervan een realistisch idee zou zijn. Lely kwam in 1891 met zijn eerste plan. Belangrijk in dat plan was het element 'drooglegging', dit zou nieuwe landbouwgrond kunnen opleveren.
Plannen afsluiting Zuiderzee
Belangrijke kernpunten in de plannen tot afsluiting van de Zuiderzee:
- Waarborgen van de veiligheid van de kustbewoners
- Het creëren van nieuwe landbouwgrond door stukken land in te polderen.
- Het verkorten van de kustlijn (minder dijken, minder dijkonderhoud)
- Het verkorten van verbindingen, door het aanleggen van wegen en een spoorverbinding tussen Noord-Holland en Friesland.
Hoewel veiligheid natuurlijk een belangrijk punt was, lag het zwaartepunt van deze kernpunten steeds meer op het creëren van nieuwe landbouwgrond. Belangrijk, want door de groei van de Nederlandse bevolking ontstond er steeds meer behoefte aan voedsel.
Plan Lely. Op enkele details na is dit plan uiteindelijk uitgevoerd. /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Minister van waterstaat
Pas in 1913, toen Lely minister van waterstaat was geworden, werd het plan tot inpoldering opgenomen in het regeringsprogramma. Natuurlijk was niet iedereen het hiermee eens, vooral vanuit de visserij kwamen er veel protesten. Begrijpelijk, want afsluiting van de Zuiderzee zou hen direct raken in de broodwinning. Het zou tot 1918 duren tot het parlement uiteindelijk instemde met het plan tot afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee: de Zuiderzeewet. De watersnoodramp van 1916, met veel en grote overstromingen langs de kustlijn van de Zuiderzee, veel slachtoffers en erg veel schade, heeft dit besluit ongetwijfeld bespoedigd. Basis van de Zuiderzeewet was dus het plan van Cornelis Lely. Dit plan is uiteindelijk ook nagenoeg volledig uitgevoerd, op enkele kleinere details na.
Raamwet
Net als de latere Deltawet is de Zuiderzeewet een raamwet. Het algemene kader is bepaald, de Zuiderzee wordt afgesloten en er komen polders. De precieze invulling van details moest bij het invoeren van de wet nog worden uitgedacht, bepaald en besloten, alleen de afsluiting is meteen geregeld.
Het werk begint: Amsteldiepdijk
Een dijk aanleggen van een kilometer of dertig lang, die een binnenzee moest afsluiten, dat was nog nooit gedaan. Hoewel er ervaring was met dijken, was dit een ongekend plan. Om ervaring op te doen voor de hele klus, werd in 1920 begonnen met een klein gedeelte: de aanleg van de Amsteldiepdijk. Deze dijk kwam te liggen tussen Noord-Holland naar het eiland Wieringen. Deze dijk van ongeveer 2,5 kilometer lengte, is het eerste stukje van de hele Afsluitdijk. Met de ervaringen die bij de bouw van de Amsteldiepdijk werden opgedaan, kon men aan de slag met de Afsluitdijk zelf.
Proefpolders
Het maakt verschil of je een meer drooglegt, of een hele binnenzee. Voor men begon aan het grote werk startte men enkele proefprojecten, kleinere polders die werden drooggemaakt om de technieken uit te proberen. Bovendien was het belangrijk uit te zoeken hoe je het nieuwe land het beste en snelste geschikt maakte voor menselijke bewoning en landbouw. Wat vooral helemaal nieuw zou zijn in de Zuiderzeeplannen: er zouden grote polders komen, waar nieuwe dorpen en steden moesten komen. Een bestaande gemeenschap uitbreiden is soms al een lastige opgave, een hele nieuwe gemeenschap laten ontstaan is nog veel lastiger.
Proefpolder: Andijk
In 1926-1927 werd een kleine polder aangelegd bij Andijk. Dit gold als een proef voor het inpolderingsproces. Ervaringen die hier werden opgedaan zouden nuttige informatie geven voor het inpolderen van de latere IJsselmeerpolders. Omdat er nog geen Afsluitdijk was, is de polder bij Andijk strikt genomen geen IJsselmeerpolder, maar een Zuiderzeepolder. Met de hoogte van de dijk rond deze polder moest nog steeds rekening worden gehouden met de woeste Zuiderzee.
Wieringermeer
In 1927 werd begonnen met de aanleg van de
Wieringermeerpolder. Oorspronkelijk was het plan deze polder pas aan te leggen ná gereedkoming van de Afsluitdijk, maar omdat er sneller behoefte was aan nieuwe landbouwgrond is de aanleg van deze polder naar voren gehaald. Dat betekende dat ook deze polder geen IJsselmeerpolder zou zijn, maar een Zuiderzeepolder, met als consequentie dat de dijken zwaarder uitgevoerd moesten worden. Nadat de dijken gerealiseerd waren, pompten enkele gemalen (waaronder ook een elektrisch gemaal, met de passende naam Gemaal Lely) de polder droog. In 1930 was de polder droog, en vier jaar later, in 1934 kon het nieuwe land in gebruik worden genomen.
Afsluiten van het laatste gat in de Afsluitdijk /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Afsluitdijk
In januari 1927 werd begonnen met de aanleg van de Afsluitdijk. Een dijk van 30 kilometer aanleggen midden op zee is geen kleinigheid. Men koos ervoor om op vier plaatsen te werken. Uiteraard vanaf beide oevers, maar ook vanaf twee speciaal aangelegde werkeilanden: Breezand en Kornwerderzand. Als fundering voor de Afsluitdijk werden zinkstukken gebruikt. Dit waren een soort grote matten, gevlochten van wilgentenen. Met grote blokken steen werden deze matten verzwaard tot ze op de juiste plaats naar de zeebodem zonken. Op deze fundamenten kon verder gebouwd worden. Het werk vorderde prima, en op 28 mei 1932 kon het laatste gat in de Afsluitdijk gesloten worden. De Zuiderzee was een meer geworden. Op 20 september 1932 werd de naam Zuiderzee officieel gewijzigd in IJsselmeer. Een jaar later werd de Afsluitdijk officieel geopend.
Sattelietfoto van de afsluitdijk /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Afsluitdijk of Afsluitdam?
Een dijk is een verhoging waarmee hinderlijk zee- of rivierwater in toom wordt gehouden. In die zin is de Afsluitdijk strikt genomen geen dijk. De naam Afsluitdam zou beter zijn geweest.
IJssel en IJsselmeer
De rivier de IJssel loost zijn water in het IJsselmeer. Eén van de zwakke punten in eerdere plannen tot afsluiting van de Zuiderzee was altijd de afwatering van de IJssel. Als een rivier zijn water loost in een afgesloten meer, dan is het logisch dat de zaak gaat overstromen als het meer vol is. In het plan van Lely is daarom voorzien in een oplossing: In de Afsluitdijk bevinden zich sluizen, waardoor het water geloosd kan worden in de Waddenzee.
Aan het werk in het IJsselmeer
Nu de Afsluitdijk klaar was en het IJsselmeer een feit, kon men beginnen met de aanleg van het nieuwe land, de IJsselmeerpolders. Het nieuwe land zou ruimte geven aan boeren, met grote landbouwgebieden. Maar ook zouden nieuwe steden verrijzen, zoals o.a. Lelystad, genoemd naar Cornelis Lely, en Almere.
Lees verder