Prinsdom Oranje en haar leiders door de eeuwen heen
Het gebied dat in de twaalfde eeuw bekend kwam te staan als vorstendom Orange begon haar geschiedenis nog voor het begin van onze jaartelling als kleine Keltische nederzetting. Onder invloed van de Romeinen groeide de nederzetting uit tot stad waarna deze in de vijfde eeuw werd uitgeroepen tot bisdom. Orange en haar omliggende gebieden bleven zich in hoog tempo ontwikkelen waarna het gebied in de achtste eeuw officieel tot graafschap werd verheven en onder leiding kwam te staan van de leden van het Huis Orange. Aangezien titels alleen in de mannelijke lijn konden worden doorgeven stierf het vorstenhuis Orange al snel uit waarna de leiding over Orange achtereenvolgens in handen kwam van de leden van het Huis Baux en vervolgens Chalon. Via het Huis Chalon kwam de titel van prins van Oranje terecht bij de Nederlandse Willem I van Oranje-Nassau waarna deze de titel tot vandaag de dag wist door te geven aan zijn opvolgers.
Inhoud
Het ontstaan van vorstendom Orange
Vorstendom Orange begon ooit als kleine Keltische nederzetting ver voor het begin van onze jaartelling. Onder invloed van de Romeinen groeide de nederzetting uit tot stad waarna de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo bleven opvolgen. Aangezien het gebied een soevereine staat was binnen koninkrijk Frankrijk had ze een eigen vorst die leiding gaf en door de jaren heen werd Orange dan ook geleid door verschillende vorstenhuizen.
Nederzetting Arausio
De geschiedenis van het huidige vorstendom Orange (Oranje) begon enkele honderden jaren voor het begin van onze jaartelling. Met het binnentrekken van de Kelten in het gebied dat tegenwoordig bekend staat als Frankrijk besloten ze diverse kleine nederzettingen te stichten, zo ook op de plaats van het latere vorstendom Orange. De Keltische nederzetting Arausio - vernoemd naar een plaatselijke Keltische watergod - kwam in het jaar 105 voor Christus in de belangstelling toen de Kelten en Romeinen er de Slag bij Arausio uitvochten. Na de veldslag die werd gewonnen door de Romeinen besloten de Kelten Arausio te verlaten waarna een aantal oudgedienden van het Tweede Romeinse Legioen de taak op zich namen om de kleine nederzetting uit te bouwen tot een volwaardige stad. Bij het bereiken van het jaar 30 voor Christus was de bouw van de stad voltooid waarna de Romeinen haar de Latijnse naam 'Colonia Julia Firma Secundanorum Arausio' oftewel 'Juliaanse kolonie van Arausio, gesticht door soldaten uit het tweede legioen' gaven.
Ligging
In de jaren die volgden ontwikkelden de stad en de omliggende gebieden zich in hoog tempo waarna de naam van het gebied rond de vijfde eeuw werd aangepast van Arausio in het meer Frans klinkende Orange. De naam van het gebied werd in dit geval 'geleend' van de gelijknamige stad Orange welke was gelegen in het Franse departement Vaucluse. Het latere vorstendom Orange wist zich van kleine nederzetting voor het begin van onze jaartelling te ontwikkelen tot een gebied van in totaal 279,71 km², wat gelijk stond aan de oppervlakte van het eiland Bonaire. Het vorstendom Orange was gelegen in het gebied dat de Provence werd genoemd - een streek in het huidige zuidoosten van Frankrijk - en grensde in het westen aan de rivier de Rhône. De andere zijden van het gebied werden in haar geheel omsloten door het voormalig graafschap Venaissin dat een onafhankelijke staat was op Frans grondgebied tot het jaar 1791.
Heersers van Orange
Orange was een soevereine staat binnen het koninkrijk Frankrijk wat betekende dat ze haar eigen vorsten had die leiding gaven aan het gebied. Mede door de vele ontwikkelingen die Orange doormaakte werd ze in de vijfde eeuw uitgeroepen tot bisdom en kwam onder leiding te staan van de leden van het Huis Orange. In de achtste eeuw volgde de benoeming tot graafschap waarna het gebied in de twaalfde eeuw onder leiding kwam van de leden van het Huis Baux. Onder leiding van de graven van het Huis Baux werd Orange officieel benoemd tot vorstendom waarna de titel van graaf d'Orange werd vervangen door die van Prince d'Orange (Prins van Oranje). In de veertiende eeuw stierf de familie Baux uit in de mannelijke lijn waarna vorstendom Orange in handen kwam van het Huis Chalon (officieel gespeld als Châlon) die Principauté d'Orange* in de zestiende eeuw overdroeg aan de familie Nassau. Met de overdracht van het vorstendom naar de Nederlandse familie Nassau werd de naam van Prince 'Orange al snel aangepast naar prins van Oranghien om uiteindelijk verder te worden 'vernederlandst' naar prins van Oranje.
* Frans voor prinsdom (vorstendom) Oranje.
De vorstenhuizen van vorstendom Orange
De reden dat het vorstendom Orange meerdere keren onder leiding kwam te staan van een andere adellijke familie was simpelweg gelegen in het feit dat de familie in de mannelijke lijn uitstierf. Als er geen zoon was om de titel aan door te geven werd de titel via de dochter des huizes doorgeven aan haar man en eventuele nakomelingen. Aangezien de vrouw en haar toekomstige kinderen de naam van haar man en vader aannamen kwam het vorstendom hierdoor officieel onder leiding te staan van een ander vorstenhuis.
Graaf Willem met de Hoorn /
Bron: Antonio de Pereda, Wikimedia Commons (Publiek domein) De leden van het Huis Orange
In het jaar 460 werd de voormalige stad Arausio omgedoopt tot bisdom Orange waarmee de leiding over het gebied in handen kwam van bisschop Eutropius 'd Orange (begin vijfde eeuw - 475). Na het aantreden van bisschop Eutropius werd het een tijd stil rond Orange tot het gebied in de achtste eeuw weer onder de aandacht kwam nadat het was veroverd door de Sarecenen (een islamitisch volk afkomstig uit Noord-Arabië). Naar aanleiding van de belegering stuurde keizer Karel de Grote (747 of 748-814) zijn hoveling Guilaume d'Orange (circa 752 - circa 812) erop af, die de stad al snel wist te bevrijden. De verovering leverde Guilaume niet alleen de legendarische bijnaam 'Willem met de Hoorn' op maar zorgde er ook voor dat hij werd verheven in de adelstand en zich graaf mocht noemen van het gelijknamige graafschap Orange.
Graaf Willem met de Hoorn wist zijn titels diverse generaties lang succesvol door te geven tot Bertrand-Raimbaud d’Orange (onbekend – 1078) aan de macht kwam. Aangezien Bertrands zoon - én wettelijk opvolger - Raimbaut II d'Orange (1066-1121) de eervolle taak op zich had genomen om deel te nemen aan de Eerste Kruistocht, werd graaf Bertrand voor een probleem gesteld bij het opmaken van zijn testament. Aangezien de kans groot was dat zijn zoon niet zou terug keren uit het Heilige Land besloot hij zijn titel na te laten aan zijn dochter Tiburge I (1096-1150) en haar man Guilhem d'Omelas (onbekend-1156). Helaas voor Bertrand werd er uit het huwelijk van zijn dochter en haar man ook alleen een dochter geboren die de naam Tiburge II d'Orange (1130 - na 1198) kreeg. Na het overlijden van haar moeder erfde Tiburge II dan ook de titel die aan opa Bertrand had toebehoord en werd onder leiding van haar man Bertrand des Baux (1137-1181 of 1183) gravin d'Orange.
De leden van het Huis Baux
Bertrand des Baux was een telg uit een oude en adellijke familie en had mede daarom zeer goed contact met aankomend keizer Frédéric Barberousse (1122-1190). Nadat Barberousse in juli van het jaar 1178 tot keizer werd gekroond deelde hij diverse adellijke titels uit en één van de gelukkige die een nieuwe titel in ontvangst mocht nemen was Bertrand. Zijn graafschap Orange werd officieel verheven tot vorstendom waarna de titel van graaf werd vervangen door die van Prince d'Orange. Tot grote vreugde van de familie des Baux werd in 1182 Guillaume I des Baux (1182 - 1218) geboren waardoor Triburge en Bertrand in staat waren hun titel weer via de mannelijke lijn door te geven. In de jaren die volgden wisten de leden van het Huis Baux het vorstendom Orange enkele generaties lang in de familie te houden tot in het jaar 1340 toenmalige Prince d'Orange - Raymond V des Baux (1320-1393) - overleed zonder een mannelijke erfgenaam na te laten. In zijn testament had Raymond V bepaald dat zijn titel moest worden doorgegeven aan zijn oudste dochter Maria des Baux (1365-1417) en haar man Johann III van Chalon-Arlay (circa 1361 - 1418) in de hoop dat hun huwelijk weer een opvolger in de mannelijke lijn zou voortbrengen.
De laatste telg uit het geslacht Chalon; Filibert van Chalon /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD) De leden van het Huis Chalon
De gebeden van opa Raymond V werden verhoord toen Maria rond het jaar 1388 het leven schonk aan haar zoon én wettelijk opvolger Lodewijk II van Chalon-Arlay (circa 1388 - 1463). Aangezien Maria er zeker van wilde zijn dat het vorstendom Orange in handen van de familie Chalon zou blijven besloot ze niet alleen om Lodewijk aan te wijzen als erfgenaam maar bepaalde tevens dat, als de familie Chalon zou uitsterven in de mannelijke lijn, de titel moest worden terug gegeven aan haar dochter Alix van Chalon (1390-1457) of haar nakomelingen. In 1417 was het de beurt aan Lodewijk om in de voetsporen van zijn ouders te treden en ook hij wist de titel weer door te geven in de mannelijke lijn. Lodewijks zoon, Willem van Chalon-Arlay (circa 1417 - 1475), had de pech dat hij het tijdens zijn periode als Prince d'Orange aan de stok kreeg met de Franse koning Lodewijk XI (1423-1483) en diende - onder druk van de koning - de soevereiniteit van zijn vorstendom af te staan aan de Franse kroon. In de jaren die volgden wist het Huis Chalon de soevereiniteit van het vorstendom weer terug te krijgen en tevens de titel tot aan het begin van de zestiende eeuw probleemloos door te geven. Maar toen het huwelijk van Filibert van Chalon (1502-1530) kinderloos bleef besloot hij de zoon van zijn enige zus aan te wijzen als wettelijk erfgenaam.
Totaal overzicht graven en prinsen van Orange uit de Huizen Orange, Baux en Chalon
Graven van het Huis Orange | Regeerperiode |
Guilaume d'Orange (circa 752 - circa 812) | - |
Pons I d’Orange –Mevouillon (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) | - |
Pons II van Mevouillon (920-986) | - |
Laugier de Nice (950-1032) | - |
Raimbaut I de Nice (1006-1073) | - |
Bertrand-Raimbaud d’Orange (onbekend – 1078) | - |
Raimbaud II d’Orange (1066-1121) | - |
Tiburge d’Orange (1096-1150) | - |
Prinsen van het Huis Baux | Regeerperiode |
Bertrand I des Baux (1137 - 1181 of 1183) | 1171 - 1181 |
Guillaume I des Baux (1182 - 1218) | 1181 - 1218 |
Raymond I des Baux (1218 - 1282) | 1218 - 1282 |
Bertrand IV des Baux (1281 - 1314) | 1282 - 1314 |
Raimond des Baux IV (1314 - 1340) | 1314 - 1340 |
Raimond des Baux V (1340 - 1393) | 1340 - 1393 |
Maria des Baux (circa 1362 - 1417) | 1393 - 1417 |
Prinsen van het Huis Chalon | Regeerperiode |
Jan III van Chalon (circa 1361 - 1418) | 1393 - 1417 |
Lodewijk II van Chalon-Arlay (circa 1388 - 1463) | 1417 - 1463 |
Willem van Chalon-Arlay (circa 1417 - 1475) | 1463 - 1475 |
Jan IV van Chalon-Arlay (circa 1444 - 1502) | 1475 - 1502 |
Filibert van Chalon (1502 - 1530) | 1502 - 1530 |
De leden van het Huis Nassau
Door het uitsterven van de familie Chalon in de mannelijke lijn kwam het vorstendom Orange in handen van het Huis Nassau, al ging dit niet geheel zonder slag of stoot. Het was de Franse koning in hoogst eigen persoon die het vorstendom Orange toekende aan het Huis Nassau waarna Willem I al snel bekend werd als stamvader van het Huis Nassau - ook wel Oranje-Nassau.
De erfenis van Chalon
Na het overlijden van Filibert ging zijn titel over naar zijn elf jaar oude neefje René van Nassau-Breda (1519-1544) die door het huwelijk van zijn moeder - Claudia van Chalon (1498-1521) - met graaf Hendrik III van Nassau-Breda (1483-1538) behoorde tot het Huis Nassau. Om te voorkomen dat de erfenis zou worden onttrokken aan het Huis Chalon had Fillibert aan de vererving van de titel een aantal voorwaarden verbonden die Renés ouders - namens hem - zonder twijfelen accepteerden. Zo diende René naast de familienaam van Huize Chalon ook gebruik te maken van het familiewapen en -motto 'Je maintiendrai Châlon', iets dat hij in eerste instantie ook zonder protest deed. Toen René echter enkele jaren later ontdekte dat zijn oom via een aanhangsel in zijn testament het mogelijk had gemaakt de naamswijziging terug te draaien twijfelde René geen moment en nam direct zijn eigen familienaam - Nassau - weer aan. Tevens veranderde hij het familiemotto in 'Je maintiendrai Nassau' maar ging toch de geschiedenisboeken in als René van Chalon.
Opvolgingsconflict
Aangezien het huwelijk tussen René van Chalon en Anna van Lotharingen (1522-1568) geen kinderen had opgeleverd besloot René zijn Hollandse neef Willem I van Nassau-Dillenburg (1533-1584) te benoemen tot zijn wettelijk erfgenaam. Maar helaas bleek al snel na René's overlijden dat zijn testament in strijd was met dat van Maria des Baux. Aangezien Maria in het verleden had laten vastleggen dat de titel - in het geval van het uitsterven van de mannelijke lijn van de familie Chalon - moest worden terug gegeven aan haar dochter Alix of haar erfgenamen had René officieel het recht niet gehad Willem I van Nassau aan te wijzen als zijn erfgenaam. De nakomelingen van Maria en Alix besloten het testament van René aan te vechten bij de Franse rechtbank en werden al snel in het gelijk gesteld. Maar nog voor zij de titel en het bijbehorende vorstendom Orange konden opeisen besloot de Franse koning zich met de situatie te bemoeien. Aangezien de Spaanse Nederlanden, onder leiding van Willem I van Nassau, in opstand waren gekomen tegen hun Spaanse koning besloot de Franse koning het vonnis van de rechtbank te verwerpen en de titel en het vorstendom toe te wijzen aan het Huis Nassau. Onder invloed van het Huis Nassau werd - de van oorsprong - Franse titel Prince d'Orange al snel 'vernederlandst' naar prins van Oranghien om later te worden veranderd in prins van Oranje.
De prinsen uit het huis Nassau
Willem I van Nassau kwam door zijn prinselijke titel al snel bekend te staan als Willem van Oranje en was niet alleen belangrijk voor het vorstendom Orange maar ook voor de ontwikkeling van diverse gewesten in de Nederlanden. In zijn functie als stadhouder was hij actief betrokken bij de oprichting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en werd dan ook gezien als de stamvader van de dynastie van Oranje-Nassau. Helaas werd Willem van Oranje in het jaar 1584 om het leven gebracht waarna zijn prinselijke titel overging naar zijn oudste zoon Filips Willem (1554-1618) en zijn stadhouderlijke titel in handen kwam van zijn tweede zoon Maurits (1567-1625). Na het overlijden van zijn oudere broer erfde Maurits als nog de prinselijke titel waarna hij deze samen met de titel van stadhouder doorgaf aan zijn halfbroer Frederik Hendrik (1584-1647).
Splitsing van de prinselijke titel en het vorstendom
De familie van Nassau kreeg het in de jaren die volgden flink voor haar kiezen en verloor haar vorstendom Orange uiteindelijk aan de Franse koning Lodewijk XIV. Aan de wijziging ging anderhalf jaar van onderhandelen vooraf waarna in het jaar 1713 de Vrede van Utrecht door diverse Europese landen werd ondertekend.
Strijd om vorstendom Orange
Waar de zoon van Frederik Hendrik - Willem II (1625-1650) - een redelijk rustige periode had als stadhouder en prins van Oranje kreeg zijn zoon en opvolger, Willem III (1650-1702), het flink voor zijn kiezen. In 1672 verklaarden zowel Frankrijk als Engeland stadhouder Willem III en zijn Hollandse gewest de oorlog waarna de Franse koning per direct het vorstendom Orange annexeerde. Pas bij de ondertekening van de Vrede van Nijmegen in het jaar 1678 kwam er een einde aan de vijandigheden en verklaarde koning Lodewijk XIV zich bereid het vorstendom Orange terug te geven aan Willem III. In 1685 was het weer raak toen de Nederlanden verwikkeld raakten in de Negenjarige Oorlog en Frankrijk opnieuw besloot het vorstendom Orange te bezetten. Ook dit keer moest Willem III door middel van de vredesonderhandelingen af dwingen dat de Fransen hem zijn vorstendom terug gaven wat uiteindelijk ook gebeurde in het jaar 1697 na ondertekening van de Vrede van Rijswijk.
Vader des vaderlands Willem I van Oranje /
Bron: Adriaen Thomasz Key, Wikimedia Commons (Publiek domein) Strijd om de titel Prince d'Orange
Aangezien het huwelijk van Willem III geen kinderen had opgeleverd waren meerdere mensen na zijn overlijden van mening in aanmerking te komen voor de titel van prins van Oranje. Zo was Willems achterneef, Johan Willem Friso van Nassau-Diets (1687-1711), van mening recht te hebben op de titel aangezien hij via zijn beide oma's een rechtstreekse nakomeling was van Willem I van Oranje. Maar ook de aankomend koning van Pruisen, Frederik I Hohenzollern (1657-1713), deed een gooi naar de titel aangezien hij een kleinzoon was van Frederik Hendrik van Nassau. Terwijl Johan Willem Friso en Frederik vochten om de titel en het bijbehorende vorstendom trok de Franse koning Lodewijk XIV zich niets aan van hun strijd. Aangezien er op dat moment geen Prince d'Orange was en het vorstendom in zijn land lag besloot hij Orange simpelweg weer onderdeel te maken van Frankrijk en vroeg het Franse Parlement om Frans Lodewijk van Bourbon-Conti (1664-1709) - afkomstig uit het Huis Mailly-Nesles - aan te wijzen als leider van het gebied.
Vrede van Utrecht
De situatie in Europa was sinds het uitbreken van de Hollandse Oorlog in 1672 voortdurend gespannen geweest en in de jaren 1711 en 1712 besloten de verschillende Europese leiders en vorsten bijeen te komen om de situatie te bespreken. De onderhandelingen vonden plaats in de Hollandse stad Utrecht maar ondanks het feit dat de Republiek de gastheer was tijdens de besprekingen had ze weinig in de melk te brokkelen. Na anderhalf jaar van onderhandelen, bespreken en soebatten wisten de landen in het jaar 1713 eindelijk een vredesovereenkomst op papier te krijgen wat voor het Huis Nassau betekende dat ze afstand moesten doen van vorstendom Orange en de daarbij behorende prinselijke titel. Het vorstendom werd door de aanwezigen van de vredesbespreking toegekend aan Frankrijk waarna de prinselijke titel werd losgekoppeld en werd toegekend aan de koninklijke familie van Pruisen - Huis Hohenzollern- én de Franse familie Mailly-Nesles.
Titulair prins
Stadhouder Willem IV kon het verlies van de prinselijke titel maar niet naast zich neerleggen waarna hij in het jaar 1732 een deal wist te sluiten met de toenmalige koning van Pruisen. De heren van het Huis Nassau mochten de prinselijke titel weer gaan gebruiken wat er toe leidden dat de kleinzoon van Willem IV - Willem VI - in het jaar 1815 zelfs tot koning der Nederlanden werd gekroond.
B]Titulair prins[/B]
Na de ondertekening van de Vrede van Utrecht werd de titel van Prins van Oranje (Prince d'Orange) een titulaire titel wat betekende dat ze alleen nog maar bestond op papier. De heren die de titel prins van Oranje mochten dragen konden na het jaar 1713 geen aanspraak meer maken op het gelijknamige vorstendom maar mochten wel blijven profiteren van de voordelen die het hebben van een prinselijke titel met zich mee bracht. Terwijl de vredesonderhandelingen in volle gang waren overleed stadhouder Johan Willem Friso en liet - zoals gebruikelijk - zijn beide titels na aan zijn zoon en wettelijk opvolger Willem IV (1711-1751), maar bij het bereiken van het jaar 1713 werd de prinselijke titel Willem weer ontnomen aangezien hij er geen recht op had. Gezien de verbondenheid van het Huis Nassau met de titel van prins van Oranje besloot Willem IV in onderhandeling te treden met het Huis Hohenzollern waarna beide partijen een overeenkomst wisten te bereiken in het jaar 1732. Naast de koning van Pruisen mochten ook Willem IV en zijn nakomelingen de titel prins van Oranje weer gebruiken.
Koning Willem I der Nederlanden /
Bron: Joseph Paelinck, Wikimedia Commons (Publiek domein) Koninkrijk der Nederlanden
In het jaar 1795 was de politieke situatie in de Nederlanden - onder invloed van de Franse generaal Napoleon Bonaparte (1769-1821) - zo gespannen dat het volk de huidige prins van Oranje - Willem VI (1772-1843) - massaal erkende als stadhouder van hun gewesten. Willem VI kreeg hierdoor in één klap de leiding over de gehele Nederlanden en werd hiermee in feite koning zonder kroon. Gezien het enorme vertrouwen van het volk in Willem VI besloot de Nederlandse Staten-Generaal hem in het jaar 1813 officieel de titel van soeverein vorst aan te bieden waarna zijn kroning tot koning Willem I in het jaar 1815 volgde. Na zijn kroning besloot koning Willem I zijn titel van prins van Oranje meteen door te geven aan zijn zoon Willem Frederik George Lodewijk (1792-1849) - kortweg Willem II - waarna meteen werd vastgelegd dat de titel van prins voortaan zou toebehoren aan 'de zoon des Konings'.
Prins of kroonprins
Gezien het feit dat adellijke titels alleen via de mannelijke familielijn konden worden doorgegeven waren de aankomend prinsen van Oranje tevens ook kroonprins van de Nederlanden. Mede doordat de twee titels nauwelijks van elkaar verschilden werden ze al snel als één gezien en de wettelijk troonopvolger werd in de volksmond dan ook simpelweg prins van Oranje-Nassau genoemd. Met het aantreden van koning Willem III (1817-1890) ontstond er een probleem in de opvolging toen alle drie zijn zonen - Willem (1840-1879), Maurits (1843-1805) en Alexander (1851-1884) - op jonge leeftijd overleden en er dus een aantal generaties lang geen mannelijke erfgenaam was om de titel van prins van Oranje aan door te geven. Bij het bereiken van het jaar 1980 kwam hier verandering in toen prinses Beatrix (1938) werd gekroond tot koningin der Nederlanden en haar zoon (huidig koning) Willem Alexander (1967) de titel kroonprins der Nederlanden en prins van Oranje ontving. Onder leiding van koningin Beatrix vond er in 1983 een wijziging in de wet plaats waardoor het in de jaren die volgden ook mogelijk werd de titel door te geven aan de vrouwelijke nakomelingen van het Huis Nassau.
Totaal overzicht van de titulair prinsen van Orange uit de Huize Bourbon-Conti (opgegaan in Huis Mailly-Nesles), Hohenzollern en Nassau
Prinsen uit het Huis Bourbon conti | Regeerperiode |
Lodewijk Armand II van Bourbon-Conti (1695-1727) | 1714 - 1727 |
Prinsen uit het Huis Mailly-Nesles | Regeerperiode |
Louis I Charles de Mailly (1618-1708) | 1706 - 1708 |
Louis II de Mailly (onbekend) | 1708 - 1764 |
Louis III de Mailly (1689-1767) | 1764 -1767 |
Louis-Joseph Augustin de Mailly-Rubempré (1744-1810) | 1767 - 1810 |
Adrien-Joseph Auguste Amalric de Mailly (1792-1878) | 1810 - 1872 |
Ferry Paul Alexandre de Mailly-Nesle (1821-1872) | - |
Arnoul-Adrien Auguste de Mailly-Nesle (1853-1897) | 1878 - 1897 |
Augustin Christian Robert Ferry de Mailly-Nesle (1884-1955) | 1897 - 1955 |
Jean Arnoult Auguste de Mailly-Nesle (1916-2001) | 1955 - 2001 |
Guy Marquis de Mailly-Nesle (1939) | 2001 - heden |
Prinsen uit het Huis Hohenzollern | Regeerperiode |
Frederik I van Pruisen (1657-1713) | 1702 - 1713 |
Frederik Willem I (1688-1740) | 1713 - 1740 |
Frederik II (1712-1786) | 1740 - 1786 |
Frederik Willem II (1744-1797) | 1786 - 1797 |
Frederik Willem III (1770-1840) | 1797 - 1840 |
Frederik Willem IV (1795-1861) | 1840 - 1861 |
Willem I (1797-1888) | 1861 - 1888 |
Frederik III (1831-1888) | 1888 |
Willem II (1859-1941) | 1888 - 1941 |
Willem van Pruisen (1882-1951) | 1941 - 1951 |
Lodewijk Ferdinand (1907-1994) | 1951 - 1994 |
George Frederik (1976) | 1994 - heden |
Prinsen. kroonprinsen en prinsessen uit het Huis Nassau | Regeerperiode |
Johan Willem Friso van Nassau – Dietz (1687-1711) | 1702 - 1711 |
Willem IV van Oranje-Nassau (1711-1751) | 1711 - 1751 |
Willem V van Oranje-Nassau (1748-1806) | 1751 - 1806 |
Willem VI van Oranje-Nassau – werd gekroond tot koning Willem I (1772-1840) | 1806 - 1840 |
Willem II der Nederlanden (1792-1849) - kroonprins en latere koning | 1815-1840 |
Willem III der Nederlanden (1817-1890) - kroonprins en latere koning | 1840 - 1849 |
Willem (1849-1879) - overleed als kroonprins | 1849 - 1879 |
Alexander ( (1851-1884) | 1879 - 1884 |
Gezien het gebrek aan opvolgers in de mannelijke lijn was er in deze periode geen kroonprins | 1884 - 1980 |
Willem-Alexander der Nederlanden (1967) | 1980 - 2013 |
Catharina-Amalia (2003) | 2013 - heden |