Het huwelijk van Prins Bernhard - verandering van het beeld
Het beeld dat in de jaren 1950-’60 van Prins Bernhard en Koningin Juliana bestond en in stand werd gehouden was er een van een gelukkig getrouwd paar, met vier lieve dochters. Kortom, een goed huwelijk en een ideaal, harmonieus gezin. Dat beeld is dramatisch veranderd in de loop der jaren. Dat begon al met de kanteling in de laatste decennia van de 20e eeuw van het ideaalbeeld van Prins Bernhard. Toen werd het duidelijk dat niet alleen hij maar ook zijn huwelijk helemaal niet ideaal was. Dat inzicht is in 2016 uitermate versterkt door de publicatie van het boek van J. Withuis over Juliana, en ook meer algemeen verbreid omdat het boek een bestseller was en veel besproken werd in de media in. Vergelijk bijvoorbeeld hoe het huwelijk in dat boek wordt geschetst, met wat er naar voren gebracht werd door A. Hatch in de officiële biografie over Bernhard uit 1962.
Inhoud
Een ideaalbeeld
In de talrijke publicaties die er in jaren tot ongeveer de laatste twee decennia van de 20e eeuw over
Prins Bernhard en
Koningin Juliana verschenen, wordt een uitermate positief beeld geschetst van beiden, zo ook van hun huwelijk en het koninklijk gezin. Dat gebeurde niet alleen in de vele bladen en diverse oranjegezinde brochures en boekjes, maar ook in de boeken geschreven door hooggekwalificeerde mensen als Prof. J. Waterink en natuurlijk de Bernhard-biografie van Alden Hatch.
Aan vorming van dat ideaalbeeld droegen zeker ook de (bioscoop)journaals en diverse radio- en tv-programma's bij. Alleen al de fraaie tv-beelden van het jaarlijks defilé op 30 april, in verband met de verjaardag van Juliana, hebben zich onuitwisbaar vastgezet in het collectieve geheugen van Nederland - sowieso in dat van de generatie die in de jaren ’50 - ’60 is opgegroeid.
De biografie van A. Hatch
Het hiervoor bedoelde beeld wordt dus onder meer geschetst in de biografie, verschenen in 1962, die Alden Hatch schreef van de prins. Het is, zoals de titelpagina van het boek vermeldt, een
geautoriseerde biografie. Met andere woorden, Bernhard heeft zelf goedgekeurd wat er geschreven staat. Hij heeft zelf ook de nodige gegevens aangedragen; zoals de biograaf het in zijn Woord Vooraf aangeeft: Ik wil mijn dank betuigen aan “(…) Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden, die urenlang met mij heeft gesproken (…) en die mij eerlijk en openhartig heeft verteld over de dingen die hij heeft bereikt en de dingen die hem zijn mislukt. (…) Ik ben de Prins bijzonder dankbaar voor zijn openhartigheid. Hij heeft grote eerbied voor de waarheid en vertelde alles ronduit, ook wanneer hij zichzelf daarbij in een minder gunstig daglicht plaatste." Bovendien was de koningin er ook bij betrokken: “Soms kwam Hare Majesteit Koningin Juliana binnen en nam aan het gesprek deel.” Verder bedankt de auteur nog onder vele anderen de moeder van de Prins, Prinses Armgard, dochter H.K.H. Prinses Beatrix, de particulier secretaris en de privé secretaresse van Z.K.H. voor hun medewerking.
Een ideale man en een ideaal gezin
Hatch begint de biografie van Prins Bernhard met een beschrijving van een dagje uit het leven van de prins en zijn gezin op Soestdijk (p. 13): Natuurlijk vertoeft Bernhard vanwege zijn
goodwill-reizen veel in het buitenland en heeft overal zijn verplichtingen, maar hij heeft ook een huiselijk leven, op Soestdijk. Op zo’n dag, zo blijkt uit de beschrijving van Hatch, ontbijt hij samen met Juliana; bij het diner zit het hele gezin aan tafel. Hij doet ’s avonds nog een woordspelletje met zijn vrouw (die daar zo van houdt). Kortom, huiselijk en gezellig, geen wanklank. Tussendoor vergadert Bernhard, ontvangt bezoekers en dicteert brieven. Tegen tien uur ’s avonds gaat hij naar bed waar hij ook nog wat rapporten leest.
Hoe kon Bernhard zijn veelomvattende taak en moeilijke positie als prins-gemaal zo uitmuntend vervullen? Dat kon volgens Hatch dankzij zijn (goede) karaktereigenschappen en wat het huwelijk betreft door de “liefde en begrip voor elkaar die de verhouding beheersen.” Hatch vergelijkt wat dat betreft het huwelijk van Juliana en Bernhard met dat van
Koningin Victoria en Prins Albert (p. 14).
Het andere beeld
Het andere, minder positieve beeld - om het zacht uit te drukken -, komt in verschillende publicaties aan de orde. Daarbij kan de Lockheed-affaire (1976), het omkoopschandaal waarbij Bernhard schuldig werd bevonden en hij zijn functies in het bedrijfsleven en krijgsmacht neer moest leggen, als kantelpunt aangewezen worden. Het toppunt van ‘onderuithalen’, kwam meteen al in 1979 met de publicatie van de omstreden biografie van Prins Bernhard geschreven door W. Klinkenberg. De auteur, communist en fel tegenstander van het koningshuis, schetste daarin een zodanig ongenuanceerd negatief beeld van Bernhard dat het boek niet echt serieus genomen werd. Wel bleven serieus-genomen publicaties het eens bestaande mooie beeld van de Prins verder afbreken.
Buitenechtelijke escapades
De negatieve publicaties hadden ook betrekking op het huwelijk van de prins. Het werd steeds duidelijker dat het beeld van de ideale, trouwe, liefhebbende echtgenoot niet klopte. Wie nog twijfelden gingen medio december 2004 de ogen wel open. Toen verscheen een opzienbarend artikel van de journalisten J. Tromp en P. Broertjes met Prins Bernhard (die een paar weken daarvoor was overleden) in de Volkskrant - gezien de publiciteit die het kreeg en de impact die het had, kan dat nu wel ‘het historische artikel’ genoemd worden. In een serie interviews die plaatsvonden in de periode 2001-2004 vertelde de prins openhartig over zijn buitenechtelijke escapades; er bestonden wel vermoedens maar die waren nooit bevestigd. Nu dus wel en nog door de prins zelf ook … Zo werd nu opeens algemeen bekend dat hij geen vier maar zes dochters had, die ook alle zes zouden erven. En hij had ook ‘gewoon’ contact met de halfzussen van de vier prinsessen. Hij verklaarde bovendien, laconiek, dat Juliana het wist en er niet moeilijk over deed (wat niet klopt, zo bleek uit latere publicaties).
De boeken van Annejet van der Zijl en Jolande Withuis
In het genoemde interview deelde Bernhard ook mee, waarom hij zo openhartig was: “Als het beeld is dat ik zo nu en dan een deugniet was, dan gun ik dat de mensen. Maar ik zou het erg vinden als ze denken: hij deugde niet.” Dat voordeel werd de prins door velen nog wel gegund – er kunnen immers ook de nodige positieve zaken op zijn conto geschreven worden. Tot het boek verscheen van Annejet van der Zijl
Prins Bernhard - Een verborgen geschiedenis (Querido, 2010). De tolerantie die toen bij velen nog wel bestond ten aanzien van de prins verdween nagenoeg en het oordeel over zijn huwelijk sloeg nu wel helemaal om. In tegenstelling tot wat hij had beweerd in de Volkskrant bleek uit het boek van Van der Zijl, zo werd over het algemeen geoordeeld, dat hij niet alleen een deugdniet was geweest, maar ook niet deugde. Voorlopig hoogtepunt – dieptepunt zo u wilt – in dit verband is de biografie van Juliana geschreven door Jolande Withuis
Juliana – Vorstin in een mannenwereld (De Bezige Bij, 2016). Het beeld dat daarin van de prins naar voren komt is ronduit ontluisterend. Bovendien was het boek een bestseller die in vele media veel aandacht kreeg waardoor het ontluisterde beeld nog meer algemeen bekend en als absolute waarheid gezien werd.
Een vergelijking van beelden
Aan de hand van het boek van J. Withuis over Juliana worden hieronder een aantal voorvallen uit de tijd van verloving en huwelijk van Juliana en Bernhard vergeleken met traditionele beeld zoals dat door A. Hatch wordt geschetst. (Het betreft slechts een paar voorvallen ter illustratie van een uitgebreide geschiedenis. De genoemde bronnen geven meer informatie.)
Het jonge paar verloofd en getrouwd
Een tekenend voorbeeld van een volstrekt eenzijdige lofzang op het koninklijk paar in de periode voor Juliana koningin werd is het boek
Onze jonge koningin thuis van J. Waterink (Zomer en Keuning, 1948). De kennismaking van Juliana met Bernhard in 1936, de verlovingstijd en de eerste jaren van het huwelijk, worden hier beschreven als ware het een sprookje, een romance vol wederzijdse liefde die volgde na een toevallige ontmoeting in Igls (Oostenrijk) tijdens een wintersportvakantie – het begon “als een idylle in de bergen” (p. 110). Het Nederlandse volk was in ieder geval enthousiast over de verloving. Zo ook Koningin Wilhelmina. De blijde gevoelens komen treffend naar voren in de rede waarmee ze haar schoonzoon aan het volk voorstelde: "(…) Ik kan U niet zeggen, hoe dankbaar Ik ben dat deze verloving eene is, die uitsluitend berust op beiderzijdse genegenheid, den besten waarborg voor eene gelukkige toekomst.” Ze acht de keuze van haar dochter ”(…) alleszins verstandig, gezien de goede eigenschappen die Mijn aanstaande schoonzoon bezit (…)” (geciteerd in Waterink, p. 123).
Hatch (p. 64 e.v.) geeft natuurlijk eveneens een positief beeld. Maar hij veronderstelt (met goedkeuring van Bernhard natuurlijk), afwijkend van Waterink, dat de ontmoeting tussen prins en kroonprinses wel met voorbedachten rade plaatsvond. Het initiatief om te komen tot een ontmoeting werd genomen door het Nederlands Koninklijk Huis – nadat er een nauwkeurig onderzoek was ingesteld naar Bernhards antecedenten (met een louter positieve uitkomst, vanzelfsprekend).
Het andere verhaal
A. v.d. Zijl komt met
een heel ander verhaal (p.187 e.v.): Het lukt maar niet om de Juliana aan een geschikte echtgenoot te koppelen, Bernhards familie is daarvan op de hoogte en zet de prins op het spoor van de kroonprinses. Bernhard wil wel, want hij is uit op avontuur, aanzien en geld voor zijn armlastige familie, en laat een ontmoeting organiseren. J. Withuis beaamt dit alles en gaat nog een stapje verder: De prins was lid geweest van onderafdelingen van de SA, SS en NSDAP, maar hij wist dat slim te verbergen en het lukte hem, de vlotte
bonvivant, een schatrijke prinses aan de haak te slaan.
Een sprookjeshuwelijk?
Wat Waterink en zijn achterban betreft - voor de meeste Nederlanders in die tijd - was het een sprookjeshuwelijk vol van wederzijdse liefde en geluk. Hatch's weergave is minder idyllisch, maar Bernhard is in zijn beschrijving wel de vlotte aantrekkelijke jongeman die gaarne bereid was de lieve, maar ook heel verlegen en enigszins wereldvreemde Juliana te ontmoeten en “de rol van Pygmalion” te spelen (p. 66). Hoe vaker hij haar zag, hoe beter ze hem beviel en tenslotte was hij tot over zijn oren verliefd. En zij begroette hem als een geschenk uit die andere door haar zo begeerde wereld: de eigentijdse moderne wereld, vrij van het stijve, ouderwetse hof met het knellende protocol.
Juliana's rol tijdens de oorlog
In de traditionele beeldvorming is Bernhard de oorlogsheld, de adjudant van de Moeder des Vaderlands die vanuit Londen de Duitse bezetter bestrijdt. Juliana’s rol in de oorlog is daarbij minder heldhaftig, meer de ‘gewone’ moeder die op veilige afstand, in Canada, voor haar kinderen zorgt en zelfs graag meedeed met huishoudelijk werk. Wel bezorgd vanwege het vaderland, haar echtgenoot en haar moeder, maar verder niet actief optredend tegen de vijand. Withuis beschrijft een heel andere Juliana. Een vrouw die er inderdaad van genoot ‘gewoon’ te kunnen zijn, vrij van het hofprotocol, maar die bepaald niet passief was. Ze zette zich volledig in, zowel in Canada als Amerika, in woord en daad, voor het Vaderland, voor de Nederlanders van de koopvaardij in het buitenland en de Nederlandse strijdkrachten in den vreemde. Ze ontwikkelde zich tot een zelfstandige, zelfbewuste kroonprinses, een ware ambassadrice voor Nederland die in vele redevoeringen - 150 pagina’s bedrukte tekst (p. 256) - die ze zelf schreef, soms in militante bewoording, sprak van strijd tegen het kwaad waaronder haar vaderland leed.
Bernhard en Juliana in het buitenland
Hatch vermeldt hoe Bernhard zijn heldenrol net als in Nederland ook in het buitenland vervulde. De prins bracht als eerste lid van het koninklijk huis een bezoek aan “West-Indië” (p. 120). En hij bezocht natuurlijk regelmatig Canada, vanwege vrouw en kinderen. Amerika was eveneens een reisdoel, ook om met President Roosevelt de oorlogssituatie te bespreken. Zo ook in juni ’41. Bernhard voerde, alleen, lange nachtelijk gesprekken met de president. Withuis geeft een andere lezing (p. 276). Zij vertelt dat Juliana toen een bezoek bracht aan Roosevelt en diens vrouw Eleanor. Bernhard mocht mee als partner. Eleanor schreef in een column dat haar man toen met
beide “jonge mensen” de toestand in de wereld doornam. Juliana had sowieso veel contact met Eleanor, met wie ze ook na de oorlog bevriend bleef.
Competentiestrijd en toegeëigende vrijheid
Withuis beschrijft nadrukkelijk hoe Juliana zich in Canada ontwikkelde tot een zelfbewuste vrouw die veel ondernam en ook duidelijk maakte dat ze in de toekomst, na de oorlog, een duidelijke taak in het vaderland wilde vervullen. In een brief aan haar moeder liet de kroonprinses weten dat ze na de oorlog een werkelijke rol wenste te vervullen “en niet alleen het refrein [wilde worden] van het liedje dat Bernhard zingt!!!” - Inderdaad, met drie uitroeptekens (p. 290). Withuis constateert dat er een competentiestrijd was ontstaan tussen de echtelieden en een rivaliteit die na de oorlog “in een venijnige vorm werd gecontinueerd" (p. 296). Bernhard gunde Juliana haar succes niet. Hij had trouwens ook in de oorlog niet opgehouden met zijn gewoonte om zijn vrouw met minachting en afkeuring te behandelen. Zo uitte hij tegenover haar onomwonden kritiek op haar uiterlijk en kleding. Niets daarover bij Hatch, en zeker ook niet over de (nu alom bekende) buitenechtelijke escapades. Hatch schetst de Prins alleen maar als dappere held en toegewijde schoonzoon en vader. Withuis stelt dat Bernhard zich in Londen onder meer alle seksuele vrijheid had gegund en die ook behield, maar Juliana gunde hij niet de in Canada verworven winst (een zelfbewuste houding en de ontwikkeling van haar capaciteiten).
Affaires in de jaren 50
In de jaren 50 kwam het tot meerdere botsingen tussen Koningin Juliana en Prins Bernhard. De zaken lagen daarbij zo persoonlijk, principieel en gevoelig - ook politiek - dat een echtscheiding en constitutionele crisis dreigde. Het is een omvangrijke geschiedenis met vele kanten, hier kunnen slechts een paar hoofdzaken genoemd worden.
Greet Hofmansaffaire
Als er een zaak is geweest die na de oorlog, in de jaren 50, de verhouding Juliana – Bernhard op scherp heeft gezet was dat wel de Greet-Hofmansaffaire – een affaire waarbij koningin en prins elkaars tegenstander waren. Er waren verschillende mensen bij betrokken zodat er zich na enige tijd twee partijen vormden: die van Juliana en die van Bernhard. Er dreigde niet alleen een echtscheiding tussen de twee, maar ook een constitutionele crisis waarbij het functioneren van de monarchie in het geding zou komen. Het is het Hof en de regering in die tijd gelukt om een en ander voor het grootste deel uit de vaderlandse publiciteit te houden – die affaire paste immers niet in het zorgvuldig in stand gehouden ideaalbeeld van het koninklijk paar en het functioneren van de monarchie. Hatch/Bernhard heeft de affaire niet verzwegen in de biografie uit ’62, maar veel wordt er niet over gezegd. Het beeld van het harmonieus levend koninklijk echtpaar blijft volledig intact: In goed onderling overleg, waarbij ook de regering betrokken was, werd besloten de bron van alle narigheid, de genezeres Hofmans, van het hof te verwijderen. (Van Hofmans was, achteraf gezien ten onrechte, verwacht dat die de oogkwaal van Prinses Marijke zou kunnen verhelpen.) Volledigheidshalve zij hier vermeld dat
Wilhelimina in
Eenzaam maar niet alleen de kwestie helemaal verzwijgt. Ze heeft ongetwijfeld niets naar buiten willen brengen dat nadelig zou kunnen zijn voor ‘de kinderen’. Dat alleen al omdat er een hechte band was tussen Juliana en haar moeder. Waarbij opgemerkt dient te worden dat de moeder in de echtelijke strijd zonder meer solidair was met de dochter (“mijn geliefd kind”, zoals Wilhelmina haar noemde.)
De Oude Loo-conferenties
Ook de Oude Loo-conferenties (op het terrein van
paleis Het Loo in Apeldoorn), gehouden in de periode 1951-’57, speelden een rol in de problematische verhouding Juliana-Bernhard. De twee zaken hielden verband met elkaar omdat de conferenties georganiseerd werden door de spiritueel-leider J.W. Kaiser en de kring rond Greet Hofmans waar ook Juliana deel van uitmaakte. Volgens Withuis (p. 431 e.v.) waren de ‘geestelijke vredesconferenties’ op het Oude Loo een initiatief van Juliana. In het boek van Hatch komen ze niet ter sprake, laat staan de problemen die ermee samenhingen. En problemen rond de conferenties waren er vele. De regering maakte zich er zorgen over, kritiek van kerkelijke zijde werd gevreesd en Bernhard stond ook hier lijnrecht tegenover zijn echtgenote. Hij moest niets hebben van de ‘zweverige, pacifistische’ inzichten van de groep rond Juliana - Hofmans.
De vorming van het andere beeld
Behalve in de bestsellers van Van der Zijl en Withuis werd en wordt er ook in andere publicaties een beeld van Bernhard en zijn huwelijk getoond dat haaks staat op het traditionele beeld dat in de jaren 50-60 was ontstaan. Het boek van Klinkenberg werd al genoemd, zo ook het geruchtmakend interview dat in 2004 in de Volkskrant verscheen.
Meer publicaties
Maar er was meer. Zo verscheen in 2008 van C. Fasseur
Juliana en Bernhard - het verhaal van een huwelijk 1936-1956, gebaseerd op brieven die tot dan toe nog nooit ingezien waren. Het is ‘Een verslag van een huwelijksstrijd’ volgens een recensie. In 2011 schreef M. van der Linden een boek onder de veelzeggende titel
De vrouwen van Bernhard (dat wil zeggen het gaat behalve over Juliana ook over zijn geheime liefdes, de halfzussen van de vier prinsessen en ook over de binding met zijn moeder
Armgard). Ook het boek
Niets was wat het leek van G. Aalders uit 2014 schetst een vernietigend negatief beeld van de Prins, inclusief zijn huwelijk.
Lees verder