William Turner: Britse landschaps- en marinesschilder
William Turner is een Engelse schilder, vooral bekend om zijn landschappen en zijn scheepstaferelen. Hij wordt meestal tot de romantiek gerekend omwille van zijn geel-oranje, wazige schilderijen. William Turner reisde veel. Hij verplaatste zich geregeld in Engeland zelf, maar bezocht ook Nederland, Frankrijk en Italië. Minder bekend, hij bezocht ook verschillende malen de Moezelstreek. In 2014 kwam een film uit onder de naam Mr. Turner. Deze film behandelt de laatste vijfentwintig jaar van het leven van deze in zichzelf gekeerde, tamelijk norse man.
William Turner
De jonge William Turner
Joseph Mallord William Turner werd geboren in Londen in 1775 en stierf in Londen (Chelsea) in 1851. Zijn vader, eveneens William Turner genaamd, was pruikenmaker en later kapper. Zijn moeder, Mary Marshall was huisvrouw maar was mentaal nogal labiel. Omdat zijn moeder niet echt in staat was om voor hem te zorgen en omdat hijzelf een zwakke gezondheid had, werd hij naar een oom gestuurd die aan de Theems woonde, in Brentford. Daar begon William Turner te schilderen, zonder enige opleiding genoten te hebben. In 1786 ging hij naar een school in Kent, eveneens aan de Theems. De vele schilderijen die hij daar maakte, zette vader Turner in het uitstalraam van zijn zaak.
De Royal Academy of Arts
Op vijftienjarige leeftijd werd William Turner hoogst uitzonderlijk toegelaten in de Royal Academy of Arts. Later zou hij er zelf ook professor worden en de kunst van het landschapsaquarel doceren. Want dit was Turners specialiteit. Men ziet hem zelfs als de grondlegger van de aquarellandschapsschilderkunst.
Reizen als inspiratiebron
William Turner reisde veel. In 1792 en 1795 reisde hij naar Wales en later ook naar het Lake District. In 1802 begaf hij zich naar Frankrijk en Zwitserland, tussen twee Napoleontische oorlogen in. In Parijs bezocht hij onder andere het Louvre. Later ging hij naar Italië waar hij erg onder de indruk was van het mooie licht. Hij schetste er vele boeken vol. Ook de Alpen lieten een diepe indruk op hem na en na deze reizen schilderde hij heel wat historische taferelen met onder andere de Alpen als achtergrond. Ook de Seine en dan vooral de streek rond de
Boucles de la Seine inspireerden hem. Door zijn fascinatie voor het licht werden zijn achtergronden steeds waziger, zijn onderwerpen versmolten als het ware met het licht. In die periode schilderde William Turner ook graag marines en treinen. Op het einde van de
Kleine Ijstijd kreeg het licht een aparte kleur. Er waren fantastische zonsondergangen in geel, oranje en violette tinten en avondluchten met oker-gele tinten. Dit zie je zeker in de schilderijen van William Turner.
William Turner privé
William Turner is de brug tussen de Romantiek en het Modernisme. In 1804 liet hij een eigen galerij in zijn huis bouwen waarin hij exposeerde. Voor die tijd was dit een unicum. Over zijn privéleven is er maar weinig bekend. Hij was erg op zijn privacy gesteld. Hij hield van kinderen. Zelf trouwde hij nooit. Hij had wel een maîtresse bij wie hij twee dochters verwekte. Op het einde van zijn leven had hij een andere maîtresse, Sarah Danby, met wie hij uiteindelijk ging samenwonen. Hij ijverde voor de afschaffing van de slavernij. Zijn hobby was vissen.
De laatste jaren van zijn leven
Op het einde van zijn leven kreeg William Turner af te rekenen met heel wat gezondheidsproblemen. Hij had problemen met zijn ademhaling, met zijn hart en hij leed ook aan oogcataract. Hierdoor kreeg hij last met het zien van kleuren en het is mede daardoor dat zijn latere werken weinig contrastrijke kleuren bevatten.
Op 76-jarige leeftijd overleed William Turner in Chelsea, London, in het huis dat zijn maîtresse Sarah Danby had gekocht. Hij ligt begraven in de St. Paul's Cathedral. Voor de kathedraal staat een standbeeld van hem, van de hand van Patrick MacDowell. Zijn schilderijen liet hij na aan de Britse overheid. Door een erfeniskwestie werden zijn schilderijen en schetsen na twintig jaar overgedragen aan het British Museum. Driehonderd olieverfschilderijen en 30.000 aquarellen zijn nu te bezichtigen in de Tate Gallery in London. Andere schilderijen belandden in privécollecties, een enkele hangt in het Louvre in Parijs en nog een ander schilderij maakte het zelfs in Australië.
Beilstein door W. Turner (onderaan)
William Turner in de Moezelstreek
In een Duitse reisgids (Nicole Hess: Mosel) wordt zo over William Turner gesproken: “een man in een boot, een tekenpotlood in de hand, de ogen afwisselend op beide oevers gericht. Een norse, onvriendelijke reiziger, die de scheepskapitein geen blik gunt maar die uit zijn verfdoos de mooiste tonen tovert – dat is de Britse landschapsschilder William Turner op zijn reizen in de Moezelstreek.” Deze beschrijving komt goed overeen met wat in de film Mr. Turner wordt getoond. William Turner als norse, eenzelvige man, steeds op zoek naar het perfecte plaatje. In tegenstelling tot de film, waarin de nadruk wordt gelegd op William Turner als schilder van scheepstaferelen, spreekt men hier meer van een landschapsschilder.
In 1824 en in 1839 heeft William Turner de Moezel tussen Metz en
Koblenz tweemaal afgevaren, telkens in de nazomer. De eerste maal zag hij het
Moezeldal slechts van op de boot, met uitzondering van overnachtingen in Neumagen, Trarbach en Cochem. De tweede maal ging hij vaker aan land en maakte hij ook wandelingen door de wijnbergen. Ook in 1840 reisde Turner door de Moezelstreek. De meeste schilderijen in de Moezelstreek maakte hij van Cochem. Verder was hij ook nog te vinden op de Zillesberg in
Treis, in
Beilstein, in
Klotten nabij Burg Coraidelstein en in Gondorf. Ook Burg Eltz werd vastgelegd op de typische Turnermanier en van
Heidelberg maakte hij het schilderij "Heidelberg met Regenboog" (1841).
Mr. Turner: de film
De Britse film Mr. Turner van regisseur Mike Leigh uit 2014 geeft een beeld weer van de laatste vijfentwintig jaar in het leven van William Turner, van 1830 tot aan zijn dood in 1851. We zien de innige band die William Turner (Timothy Spall) had met zijn vader en hoe hij lijdt wanneer deze laatste overlijdt. We krijgen een beeld van een norse, tamelijk asociale man die graag alleen op stap gaat om te tekenen en te schilderen. Niet alleen in Engeland maar ook in Nederland. In de film wordt vooral de nadruk gelegd op het schilderen van scheepstaferelen. In hogere kringen wordt hij door sommigen vereerd, door andere verguisd. Vaak drijft hij de spot met anderen. We zien ook hoe de relatie met zijn minnares Sarah Danby (Dorothy Atkinson), de eigenares van een klein pension bij de Theems, ontstaat en hoe zorgzaam zij voor hem is. Op het einde van zijn leven gaan ze zelfs samenwonen op een plek dichter bij Londen, zodanig dat hij niet steeds de vermoeiende reis moet maken om naar haar toe te komen. Wel is de film vergeten te tonen dat Turner ook aan de Moezel heeft gezeten en daar onder andere schilderijen van Beilstein heeft gemaakt. Al bij al is Mr. Turner een heel trage film waarin weinig gebeurt en toch blijft men kijken naar het vreemde leven van deze intrigerende man.