Schilderkunst 19e eeuw: Engelse landschapsschilderkunst
De Engelse landschapsschilders uit de negentiende eeuw, de tijd van de romantiek, vereeuwigden het nostalgische Engelse landschap. De landschapsschilder Constable schilderde veel landschappen in zijn geboortestreek Suffolk. Turners landschappen zijn vaak impressies van zijn vele reizen. Bij Turner, getuige van de Industriële revolutie en van de komst van het stoomtijdperk, zien we vaak een tegenstelling tussen dat wat op het punt staat te verdwijnen en de komst van de moderne tijd, met zijn stoomschepen en treinen.
Engelse landschapsschilderkunst
in de negentiende eeuw, ten tijde van de Engelse romantiek, groeide de Engelse landschapsschilderkunst uit tot een 'nationale stijl'. De basis van dit succes werd niet alleen gevormd door de opleidingen van de Royal Academy. Ook de poëzie van die tijd leverde een belangrijke bijdrage. De Engelse dichter Wordsworth bood een nieuwe interpretatie van de natuur, vol emotie en mysterie. Getalenteerde Engelse landschapsschilders gingen, in Engeland en in het buitenland, op zoek naar plekken die emoties en (jeugd)herinneringen opriepen. Die plekken werden aangeduid met het toentertijd nieuwe begrip 'pittoresk', een tegenwoordig banale term die met ansichtkaarten wordt geassocieerd. De schilderijen van Engelse landschapsschilders uit de negentiende eeuw zijn nu stille getuigen van hun liefde voor het Engelse landschap. De Hollandse landschapsschilderkunst uit de zeventiende eeuw had een waardige opvolger gekregen.
John Constable (1776-1837)
Suffolk als inspiratiebron
De Engelse landschapsschilder John Constable, zoon van een welgestelde boer en molenaar, groeide op in Suffolk, een streek met een zacht glooiend landschap. Het was een landschap dat was ontstaan na generaties lang noeste arbeid, met door mensenhanden aangelegde kanalen en dijken. Die landschappen schilderde hij het liefst. Hij werd de belangrijkste schilder van het Engelse platteland. Hij maakte, in tegenstelling tot veel Engelse landschapsschilders, weinig buitenlandse reizen. Suffolk, zijn geboortestreek, was zijn belangrijkste inspiratiebron.
Natuurlijke landschappen
Constable beschouwde de Hollandse landschapsschilders uit de zeventiende eeuw als zijn voorlopers. Het werk van Van Ruisdael genoot zijn voorkeur. De schilderijen van Constable zijn echter niet alleen een voortzetting van een traditie. Hij had een nieuwe, persoonlijke opvatting over het schilderen van landschappen. Constable wilde vóór alles een natuurlijk schilder zijn. Het was zijn ambitie om een helder, heel precies beeld van het landschap te scheppen. Hij gaf de dauw weer op het gras, de door de zon beschenen groene bladeren, de indrukwekkende oude iepen, en het ingewikkelde patroon van de hagen. Zijn schilderijen tonen de harmonie van de natuur in al haar onschuldige zuiverheid. Hieruit spreekt verwantschap met de Engelse dichter Wordsworth, met zijn diepzinnige, autobiografische gedichten.
Stour Valley and the church of Dedham (1815) /
Bron: John Constable, Wikimedia Commons (Publiek domein)Constable had, zoals al eerder opgemerkt, een voorkeur voor het schilderen van door mensenhanden bewerkt land. Op dit schilderij van de vallei van Dedham, in zijn geboortestreek, zien we mannen die op een mesthoop aan het werk zijn. Bijna recht boven de mesthoop steekt de toren van de kerk van Dedham uit. Die toren zien we steeds terug in de landschappen van zijn geboortestreek. Constable zag in de natuurlijke wereld een goddelijke harmonie. De kerktoren is een herinnering aan de aanwezigheid van God.
Dedham Vale, Morning (1811)
Landschappen tot 1814
Constable was van mening dat schilderijen van het natuurlijke landschap gebaseerd moesten zijn op uitvoerige en direct studie naar de natuur. Vanaf 1802, toen hij besloot om het Engelse natuurlijke landschap te gaan schilderen, maakte hij vele tekeningen en olieverfschetsen ter plekke in Suffolk. In zijn atelier vervaardigde hij, op basis van die studies, een landschap. De compositie van het schilderij werd bepaald door zijn in de natuur vervaardigde studies. Er was wel een verschil tussen de in de natuur vervaardigde olieverfstudies en het in het atelier vervaardigde schilderij. De snelle, losse penseelstreken die in zijn olieverfschetsen de globale structuur en dimensies weergaven van wat de schilder in de natuur zag, werden in zijn schilderijen heel verfijnd uitgewerkt, met weloverwogen details in de compositie. In het schilderij
Dedham Vale, Morning wilde Constable de lichteffecten kennelijk niet aan de aandacht van het publiek laten ontsnappen. Het schilderij, met boompartijen en een vergezicht in het midden, doet denken aan de traditie van de idealiserende landschappen in de zeventiende eeuw.
Landschappen vanaf 1814
Vanaf 1814 vervaardigde Constable schilderijen die tot en met de laatste afwerking in de natuur waren gemaakt. Zo kon hij zijn streven om natuurlijke landschappen te schilderen waarmaken. Het
en-plein-air schilderen maakte het mogelijk om de aan het moment gebonden kleur- en lichteffecten ook in het schilderij vast te leggen. Het landschap werd de uitdrukking van zijn individuele gevoelswereld.
Landschappen vanaf 1817
In 1817 verhuisde hij naar Londen. Hij dacht meer kopers te vinden als hij schilderijen zou maken op grotere doeken van van ruim 1.80 meter breed. Die grote schilderijen konden alleen in het atelier worden vervaardigd. De schilderijen waren, net als zijn voor 1814 vervaardigde schilderijen, gebaseerd op veel voorbereidende studies ter plaatse.
The Hay Wain (1821) /
Bron: John Constable, Wikimedia Commons (Publiek domein) De hooiwagen (1821) is een van de grote doeken uit die periode. Dit nostalgische beeld van het Engelse platteland is een zorgvuldig gecomponeerde compositie, gebaseerd op vele op locatie gemaakte schetsen. Constable besteedde veel aandacht aan allerlei details. De hond is een essentieel onderdeel van de compositie. Hij leidt het oog van de toeschouwer naar de hooiwagen. Het huisje links was op het moment dat het schilderij gemaakt werd van de excentriek boer Lot. Buiten het huis haalt een vrouw water, of ze wast haar kleren in de rivier. Wie goed kijkt ziet ook een vissende man. Constable besteedde ook veel aandacht aan de weergave van de stapelwolken. Ze zijn typisch voor dit deel van Oost-Engeland. Hij wilde met dit schilderij, met zijn zorgvuldige compositie en aandacht voor allerlei details, de oude Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw evenaren. Helaas zag niet iedereen dit schilderij als serieuze kunst. Bij de eerste expositie werd het niet verkocht.
Laatste landschappen
Zijn laatste landschappen uit de jaren dertig zijn vaak nadrukkelijk dramatisch. Ze zijn een weerspiegeling van de gemoedstoestand van de schilder. Ze kenmerken zich door een losse penseeltoets en stormachtige luchten, regenbogen en schrille lichteffecten.
William Turner (1775-1851)
Talentvol schilder
Schilder van het romantische landschappen en zeegezichten. Aan de Royal Academy volgde hij diverse cursussen: tekenen, graveren, aquarelleren en topografie. De schilder, die een natuurtalent was, wordt beschouwd als de grootste Britse landschapsschilder ooit.
Mer the glace in the valley of Chamouni (1803) /
Bron: J. M. W. Turner, Wikimedia Commons (Publiek domein) Inspiratiebronnen
Turner maakt veel reizen naar het Europese vasteland. Hij beschikte dus over veel inspiratiebronnen, van Schotland tot Italië. Ook de de hem bewonderde schilders Claude Lorrain, Poussin en de Hollandse schilders uit de zeventiende eeuw, waren voor hem een inspiratiebron. Hun invloed komt vooral tot uiting in zijn vroege werken. Tijdens zijn eerste reis in 1803 bezocht hij Zwitserland. De aanblik van de besneeuwde alpentoppen bezorgde hem de romantische emotie van het verhevene. Na thuiskomst maakte hij een aantal aquarellen. Het aquarel werd in die tijd veel gebruikt door Engelse landschapsschilders voor kleinschalige landschappen.
Schilder in een tijd van ingrijpende veranderingen
Turner was tijdens zijn leven getuige van de industriële revolutie en van het stoomtijdperk. Hij legde die thema's vast in zijn latere werk.
The fighting Temaire, tugged to her last berth to be broken up (1831)
De laatste tocht van de Témaire is zijn bekendste schilderij. Turner noemde het schilderij 'mijn oude lieveling'. Het tafereel speelt zich af onder een vlammende zonsondergang, waarschijnlijk een verwijzing naar het einde van een tijdperk. Het oorlogsschip Témaire, een veteraan uit de Slag van Trafelgar, is flets geschilderd in de kleur van oud perkament. Hij is opgetuigd voor zijn laatste reis, met de masten er nog op, de zeilen opgerold. De kleine sleepboot is wel scherp weergegeven. De toekomst van ijzer en stoom puft stroomopwaarts, en brengt het eens geëerde oorlogsschip naar de sloop. Het schilderij bevestigt de opvatting dat de Engelse geschiedenis wordt gekenmerkt door een huwelijk tussen heden en verleden.
Rain, Steam, Speed (1844) /
Bron: J. M. W. Turner, Wikimedia Commons (Publiek domein) Laatste landschappen
In zijn laatste landschappen zoekt hij aansluiting bij de actualiteit. Als een van de eerste Engelse landschapsschilders ooit maakt hij een schilderij van een voortrazende trein. Natuur en techniek worden in dit schilderij uit 1844 tegenover elkaar gesteld. Het schilderij toont ons de geweldige kracht van de natuur. Stoom en regenwater maken de sporen bijna onzichtbaar. Ook de trein is een speelbal van de natuur.
Nalatenschap
Na zijn dood vervielen zijn circa 300 olieverfschilderijen en duizenden tekeningen aan de Britse staat. Een eigen galerie, zoals Turner had gewild, kwam er niet. Zijn schilderijen zijn tegenwoordig te bewonderen in The Tate Gallery in Londen.
Lees verder