Is dat nou typisch Romaans of toch Gotisch?

Over de overgang tussen verschillende stijlperioden In de meeste kunsthistorische handboeken staat altijd keurig in een tijdlijn aangegeven wanneer er sprake was van welke kunststijl. Maar hoe bepalen deze auteurs dan welk element nog net bij de ene stijl hoort en net niet bij de andere. In dit verslag zal worden gekeken naar de manier waarop verschillende auteurs de overgang aangeven tussen de Romaanse stijl en de Gotische stijl.

Inleiding

In de meeste kunsthistorische handboeken staat altijd keurig in een tijdlijn aangegeven wanneer er sprake was van welke kunststijl. Maar hoe bepalen deze auteurs dan welk element nog net bij de ene stijl hoort en net niet bij de andere. In dit verslag zal worden gekeken naar de manier waarop verschillende auteurs de overgang aangeven tussen de Romaanse stijl en de Gotische stijl. Hierbij zal vooral worden gelet op de bouwkunst omdat deze beide stijlen het meest in de bouwkunst aanwezig waren.

De volgende twee auteurs zullen nu besproken worden, Hugh Honour met het boek ‘Algemene kunstgeschiedenis’ en Robert G. Calkins met het boek ‘Medieval Architecture in Western Europe’.

Hugh Honour

Hugh Honour heeft tegen het einde van zijn hoofdstuk over de Romaanse stijl nog de paragraaf ‘Vernieuwingen in de Romaanse architectuur’ opgenomen. In deze paragraaf beschrijft hij dat er tegen het einde van de 11e eeuw belangrijke vernieuwingen plaatsvonden binnen de Romaanse architectuur. Volgens hem gingen de Middeleeuwse architecten op zoek naar een nieuwe manier van overwelven van kerken. Deze nieuwe manier moest de kerk van binnen meer verlichten, het moest vuurbestendig zijn en bovenal moest het interieur een eenheid vormen. Voorheen werden deze kerken overwelfd door middel van tongewelven of gedraaide tongewelven. Deze oefenden veel druk uit op de muren waardoor deze zeer massief waren, en er dus weinig ruimte was voor grote ramen. Daarna kwam de invoering van het kruisribgewelf. Dit gewelf had een dragende functie op de pijlers, waardoor de muren minder massief gemaakt konden worden en er dus meer ruimte was voor ramen. Het hele interieur kreeg een lichter en minder dreigend karakter. Honour opent zijn hoofdstuk over de Gotiek met de abdijkerk van St. Denis in Frankrijk. Dit zou de eerste gotische kerk zijn geweest en iedere andere gotische kerk ter wereld zou hierop terug grijpen. De auteur geeft aan dat bijna geen enkel onderdeel eigenlijk volstrekt gotisch was. Behalve de steunberen, waren alle andere bouwonderdelen ook al in de Romaanse stijl aanwezig. Het verschil zit volgens hem in de manier van afwerking en versiering. De grote gotische ramen zijn vaak voorzien van glas-in-lood schilderingen en een stenen maaswerk.
Deze auteur geeft dus niet een duidelijke overgang weer van de Romaanse stijl naar de Gotische stijl. Hij heeft het dan wel in deze hoofdstukken ingedeeld, maar hij zegt meteen aan het begin van het hoofdstuk van de Gotiek dat deze kenmerken al bestonden tijdens de Romaanse stijl. Wat nou precies Romaans is en wat nou precies Gotisch wordt dus niet helemaal duidelijk aangegeven.

Robert G. Calkins

De volgende auteur is Robert G. Calkins. Deze auteur richt zich alleen op de architectuur van de verschillende kunststijlen. Ook deze auteur deelt de Romaanse stijl in verschillende periodes in. Hij beschrijft het begin, het midden en het einde van de Romaanse bouwkunst. Waarbij hij in het hoofdstuk over het einde van de Romaanse stijl de vernieuwingen binnen deze stijl doorneemt. Deze vernieuwingen komen behoorlijk overeen met de vernieuwingen die Hugh Honour ook al noemde. Na al deze vernieuwingen wijdt hij een hoofdstuk aan de Gotiek. Volgens hem zien we rond 1140 voor het eerst de stijl die wij nu Gotisch noemen, maar de kenmerken die wij daar op toepassen bestonden volgens hem al veel langer. Wat veel mensen Gotische kenmerken noemen, zoals kruisribgewelf waardoor het gewicht van de muren wordt ontlast en de ramen dus groter kunnen worden, zijn al van toepassing tijdens de Romaanse stijl. De enige vernieuwing die hij signaleert is dat de kerken steeds hoger worden, en daarom komt er meer aandacht voor de ontwikkeling van de zichtbare constructie-elementen aan de buitenkant van de kerken. Het enige nieuwe bouwelement tijdens de Gotiek is volgens Calkins dan ook de luchtbogen en steunberen, die de druk van de dakconstructie naar buiten toe opvangen. De Gotische stijl heeft volgens hem dan ook niet één duidelijk kenmerk waaraan je het kan herkennen, maar juist de eenheid van al die kenmerken maakt het duidelijk. De hoge, open ruimtes met een logisch opbouw van het skelet waardoor het zwaartepunt naar buiten toe ligt.
Ook deze auteur geeft niet echt duidelijk een overgang weer van de twee stijlen. Hij vertelt eerst heel duidelijk de kenmerken die bij Romaans horen, en zegt vervolgens dat de Gotiek precies dezelfde kenmerken heeft.

Conclusie

Beide auteurs geven in hun manier van formuleren weer dat ze het niet helmaal eens zijn met het beginpunt van de Gotiek, zo zegt Hugh Honour dat St. Denis het begin van de Gotiek is, maar dat er eigelijk niks typisch gotisch aanzit, en Robert G. Calkins noemt 1140 als het begin van de Gotiek en ook hij zegt dat er eigelijk bijna geen nieuwe bouwelementen te bespeuren zijn.
Het is dus vrij moeilijk om te bepalen waar de Romaanse stijl eindigt en waar de Gotische stijl begint. In de loop van de tijd wordt het verschil tussen beide stijlen misschien wel steeds groter, maar waar je nou precies de lijn moet trekken voor de verandering van stijl is toch nog een moeilijke opgave.
© 2008 - 2024 Lisa2008, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Ontstaan van de GotiekOntstaan van de GotiekDe naam 'gotiek' komt pas aan het begin van de negentiende eeuw op, als de belangstelling voor de middeleeuwen toeneemt,…
Gotiek in ItaliëDe ontwikkelingen in Parijs die in de 12e eeuw tot het ontstaan van de gotiek leidden, vonden een groot en invloedrijk t…
Jan van Eyck, uitvinder olieverf; Middeleeuwse schilderkunstDe middeleeuwse schilderkunst kent vele stijlperioden, grofweg te verdelen in de hoofdstromingen Romaans, Gotisch en de…
Kenmerken van kunststijlenKenmerken van kunststijlenAls je op vakantie bent ga je wel eens een stadje bezoeken. Iedere keer weer is het dat ene gebouw dat zorgt voor het ch…

De Renaissance en het gebruik van OrnamentenEen ornament, dit is een term die je vaak hoort in verband met de architectuur, maar wat houdt dit begrip eigelijk in en…
De kunst van de taalDe kunst van de taalDe taal is een belangrijk element van de wetenschap, zo zegt Thijs Pollmaan in zijn boek ‘De Letteren als Wetenschappen’…
Bronnen en referenties
  • Calkins, R.G., Medieval Architecture in Western Europe, from A.D. 300 to 1500, Oxford 1998. Honour, H., Algemene Kunstgeschiedenis, Amsterdam 1988.
Lisa2008 (30 artikelen)
Gepubliceerd: 07-03-2008
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Kunst
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.