Schilders 19e eeuw: Caspar David Friedrich
Caspar David Friedrich is de bekendste Duitse romantische landschapsschilder. Zijn landschappen zijn denkbeeldig of een vermenging van bestaande landschappen. Ze zitten vol symboliek. Zo vertegenwoordigen eikenbomen en gotische kerken het christendom en staan schepen voor de overgang van het hier en nu naar een andere wereld. Friedrich wil met zijn landschappen de toeschouwer raken. Hij ziet het als zijn taak om de goddelijke werkelijkheid achter de natuur zichtbaar te maken, reden om de toeschouwer te confronteren met machtige natuurverschijnselen en op de rug geziene figuren in een mystiek landschap.
De Romantiek
De Romantiek was een reactie op de in het bloedvergieten van de Revolutie gesmoorde rationalisme van de Verlichting. In de Romantiek domineerden heftige emoties. Kunstenaars keerden zich af van de logica en ratio en uitten onderdrukte gevoelens. Alles draaide om beweging, kleur en drama.
In scherp contrast met het optimisme van de achttiende eeuw zag men de mens in de negentiende eeuw als en nietig wezen dat ondergeschikt was aan de natuur. Het onbewuste werd erkend als drijvende kracht achter het menselijk handelen. De kunstenaar had de plicht om in de menselijke ziel te kijken. Favoriete thema's waren liefde, dood, heroïek en de wonderen van de natuur. Schilderijen van landschappen waren doorgaans weids en onheilspellend.
In de negentiende eeuw kwam de romantiek in Duitsland, Frankrijk en Engeland tot grote bloei.
Het leven van Caspar David Friedrich
In 1774 werd Caspar David Friedrich geboren in Griefswald, een kleine haven- en universiteitsstad aan de Oostzee. Rond 1790 neemt hij les bij Johann Gottfried Quistorp, tekenleraar aan de universiteit van Griefswald. Op twintigjarige leeftijd begint hij met zijn studie beeldende kunst aan de Academie in Kopenhagen.
Na het voltooien van zijn opleiding verhuist hij in 1799, vanwege de kunstschatten en mooie landelijke omgeving naar Dresden, de stad waar hij de rest van zijn leven woont. In datzelfde jaar worden enkele van zijn landschapstekeningen getoond op de kunsttentoonstelling van de Academie in Dresden.
De eerste landschappen in olieverf schildert Friedrich in 1807. In 1810 beginnen de succesvolste jaren uit zijn carrière. Schilderijen als
Der Mönch am Meer en
Abtei in Eichenwald hebben een door Friedrich ontwikkelde compositie. Het zijn gedurfde schilderijen uit de Duitse Romantiek met een vernieuwende werking.
Friedrich wordt in 1816 lid van de Academie in Dresden. Het levert hem een salaris op van 150 daalders. In 1818 trouwt hij met Caroline Bommer. Het is een tijd waarin belangrijke werken ontstaan, zoals
Wanderer über dem Nebelmeer en
Kreidefelsen auf Rügen Een hoogleraarschap in de landschapsschilderkunst aan de universiteit in Dresden, na het overlijden van de hoogleraar in 1824, wordt Friedrich, waarschijnlijk om politieke redenen, niet gegund.
Friedrich trekt zich rond 1830 steeds meer uit de buitenwereld terug. Hij realiseert zich dat zijn kunst alleen nog voor vrienden en ingewijden betekenis heeft. Zijn gezondheid gaat achteruit. Door een beroerte raakt hij in 1835 raakt hij (tijdelijk) verlamd aan armen en benen. Waarschijnlijk wordt Friedrich in 1840 getroffen door een tweede beroerte. Hij overlijdt op 7 mei 1840. Drie dagen later wordt hij begraven op een kerkhof in Dresden.
De landschappen van Caspar David Friedrich
Interpretatie
De landschappen van Friedrich, met hevige natuurverschijnselen als besneeuwde bergtoppen, storm en ondoordringbare mist hebben een mysterieuze sfeer en een ontroerende kracht. Zijn landschappen zitten vol met symboliek. Schepen staan voor de overgang van het hier en nu naar een andere wereld, figuren die uit ramen turen of naar de horizon kijken staan voor verlangen, ruïnes beelden de vergankelijkheid van het leven uit, grazige weiden verwijzen naar de eeuwigheid en hemels licht verwijst naar het leven na de dood.
Achter de landschappen van Friedrich gaat een goddelijke werkelijkheid schuil. Friedrich, die een diepe spirituele en christelijke relatie heeft met de natuur, maakt als een priester die goddelijke werkelijkheid zichtbaar in zijn werk.
Compositie
Friedrich werkt heel nauwkeurig. Hij bestudeert de natuur in detail. Zijn landschappen zijn echter geen natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid. Friedrich werkte uit het hoofd of maakte gebruik van diverse schetsen. Zijn schijnbaar natuurgetrouwe landschappen zijn door de schilder gemaakte composities. Toch doen de door Friedrich gemaakte composities doorgaans niet gekunsteld aan. Zijn schilderijen hebben een strakke structuur, exacte symmetrieën en doordachte geometrische constructies.
Friedrich maakt dus geen natuurgetrouwe weergave van het landschap maar stemmingslandschappen. Hij is van mening dat een schilderij de bezoeker moet raken. Pas als de bezoeker iets voelt bij het zien van een schilderij is het volgens Friedrich een kunstwerk. Hij is van mening dat de toeschouwer niet geraakt kan worden door een exacte, natuurgetrouwe compositie (een schilderij dat de werkelijkheid nauwkeurig weergeeft).
Schilderijen van Caspar David Friedrich
Hünengrab im Schnee
Het in 1807 geschilderde
Hünengrab im Schnee stelt een hunebed in de omgeving van Neubrandenburg voor. De als gewonde reuzen in het verlaten winterlandschap staande eiken kunnen als symbool van een heidens verleden worden geïnterpreteerd.
Zijn winterlandschappen maken de goddelijke werkelijkheid zichtbaar. De toeschouwer ziet dat de natuur in de greep is van de dood, want de sneeuw, de eiken en het hunebed roepen een beeld op van vergankelijkheid. Het van boven komende serene witte licht is een element van hoop. Dit bovenaardse licht verbeeldt het hogere, het hemelse licht dat naar Christus en de dood verwijst. De drie bomen herinneren aan de kruisiging van Christus op de berg Golgotha. Het landschap kan gezien worden als een beeld van verlossing.
Der Mönch am Meer
Rond de jaren 1810 wekt Friedrichs werk grote bewondering. De Pruisische koning Wilhelm III koopt een aantal schilderijen.
Een van die schilderijen is
Der Mönch am Meer (1810). Het is het gewaagdste werk uit de Duitse Romantiek. Niet alleen breekt de compositie met de bestaande traditie, er is ook geen enkele diepte meer te bespeuren. Bovendien ontbreekt vrijwel alle vorm en kleur.
De toeschouwer ziet een deprimerend decor: een boven een dun streepje zand hangende dreigende, grijze wolkenlucht en donkere golven. In dit deprimerende decor staat een in het zwart geklede man. De man, in wie de toeschouwer zich kan verplaatsen, denkt na over de macht die uitgaat van het universum. Er wordt verwezen naar de relatie tussen de natuur en goddelijke mystiek.
Der Wanderer über dem Nebelmeer
De figuur op het schilderij
Der Wanderer über dem Nebelmeer uit 1818, die zoals zo vaak in Friedrichs schilderijen op de rug wordt gezien, vormt een schakel tussen de toeschouwer en de kern van het schilderij.
De mens is in dit schilderij letterlijk en figuurlijk tegenover de natuur geplaatst. Het lijkt alsof de man buiten het landschap staat. Hij lijkt van deze noch gene wereld te zijn. De man, bewegingloos en alleen, staat zowel in als buiten de natuur, is er thuis en tegelijkertijd vreemd.
Deze man van deze noch gene wereld, balancerend op de rand van de realiteit, verwijst wellicht naar de hevig twijfelende gelovigen die in de natuur niet langer een goddelijke ordening kunnen ontwaren.
Frau am Fenster
Schilderijen met vensters komen in de Romantiek niet zelden voor. Er is dan sprake van spanning tussen de intimiteit van het afgebeelde vertrek en het weidse landschap dat zichtbaar is. Zo geeft de schilder aan de eindigheid de schijn van oneindigheid.
In 1822 schildert Friedrich
Frau im Fenster. Waarschijnlijk staat Caroline Bomer, met wie hij in 1818 getrouwd was, model voor de op de rug geziene figuur. Er is sprake van nabijheid en van verte. De vrouw kijkt naar de masten van de schepen aan de oever van de Elbe. De afbeelding verwijst wellicht naar de in het hier en nu gevangen mens die verlangend uitkijkt naar het onbekende. De goed berekende beeldgeometrie van het schilderij is kenmerkend voor schilderijen van Friedrich.
Het thema van dit schilderij wordt wel religieus geduid. Het vensterkruis is een christelijk symbool, de andere oever is het hiernamaals en de rivier is het symbool voor de dood. Overigens wordt die religieuze duiding door sommigen overdreven geacht.
Die Lebensstufen
Havens en schepen spelen in Friedrichs werk een belangrijke rol. Havens worden gezien als eindstation. Het is de laatste rustplaats.
Het schilderij Die Lebensstufen uit 1835, dat tot Friedrichs beroemdste schilderijen behoort, is op verschillende manieren uitgelegd. De meest waarschijnlijke uitleg is dat dat het schip symbool is van het leven in de wereld. Tussen leven en dood kunnen diverse levensfasen worden onderscheiden. Ieder schip hoort toe aan een van de vijf figuren op de kust, die ieder in een andere levensfase verkeren.
Lees verder