Bruegel schilderde zijn mening over de godsdienststrijd
Pieter Bruegel de Oude (1525?-1569) leefde tijdens de bitse strijd tussen de katholieke kerk en de sterke reformatiebeweging. Hij was zeker katholiek, maar wat zijn houding tegenover / mening over die reformatie was heeft hij niet beschreven; er is trouwens van hem geen enkel geschrift bekend, noch van zijn familie. Zijn mening gaf hij in zijn schilderijen: daarin plaatste hij boodschappen zoals deze en ook kritiek op de machthebbers, op de wreedheid van de godsdienstvervolgingen of op het egoïsme van zijn medemensen.
Pieter Bruegel de Oude
Over de geboorte van
Bruegel is niets echt bekend, noch plaats, noch jaar. Men vermoedt dat hij geboren is in het dorpje Breugel bij Eindhoven rond 1525 (tussen 1520 en 1530). Zijn overlijden is wel bekend: in Brussel op 15 september 1569. Zijn opleiding kreeg hij bij Pieter Coecke van Aelst rond 1545/1550. Van 1554 tot 1563 was hij vooral actief als tekenaar, meestal van grote landschappen. Vanaf 1563 is hij vooral gaan schilderen, zeer intensief: in zeven jaar maakte hij per jaar ongeveer acht schilderijen. Thans zijn er een 50-tal bekend maar er gingen zeker schilderijen verloren. In 1563 huwde hij in Brussel Mayke Coecke, dochter van Pieter, en vestigde hij zich in die stad. Het gezin kreeg twee zonen,Pieter de Jonge en Jan (de oude), en een dochter.
Thema's binnen de schilderijen van Bruegel
Bruegel maakte met bepaalde thema's zijn mening over de godsdienststrijd duidelijk in zijn schilderijen, thema's waarover de leer van de Kerk en die van de protestanten sterk tegenstrijdig waren:
- Kerken
- Monniken
- Heiligenverering
- Maagd Maria
- Sacramenten
De
reformatie is de beweging tot hervorming binnen de katholieke kerk, hervorming die nodig was wegens de vele soms ergerlijke wantoestanden zoals de verkoop van aflaten. In de 16de eeuw was die beweging zeer sterk onder impuls van Calvijn en van Luther die in oktober 1517 zijn
95 stellingen openbaar maakte. De Kerk reageerde daarop met harde acties, zoals de "ban" (uitsluiting) van Luther en de "inquisitie" (vervolging van "ketters"). Uiteindelijk kwam er geen hervorming, wel een splitsing of schisma.
Wie destijds een Bruegelschilderij bezat of kon bekijken behoorde tot de begoede (dat is ook gevormde) klasse. Voor hen was zijn boodschap duidelijk maar vandaag behoeft die toelichting.
Kerken
In de tijd van Bruegel waren kerken van de katholieke eredienst. Pas na de Beeldenstorm slaagden de protestanten erin het bestuur in enkele steden over te nemen en de kerken toe te vertrouwen aan hun predikanten. De beeldenstorm begon op 10 augustus 1566 in Steenvoorde na een opruiende hagenpreek. Nadien drongen enkele toehoorders een nabijgelegen klooster binnen en vernielden alle beelden en vele sacrale objecten. Tot oktober raasde de beweging doorheen de Nederlanden, vooral de zuidelijke, in (naar schatting) een 400-tal kerken en kapellen.
Kerken komen in elk schilderij van Bruegel voor. Schilderijen komen soms uiteraard ook bij andere schilders voor, maar bij Bruegel staan er
altijd soms twee of meer, zelfs waar ze niet passen. Door altijd kerken op te nemen toonde Bruegel dat hij voor het katholicisme koos.
De grote Toren van Babel
In 'De grote Toren van Babel' is er aan de voet van de toren, zowel rechts als links, een stadsgezicht met elk enkele kerken waarvan er één zelfs dominant is. Dit schilderij verbeeldt het Bijbels verhaal dat de té ambitieuze mensen een toren wilden bouwen tot in de hemel. God bestrafte dat door spraakverwarring. In dat verhaal kunnen geen kerken voorkomen. Bruegel had dus een bedoeling.
De moord op de onnozele kinderen
In 'De moord op de onnozele kinderen' staat een kerk boven de huizen links. Dit schilderij beeldt uit wat het Nieuwe Testament vertelt over de moord die Herodes beval op alle jongetjes tot 2 jaar oud, om zo ook Jezus te treffen. Opmerkelijk is dat dit verhaal wordt geplaatst in een Brabants dorp, met kerk en al.
De Volkstelling
In 'De Volkstelling' staat een kerk boven de herberg. Dit is het verhaal uit het Nieuwe Testament waarin alle inwoners van het Romeinse rijk zich moesten laten registreren in de plaats van hun voorgeslacht. Jozef moest dus met Maria naar Bethlehem. Bruegel maakte ook Bethlehem tot een Brabants dorp met herberg én kerk zoals dat hoorde.
Ekster op de galg
In de 'Ekster op de galg' staat een kerk uiterst links in het midden. Een ekster stond (staat nog) voor 'klappij', 'verklikster'. Zij zit op de galg, uitkijkend naar wie ze weer als 'ketter' 'aan de galg' kan praten. Misschien een van de dansers onder haar?
Monniken
Ook monniken komen meermaals voor. Zo zit er een monnik aan tafel in 'De Boerenbruiloft'. Ze verschijnen als anarchronisme (d.i. niet thuishorend in die tijd):
- In 'De Kruisdraging' begeleiden twee monniken (een franciscaan en een dominicaan) de moordenaars. Dit schilderij toont hoe Jezus zijn kruis moest slepen naar Golgotha.
- Een monnik luistert naar de 'Prediking van Johannes de Doper'. Dit is het verhaal uit de Bijbel over Johannes, voorloper van Jezus die door hem werd gedoopt. Die doop is ook op het schilderij op de achtergrond afgebeeld..
- Monniken werken mee aan de 'De (grote) Toren van Babel'.
Een anachronisme valt op en versterkt de boodschap. Bruegel verdedigde zo het bestaan en de rol van de kloosterorden die de protestanten wilden afschaffen.
Heiligenverering
Volgens de voorschriften van het Concilie van Trente moeten heiligen op passende wijze worden vereerd. Dat Concilie van Trente (van de katholieke kerk) duurde van 1545 tot 1563 en verliep in meerdere sessies. Op 2 december 1563 werden o.m. de voorschriften voor de verering van heiligen afgekondigd. De reformatie aanzag die verering als "afgoderij". Vandaar de grootschalige vernieling tijdens de Beeldenstorm.
Bruegel ondersteunde die verering op zijn manier en toonde heiligenbeelden enkele malen:
- In 'Het gevecht tussen vasten en vastenavond' zijn er beelden te zien aan pilaren in de kerk. In de kerk liggen relikwieën ter verering. Dit schilderij geeft een (haast) volledig overzicht van wat er zoal gebeurde in het dorp en in de kerk in de week voor de vastentijd.
- In 'De Boerenbruiloft' hangen prenten met apostel Paulus en St. Christoffel aan de leuning van de bank achteraan. Bruegel toont hier een bruiloftsmaal.
- In de 'Boerendans' zijn de maagd Maria en een heilige afgebeeld in het vaandel aan de herberg. Het is (eens per jaar) kermis in het dorp en de boeren kunnen feest vieren.
Maagd Maria
Volgens het Concilie van Trente was Maria 'de steeds maagdelijke moeder van God'. Bruegel schilderde haar beeltenis in twee veldkapelletjes: aan een paal in 'De Hooi-oogst' en aan een boom in de 'Boerendans'. Ook in het vaandel aan de herberg in de 'Boerendans' komt Maria voor. In 'De Kruisdraging' zit een bezwijmende Maria; zij is opvallend groot.
Bruegel beklemtoonde zo de grote rol van Maria zoals de Kerk voorhield. De reformatie verwierp die rol en haar verering zoals trouwens die van alle heiligen.
Sacramenten
Sacramenten waren in het leven van Bruegel aanwezig: zijn ondertrouw werd in de kerk afgekondigd en zijn huwelijk in de kerk ingezegend. Hij werd begraven in de Kapellekerk van Brussel.
De reformatie verwierp alle sacramenten. Bruegel verdedigde op zijn manier de sacramenten:
- In 'Het gevecht tussen vasten en vastenavond' zijn in de kerk meerdere sacramenten te zien zoals de biecht en de communie.
- In de 'Kinderspelen' dragen kinderen een kelk dus waren ook kinderen ermee vertrouwd.
- In 'De Kruisdraging' staat een windmolen bovenop een onmogelijke rots. Een windmolen betekende brood, via het meel. Christus noemde zichzelf 'het levende brood'.
Dwaling
Bruegel stopte in 'De parabel der blinden' zijn mening dat de reformatie een dwaling is. Die parabel vertelde Jezus toen hij het had over de farizeeën: "ze zijn als blinden die andere blinden leiden....naar de beek." Het schilderij toont zes blinden, ieder van hen voor een strekking binnen de reformatie. Ze volgen een speleman, dat is een hagenprediker die een beter geloof belooft. Zij keren het kerkje de rug toe; het torentje wijst als een spitse vinger naar de hemel: alleen via 'de Kerk' is de zaligheid te vinden.
Volgens Prof. N. Büttner zijn de blinden op dat schilderij "
geestelijke blinden die van de rechte weg afdwalen". Nils Büttner (1967- ), professor kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Stuttgart, heeft als eerste in een essay belicht hoe het geloof van Bruegel een neerslag heeft gevonden in zijn oeuvre. Volgens Leen Huet symboliseert het kerkje "
de vaste waarde van het geloof waarop de blinden zich niet oriënteren".
Besluit
Volgens Prof. N. Büttner was Bruegel vertrouwd met de katholieke theologie, had hij banden met de katholieke elite en toonde hij in zijn oeuvre zijn afkeuring van de reformatie, soms duidelijk, soms verborgen. In alle thema's die Bruegel in zijn schilderijen aansneed blijkt zijn keuze voor het katholicisme. Zijn graf in een kerk toont aan dat hij aangezien werd als 'goede, vrome katholiek'.