Een uitgestorven volk, de Mandan-indianen
In 1738 werden ze ontdekt, de Mandan-indianen ook wel Numakiki genoemd. Ze hielden gelijk de gemoederen bezig. Deze indianen hadden een lichte huid en vele waren in het bezit van staal-blauwe ogen. Verder waren deze indianen boeren die voornamelijk leefden van de akkerbouw. Wie waren deze indianen en hoe kwamen zij aan die wonderlijke blauwe ogen?
Wat weten we over de Mandan-indianen?
Ontdekking
De Mandan-Indianen werden in 1738 ontdekt door Pierre Gaultier de Varennes (ook wel Sieur de la Verendrye genoemd), een Frans-Canadese officier, bonthandelaar en ontdekkingsreiziger. Waarschijnlijk was dit in North Dakota in de buurt van het huidige New Town. Toentertijd bestond de stam van de Mandan-indianen uit 15.000 man en ze woonden verspreid over negen dorpen. De Mandan's woonden in rode huizen en leefden van de akkerbouw (maïs, bonen, pompoenen, squash en zonnebloemen), visserij en jacht. Squash is een groente, lijkt een beetje op pompoen.
De Mandan-dorpen
De ronde huizen waar de Mandan-indianen in woonde, bestonden uit vier pijlers met dwarsliggers, waarop het dak ruste. De wanden werden gevlochten van riet en takken en daarna bedekt met hooi en modder. In ieder huis woonde ongeveer 40 mensen. De huizen werden meestal gebouwd door de vrouwen. Mannen hielpen alleen met het verzamelen van het bouwmateriaal. De Mandan-indianen waren een vredelievend volk en werden na hun ontdekking vaak inzet als onderhandelaren tussen de blanken en de andere indianenstammen. De Mandan-indianen hadden een bondgenootschap met de Hidatsa. Kort na de ontdekking volgde er twee hevige pokkenepidemieën onder de Mandan-indianen zodat er in 1837 nog slechts 145 over waren.
Mattie Grinnell
In 1975 overleed de laatste volbloed Mandan-indiaan. Dit was de 108 jaar oude Mattie Grinnell, ook wel Many Roads genoemd. Zij was de kleindochter van de laatste Mandan maïs priester Moves Slowly en zijn vrouw Medicine Seed. In 1968 werd de Poor People March gelopen in Washington onder leiding van Martin Luther King. Dit was een protest tegen de economische onrechtvaardigheid voor arme mensen. Ondanks dat Mattie toen al 101 jaar oud was, liep zij mee in deze protestmars. Volgens Mattie zelf had ze haar hoge leeftijd te danken aan het feit dat ze nog steeds gebruik maakte van de oude Indiaanse geneeskunde. Mattie was twee maal getrouwd. Haar eerste man John Nagel stierf in 1904. Haar tweede huwelijk met Charles Grinnell eindigde in 1935 in een scheiding.
Welshe afkomst
De herkomst van de lichte huid, lichtere haarkleur en de aanwezigheid van blauwe en grijze ogen bij de Mandan-indianen heeft de gemoederen flink bezig gehouden. In 1796 bezocht de ontdekkingsreiziger John Evans de Mandan-indianen in de hoop invloeden van het Welsh in de taal van de Mandan te kunnen ontdekken. Evans bracht ongeveer één jaar door bij de Mandan-indianen. Hij kon evenwel geen enkel bewijs van Welshe invloeden ontdekken ondanks dat hij geloofde in de Welsh mythe. Natuurlijk zijn er gelijkenissen te ontdekken tussen het Mandan en Welsh, maar deze zijn uitzonderingen en lijken op louter toeval te berusten.
Voorbeelden hiervan:
- Drie is in het Welsh tri en in Mandan wri.
- Brood is in het Welsh barra en in Mandan bara.
Toch bleven de geruchten over de Welsh sprekende indianen hardnekkig, mede dankzij George Catlin, een Amerikaanse schilder die meerdere jaren bij de Mandan woonde en meende Welsh invloeden in hun taal te herkennen. Hij vond ook dat de bootjes die de Mandan gebruikten erg leken op de Welshe Coracle (typisch ovaal bootje wat gebruikt werd in Wales).
De mythe
Het gerucht dat de indianen uit Wales stamden was zo hardnekkig doordat men geloofde dat de indianen afstammelingen waren van prins Madoc van Wales, zoon van koning Owain Gwynedd. Deze mythische prins zou in 1170 met een aantal bedienden naar het Westen zijn gezeild en nooit zijn wedergekeerd. Er zijn geen bewijzen dat de prins heeft bestaan, behalve mythische verhalen. Bewijs is er dus niet, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de verhalen niet waar kunnen zijn.
Fort Abraham Lincoln State Park
Aan de Lincoln Road 4480 in Mandan vind je het Fort Abraham Lincoln State Park. Hier krijg je een goed beeld van de Mandan cultuur rond 1875. Er zijn reconstructies van de aarden huizen van de Mandan-indianen neergezet. Ook kan je zien hoe er rond die tijd op het fort werd geleefd door Luitenant-kolonel George Armstrong Custer en zijn vrouw Libbie. Custer is bekend in de Amerikaanse geschiedenis door zijn nederlaag en dood in de indianenoorlogen en door dat hij degene was die voor het eerst goud ontdekte in de Black Hills. Dit was het begin van de goudkoorts.