De kracht van verhalen
Archeologen, geschiedkundigen, oude tekstonderzoekers ... ze proberen allemaal onze geschiedenis te achterhalen. Toch blijven er gaten zitten in onze kennis over waar we precies vandaan komen. Zien we bepaalde dingen over het hoofd of onderschatten we misschien de kracht van verhalen?
Toren van Babel
Iedereen kent het verhaal van ‘de Toren van Babel’. De mensheid – toen nog een hechte eenheid – werkte samen aan een majestueuze toren, die tot de hemel moest reiken. God vond dit echter niet zo’n goed idee. Hij zat liever alleen in zijn hemel waar geen mens iets te zeggen had. Daarom stichtte hij verwarring onder de bouwers. Hij zorgde ervoor dat ze verschillende talen spraken en hij verspreidde de bouwers over de hele aardbol, zodat rassen ontstonden. Een moraliserend verhaal uit de bijbel om de mens te waarschuwen voor hoogmoed, volgens de meeste mensen. Of zit er misschien meer achter het verhaal van ‘de Toren van Babel’? Hadden wij misschien echt voorouders die dezelfde taal spraken: de taal van verhalen? En zijn hier nog sporen van terug te vinden?
Toeval, of niet?
Alle oude culturen die aan de basis liggen van onze hedendaagse maatschappij, bezaten dergelijke verhalen. Het was hun entertainment s’avonds en hun mythologie was dan ook goed gekend en bijzonder uitgebreid. Vooral die van de Grieken en de Romeinen blijft tot op vandaag nog populair. Maar wie zich verdiept in de mythologie van andere oude culturen kan merkwaardige parallellen bemerken.
Er bestaan vele voorbeelden, zo hebben de Indianen een gelijkaardige toren van Babel in hun verhalen. Nabij de piramide van Cholula zijn zelfs fundamenten gevonden van wat lijkt op een gigantisch, verwoeste toren. Ook de Miao uit China en de Mikir uit India, de Papoea’s uit Indonesië en de Polynesische volkeren hadden verhalen over taalverwarring en een grote toren. Toeval?
De Grote Zondvloed
Maar het allerbekendste verhaal is wel dat van de Grote Zondvloed. Iedereen kent het natuurlijk als een verhaal in de Bijbel. Het gaat als volgt:
God vindt dat de mensen zich slecht gedragen en wat hij ook probeert, ze luisteren niet meer naar hem. Dus besluit hij ze te vernietigen en een nieuwe mensensoort te maken. Er is echter iemand die wel zijn goedkeuring wegdroeg: Noah. Daarom besloot hij dat Noah stamvader moest worden van de nieuwe mensensoort. Hij droeg hem op een immense ark te bouwen uit hout en van iedere diersoort een mannetje en een vrouwtje te vangen om deze in de ark te herbergen. Noah begreep hier echter niets van, maar vroom als hij was, gehoorzaamde hij. Dan liet God het veertig dagen en veertig nachten regenen, zodat de hele wereld onder water stond. Alle slechte mensen werden verzwolgen door het water. Noah zat in tegenstelling tot de slechte mensen, veilig en droog met zijn vrouw en al zijn dieren in zijn ark. Na een tijdje was hij het beu om enkel water rond hem te zien en besloot hij een duif los te laten. De duif keerde gewoon weer terug naar de ark. Nadat Noah dit een paar keer geprobeerd heeft, keerde de duif plots terug met een groen takje in zijn bek. Zo wist Noah dat het water gezakt was en er land er spoedig land in zicht zou zijn. En inderdaad, na een tijdje zakte het water genoeg zodat iedereen van de ark kon stappen. God spande een regenboog aan de hemel. Eind goed al goed.
Maar dit verhaal heeft een veel grotere boodschap dan het op het eerste zicht prijs geeft. Het alleroudste verhaal dat men ooit teruggevonden heeft, het Gilgamesj-epos, spreekt over exact hetzelfde verhaal. Het Gilgamesj-epos is teruggevonden in Mesopotamië en moet zo’n 2500 jaar terug geschreven zijn. Het verhaalt over koning Gilgamesj die op reis gaat, op zoek naar de zin van het leven, en als het even kan, ook het eeuwige leven. Hij ontmoet Ut-Napishtim en zijn vrouw, die hem een verhaal vertellen over een ark die ze moesten bouwen, waar ze van alle dieren een mannetje en een vrouwtje moesten in stoppen, en over een Grote Zondvloed, over een vogel die ze loslieten om te zien of er al land in zicht was, die na de derde maal terugkwam met een takje in zijn bek … Dat loopt merkwaardig parallel. Maar goed, het kan ook zijn dat de Bijbel zich geïnspireerd heeft op het Gilgamesj-epos. Dan gaan we het wat verder van huis zoeken.
Zo is er een Egyptische mythe, die verhaalt over Osiris die zichzelf opsloot in een houten kist en zo bleef drijven terwijl de rest van de wereld verzwolgen werd door de Nijl. Er is ook een oude Griekse mythe: het verhaal van Deukalion en zijn vrouw, die een boot moesten bouwen om aan de Vloed te ontkomen. In de Koran is er ook een verhaal over Nuh, dat helemaal gelijk loopt met ons verhaal over Noah. Er is natuurlijk nog de beroemde legende over Atlantis, die tot op de dag van vandaag nog tot de verbeelding spreekt. Hier wordt misschien geen boot gebouwd, maar het concept van een grote overstroming zit er duidelijk in. In de Ierse folklore heb je het verhaal van Cessair. Bij de Finnen had je Väinärnöinen. Maar daarmee zitten we nog steeds in Europa. Men kan gemakkelijk elkaars verhalen gehoord hebben en er een eigen tintje aan gegeven hebben. Dan gaan we nog een stapje verder!
In China zijn er oude verhalen die zeggen dat Nüwa de muren van de hemel en daarmee ook de balans in de wereld herstelde nadat een Grote Vloed ze vernietigd had. Bij de Indianen hebben alle stammen een verhaal over de Vloed. Zo zeiden de Mayas dat een dergelijke overstroming de overgang was van de vierde naar de vijfde wereld. In elk verhaal komt een man ten tonele, die nogal Kaukasisch aandoet (witte huid, grote ogen, roodbruine baard, rechte neus). De ene stam noemt hem Viracocha, de andere Quetzalcoatl, maar telkens heeft hij één iets gemeen: hij kwam ‘van over zee’ in een boot, herstelde de civilisatie, en verdween opnieuw ‘over zee’ in diezelfde boot. In Hindoeïstische manuscripten spreken ze over Manu. In de Indische traditie gaat het over Pûluga. De Sumerische ontstaansmythe zegt dat de nieuwe wereld waar we nu in leven, geboren is uit water.
En zo kan je nog wel een tijdje door gaan.
Het schrift
Dan is er nog de vraag waarom de mensen deze verhalen neerschreven. Neem nu het Gilgamesj-epos. Op het moment dat het verhaal neergepend werd in het oude spijkerschrift stond schrijven nog in zijn kinderschoenen. Het kostte veel geld, tijd en moeite om de kleitabletten voor te bereiden en uiteindelijk te beschrijven. Waarom werd het schrift gebruikt? Voor dingen die noodzakelijk waren om te overleven. Het bijhouden van voorraden, veestapels en er voor zorgen dat het dorp de winter door kwam. Maar waarom dan een sprookje neerpennen op twaalf kostbare kleitabletten? Omdat het belangrijk was? Omdat het een erfenis was die andere volkeren op andere plaatsen ook gekregen hadden?
Een ding is zeker. Er zit meer achter deze mythen dan ze op het eerste gezicht prijs geven. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd, net als het laatste woord van onze verhalen nog niet verteld is.
© 2011 - 2024 Dictator, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Toren van BabelIedereen kent het begrip: De Toren van Babel. Maar wat houdt deze toren nu werkelijk in? Heeft het te maken met de taal…
De Grieks-Romeinse godenwereldDe Griekse en Romeinse godenwereld zijn in het begin zeer verschillend van elkaar. Toch zijn ze nauw met elkaar verbonde…
Mandragora, mythen en verhalenMet mandragora of alruin wordt Mandragora officinarum of Mandragora autumnalis bedoeld. Waarschijnlijk de meest magische…
Bronnen en referenties
- Boek: Fingerprints of the Gods' van Graham Hancock