Oorlogen in Nederland: Slag in het Baduhenna-woud
Rond het begin van onze jaartelling waren de Romeinen oppermachtig en hadden het dan ook in grote delen van Europa voor het zeggen. Ons huidige Nederland behoorde in die tijd tot het immens grote Romeinse Rijk, dat op het hoogtepunt van haar macht alle landen rond de Middellandse Zee omvatte. De verschillende volkeren die op dat moment in de Nederlanden woonachtig waren werden door de Romeinen onderworpen, maar dit ging – uiteraard – niet zonder slag of stoot. De inwoners van de noordelijke Nederlanden, door de Romeinen de Frisii (Friezen) genoemd, waren de eerste die besloten om in opstand te komen.
Inhoud
Slag in het Baduhenna-woud
In het jaar 28 na Christus vond de eerste – gedocumenteerde – oorlog plaats op Nederlands grondgebied. De partijen die het met elkaar aan de stok kregen waren de Romeinen en de Frisii (Friezen) en het gevecht dat volgde vond plaats bij het Romeinse Castellum Flevum. Castellum Flevum was een Romeins fort (castellum) dat ten noorden van de rivier de Rijn was gebouwd en had het doel om indringers op afstand te houden. Waar castellum Flevum exact was gelegen is tot op heden niet duidelijk. Zo zijn er in zowel Groningen, Castricum, Grebbe en Velsen restanten gevonden van Romeinse forten die rond het jaar 28 na Christus zijn verwoest.
Aanleiding
Sinds de Romeinen de scepter zwaaiden over de gebieden in het noorden van de Nederlanden waren de Frisii verplicht om hen belasting te betalen in de vorm van runderhuiden. De runderhuiden werden door de Romeinen gebruikt om hun schilden mee te bespannen en aangezien ze voortdurend in oorlog waren, waren de huiden dan ook niet aan te slepen. Toen de Romeinse bevelhebber Olennius (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) werd aangewezen als de nieuwe landvoogd van de Frisii, verhoogde hij de belasting aanzienlijk. Hij verplichtte de Frisii om hem voortaan huiden van de (grote) oeros te leveren, maar die kwamen in de noordelijke Nederlanden vrijwel niet voor. De koeien die de Frisii hielden waren aanzienlijk kleiner dan de oeros – zelfs kleiner dan onze huidige koeien – en zij konden dan ook niet aan de vraag van Olennius voldoen. Toen hij de Frisii strafte door hun vrouwen en kinderen tot slaaf te maken, was voor de Frisii de maat vol.
Aanval
De Frisii rekenden eerst af met de Romeinse belastinginners en brachten hen om het leven door ze op te hangen. Vervolgens zetten ze koers richting het kamp van de Romeinse landvoogd Olennius, maar deze had zich samen met zijn troepen al veilig teruggetrokken in castellum Flevum. De Frisii deden diverse pogingen om het castellum te bestormen en binnen te dringen, maar de Romeinen wisten hen van het lijf te houden. Na een dag van hevige gevechten besloten de Frisii om zich terug te trekken en een nieuwe aanval uit te voeren over het water. Inmiddels had het nieuws dat de Romeinen werden aangevallen Rome bereikt en er werd besloten om direct versterking te sturen. Toen de Frisii er lucht van kregen dat er versterking onderweg was besloten ze zich terug te trekken in het Baduhenna-woud, waarvan overigens niet bekend is waar dat precies was gelegen. De Romeinse ruitereenheid die als eerste was gearriveerd besloot de Frisii het woud in te volgen, maar werd genadeloos in de pan gehakt. Ook de daarop volgende Romeinse infanterie kon de Frisii niet de baas en de resterende Romeinen in castellum Flevum besloten zich hierop terug te trekken.
Vrijheid
Die beruchte dag in het Baduhenna-woud wisten de Frisii circa 900 Romeinen te doden en nog eens 400 Romeinen vonden de dood toen zij door hun eigen troepen werden gedood op verdenking van verraad. De reden dat de Frisii zo'n klinkende overwinning wisten te boeken was simpelweg gelegen in het feit dat zij de weg wisten in het Baduhenna-woud en de waterrijke omgeving. Tevens waren de Frisii, in tegenstelling tot de Romeinen, slechts licht bewapend waardoor zij zich veel makkelijker konden verplaatsen. Toen toenmalig Romeins keizer Tiberius Iulius Caesar Augustus (42 v. Chr. - 37 n. Chr.) te horen kreeg over de nederlaag, besloot hij – tegen alle verwachtingen in – om géén strafexpeditie te organiseren waardoor de Frisii hun vrijheid terug kregen.
Nasleep
De Frisii waren diverse jaren in vrijheid gegund, maar in 47 na Christus kwam het opnieuw tot een treffen tussen hen en de Romeinen. De Frisii waren met boten naar het zuiden getrokken, op zoek naar weidegrond voor hun vee, en hadden een gebied in bezit genomen dat was bedoeld voor het legeren van Romeinse legioenen. De Romeinse legeraanvoerder Gnaius Domitius Corbulo (geboortedatum onbekend - 67 n. Chr.) wist de Frisii terug te drijven naar het noorden en onderwierp ze opnieuw aan het Romeins gezag. Legeraanvoerder Corbulo werd echter teruggefloten door toenmalig keizer Claudius I (10 v. Chr. - 54 n. Chr.) die, in verband met de op handen zijnde invasie van Britannia (huidig Engeland en Wales), hem verdere acties aan de noordkant van de Rijn verbood. De Romeinen besloten zich hierop terug te trekken tot achter de (toenmalige) loop van de Rijn waarop de Frisii hun vrijheid opnieuw terug kregen.