Kinderen van Nazi-kopstukken
Een aantal hooggeplaatste nazi’s hadden kinderen. Wat is er met die kinderen gebeurd na de Tweede Wereldoorlog? Zijn ze in het reine gekomen met de daden van hun vader? Hoe verliep hun leven en hoe denken ze nu over de man? Drie verhalen: Gudrun Himmler, Martin Bormann jr. en Niklas Frank.
Heinrich Himmler
Heinrich Himmler was de Reichsführer van de SS, het hoofd van de geheime politie (Gestapo) en van de Waffen-SS. Ook was hij van 1943 tot 1945 de minister van Binnenlandse Zaken. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor de uitvoering en de organisatie van de Endlösung, de massale uitroeiing van de joden in het Derde Rijk. Na de oorlog, op 23 mei 1945 pleegt Himmler, inmiddels gevangen genomen door de Britten, zelfmoord door een gifcapsule door te bijten.
Gudrun Burwitz-Himmler
Op 8 augustus 1929 kregen Himmler en zijn vrouw Margarete Boden hun enige kind, een dochtertje: Gudrun. Himmler is dol op het meisje die hij liefkozend ‘Püppi’ noemt. De liefde is wederzijds, Gudrun adoreert haar vader. Ze knipt elke foto van haar vader die ze in kranten en tijdschriften tegenkomt uit en plakt ze in een plakboek. Na de Tweede Wereldoorlog worden Gudrun en haar moeder vier jaar gevangen gehouden in de Britse zone in Duitsland. Die jaren hebben haar verbitterd. Natuurlijk veel beter gewend, klaagt ze over het voedsel. Ze gaat zelfs in hongerstaking om officiersmaaltijden af te dwingen. Over het lot van haar vader wordt ze in het ongewisse gelaten tot eind augustus 1945 een verslaggever zijn mond voorbij praat en opmerkt dat haar vader ‘zich allang heeft vergiftigd’. Gudrun stort volledig in, ze is zo ziek dat de artsen een ogenblik vrezen voor haar leven. Wanneer ze vrijkomt trouwt ze met Wolf-Dieter Burwitz, een schrijver. Gudrun heeft nooit afstand genomen van haar vaders denkbeelden, integendeel. In 1951 wordt ze actief in ‘Stille Hilfe’, een organisatie die nazi’s die terecht moeten staan of op de vlucht zijn op verschillende manieren ondersteunt en bijstaat. Zo zorgt ze voor juridische bijstand voor de SS-er Anton Malloth, een bewaker in Thersienstadt, die in 1989 voor de rechter moest verschijnen. In 1952 richt ze de Wiking Jugend op, een organisatie naar voorbeeld van de Hitler Jugend. Gudrun onderhield nauwe contacten met ‘de zwarte weduwe’ Florentine Rost van Tonningen. In het najaar van 2008 laat de 79-jarige nogmaals van zich horen: ze geeft haar goedkeuring aan de oprichting van een nieuw nationaal socialistische partij in de Verenigde Staten. Gudrun omschrijft haar vader als een zorgzame en liefdevolle man, iedereen die iets anders beweert liegt volgens haar.
Martin Bormann
Martin Bormann was hoofd van de Parteikanzlei en privé-secretaris van Hitler. Hitler vertrouwde hem volkomen. Bormann besliste wie toegang tot de Führer had, dit gaf hem een enorme macht binnen het Derde Rijk. Bormann is waarschijnlijk begin mei 1945 tijdens zijn vlucht uit Berlijn om het leven gekomen. Zijn dood is pas in 1973 officieel bevestigd. Bormann werd in Neurenberg bij verstek ter dood veroordeeld.
Martin Bormann junior
Martin Bormann en zijn vrouw Gerda kregen tien kinderen. De oudste werd geboren op 14 april 1930, het was een zoon: Adolf Martin Borman. Het jongetje was vernoemd naar zijn peetvader, Adolf Hitler. Aan het eind van de oorlog zit de jonge Martin op het nationaal-socialistische opvoedingsinstituut Matrei in Tirol. Op 15 april 1945 sluit het instituut zijn deuren en de vijftig leerlingen worden naar huis gestuurd. Martin reist naar München in de hoop zijn vader te treffen. Zijn vader is echter al in Berlijn en een medewerker van senior raadt hem aan naar zijn moeder en broertjes en zusjes op zoek te gaan. De chaos in die laatste dagen van de oorlog maakte het hem onmogelijk zijn moeder te bereiken. Van een gouwleider krijgt Martin jr. kleren en valse identiteitspapieren. Een bergboer in Salzburg neemt de jongen op in zijn gezin. In najaar van 1945 wordt Gerda Bormann ernstig ziek, ze heeft kanker en sterft op 23 april 1946. Martin zal pas een jaar later in een krantenartikel dat nieuws vernemen. De negen broertjes en zusjes van Martin worden ondergebracht bij pleeggezinnen. Het gezin dat Martin jr. heeft opgenomen is katholiek. Martin bekeert zich tot dat geloof en laat zich in 1947 dopen. In datzelfde jaar komt de Amerikaanse geheime dienst achter de ware identiteit van de jongen. De Amerikanen arresteren hem en houden hem korte tijd gevangen. Al snel blijkt echter dat de oudste zoon van Martin Bormann geen idee heeft waar zijn vader is en wordt hij weer vrijgelaten. In 1953 laat hij zich tot priester wijden en werkt jarenlang als missionaris in het doodarme en in een bloedige burgeroorlog verwikkelde Kongo. Eind jaren zestig keert hij terug naar Duitsland waar hij uit het ambt treedt en trouwt. Vervolgens verdient hij zijn brood als leraar filosofie en theologie. In 1987 ontmoet hij de Israëlische psycholoog Dan Bar-On (zoon van een Holocaustoverlevende), hij werkt mee aan een serie gesprekken tussen kinderen van daders en kinderen van slachtoffers van de Holocaust. In 1992 gaat Martin jr. met pensioen. Sindsdien reist hij door Duitsland en Oostenrijk om op scholen lezingen te houden en te waarschuwen voor de gevaren van het nationaal-socialisme. Martin Bormann jr. veroordeelt de daden van zijn vader grondig. Hij maakt echter een onderscheid tussen de liefdevolle vader die hij gekend heeft en de man die een belangrijk spil was in een barbaars politiek systeem.
Hans Frank
Hans Frank was van 1933 tot 1939 minister van Justitie van Beieren en de president van de Akademie für deutsches Recht. In deze hoedanigheid ontwierp hij een groot deel van de nazi-wetgeving. In 1939 werd hij benoemd tot Gouverneur- Generaal van Polen. Als fanatiek en wreed antisemiet is hij verantwoordelijk voor de moord op honderdduizenden Polen. Niet voor niets noemde men hem ‘De slager van Polen’. Hans Frank wordt in Neurenberg ter dood veroordeeld en op 16 oktober 1946 opgehangen.
Niklas Frank
Niklas Frank wordt geboren op 9 maart 1939 in München als de jongste van de vijf kinderen van Hans en zijn vrouw Brigitte Frank. Niklas herinnert zich nog dat zijn vader hem eens meenam naar een concentratiekamp, waar hij zag dat gevangenen op een wilde ezel werden gezet om er vervolgens steeds door de ezel te worden afgebonkt. Tot zijn schaamte moet hij later bekennen dat hij moest gieren van de lach om dit treurige tafereel. Wanneer zijn vader wordt opgehangen is Niklas zeven jaar oud, in de loop van zijn leven verdiept hij zich in het leven en vooral in de misdaden van zijn vader. Na zijn studie werkt Niklas als journalist bij het Duitse tijdschrift ‘Stern’. In 1987 publiceert hij het boek ‘Der Vater. Eine Abrechnung’ (in het Nederlands vertaald als “Vader, ik haat je’), een boek dat veel en heftige reacties opwekt. In het boek vertelt Niklas hoezeer hij zijn vader verafschuwt en minacht, hij schrijft hoe hij op 16 oktober boven de foto van zijn vader masturbeerde en over zijn moordfantasiën jegens zijn vader. In Duitsland vonden velen dat niet kunnen, zij waren van mening dat wat zijn vader ook gedaan had Niklas hem, als zijn zoon, moest eren. Norman, Niklas oudste broer, veroordeelt de misdaden van zijn vader eveneens. Hij zegt geen kinderen te willen omdat hij niet wil dat het geslacht Frank voort wordt gezet. Michael, Niklas’ andere broer, stierf op 53-jarige leeftijd aan het drinken van zo’n tien liter melk per dag. Michael was extreem rechts en wilde niets van kritiek op zijn vader horen.
Lees verder