Albert Konrad Gemmeker, commandant van Kamp Westerbork
Vanaf oktober 1942 was Gemmeker de commandant van Kamp Westerbork. Onder zijn leiding groeide het kamp uit tot een echt doorvoerkamp. Zijn belangrijkste taak was het organiseren van de transporten naar de vernietigings- en concentratiekampen in het oosten. Meer dan 101.000 joden, Sinti, Roma en verzetsstrijders zijn via Westerbork gedeporteerd. Gemmeker beweerde na de oorlog dat hij niets wist van het lot dat de gevangenen te wachten stond in kampen als Auschwitz en Sobibor.
Carrière voor Westerbork
Albert Konrad Gemmeker werd op 27 september 1907 geboren in Düsseldorf. Toen hij veertien was, verliet hij school om aan het werk te gaan bij een verzekeringskantoor. Zes jaar later, in 1927, schreef hij zich in voor een opleiding politionele administratie aan de politieacademie in Bonn. Na deze opleiding werd hij in 1933 aangenomen bij de politie in Duisburg. Pas na de machtsovername van de nazi’s in dat zelfde jaar 1933, meldde Gemmeker zich aan als lid van Hitlers partij, de NSDAP. Op 1 maart 1937 werd hij pas aangenomen als lid, de nazi’s waren namelijk terughoudend met het verlenen van het lidmaatschap na de machtsovername, bang als ze waren voor opportunisten. Gemmeker meldde zich vervolgens aan bij de SS, maar ook dat lidmaatschap kwam pas na een aantal jaren, in november 1940. Ondertussen was Gemmeker in 1938 in dienst getreden van de Gestapo. Van augustus 1940 tot en met juni 1942 werkte Gemmeker op de personeelsafdeling van de SD in Den–Haag. Vervolgens krijgt hij enkele maanden de leiding over het gijzelaarskamp St. Michelsgestel.
Kamp Westerbork
Gemmeker liep al een paar dagen in het kamp rond voor hij zich in oktober 1942 bekend maakt als de nieuwe commandant. Zijn voorgangers (Erich Deppner, Josef Hugo Dischner en inspecteur Bohrmann) hadden niet naar behoren gefunctioneerd. Onder Gemmeker heerste er orde in het kamp. Gemmeker stond bekend als een uiterst correcte man. Daarom en om zijn knappe uiterlijk kreeg hij de bijnaam ‘the gentleman’. Hij stond niet toe dat er mishandeld of gemoord werd in het kamp. Hij wilde de rust binnen en buiten het kamp bewaren door een schijnwereld te creëren. Hij wilde dat de gevangenen geloofden dat de kampen in het oosten werkkampen waren. De gevangenen hadden niets te vrezen wanneer ze mee moesten met één van transporten die in de regel elke week vanuit kamp Westerbork vertrok. Gemmeker wilde het kampleven zoveel mogelijk op een gewone samenleving laten lijken. Dit betekende dat volwassenen naar hun werk gingen, kinderen naar school. Er werd gesport, feestdagen werden gevierd, er werden cabaret- en muziekvoorstellingen georganiseerd, er was een kampwinkel en een ziekenhuis. In vergelijking met andere kampen waren de omstandigheden in kamp Westerbork redelijk. Hoewel het eten slecht, eenzijdig (bijna altijd een waterige koolsoep) en vaak ontoereikend was, leden de gevangenen geen honger. Het leven in Westerbork stond in het teken van het wekelijks transport. Dat transport vertrok meestal op dinsdagochtend. Op maandagavond las de barakoudste de transportlijst voor. De spanning die zich in de loop van de week had opgehoopt, bereikte op dat moment zijn hoogtepunt. Iedereen luisterde gespannen of ze hun namen hoorden of dat ze een weekje uitstel kregen. Gemmeker bemoeide zich zo min mogelijk met het opstellen van de namen op de transportlijsten. Hij gaf de aantallen die hij doorkreeg vanuit Berlijn op zijn beurt door aan een aantal gevangenen, zij waren het die vervolgens de transportlijst opstelden. Natuurlijk had hij wel het laatste woord, op het laatste moment kon hij nog mensen van de lijst halen of op de trein zetten. Zo heeft Germmeker in 1944 een vrouw op de trein gezet die zich bij de deportatie van een andere vrouw op het perron hardop afvroeg of dit nu de beschaafde wereld was. Hieruit blijkt dat Gemmeker naast zijn correcte kant, ook een ander, minder prettige gezicht had. Een gevangene heeft het eens als volgt geformuleerd: “We hadden eens een kampcommandant, die trapte mensen naar Polen, deze lacht ze naar Polen.”
Frau Hassel
Gemmeker woonde in een riante villa net buiten de poorten van het kamp. Elizabeth Helena Hassel, Gemmekers secretaresse en minnares, woonde bij hem. Frau Hassel werd gevreesd en gehaat in het kamp. Hoewel ze niet officieel Gemmekers plaatsvervanger was, nam ze wel een aantal taken voor hem waar wanneer hij niet in het kamp aanwezig was. Ze stond bekend als een veel fanatiekere en hardere nazi dan haar vriend, oordeelde streng over vrijstellingen en was jaloers op elke joodse vrouw die de aandacht van haar minnaar op de één op andere manier getrokken had. Deze vrouwen behandelde ze slecht. Na de oorlog, toen Frau Hassel in Nederland werd vast gehouden omdat ze moest getuigen tegen Gemmeker, verklaarde ze dat ze een ‘diep medelijden’ met de gevangenen in kamp Westerbork had gevoeld. Ze beweerde dat ze de mensen waar mogelijk geholpen had. Dat de kampbewoners daar absoluut niets van gemerkt hadden weet ze aan het feit dat het niet in haar aard lag om persoonlijke gevoelens te tonen. Hoewel Gemmeker en Frau Hassel in Westerbork plannen hadden gemaakt om na de oorlog te trouwen, kwam daar uiteindelijk niets van terecht. Na de bevrijding trouwden ze beiden met een ander en zagen ze elkaar nooit weer.
Bevrijding en straf
Een dag voordat de Canadezen kamp Westerbork op 12 april 1945 bevrijdden, namen Gemmeker en zijn SS-staf de benen. In Amsterdam werkt Gemmeker dan nog enkele weken als Verwaltungsführer. Na de bevrijding wordt hij gevangen genomen. Hij zit zelfs even geïnterneerd in zijn eigen villa in Westerbork, het kamp doet sinds de bevrijding dienst als interneringskamp voor NSB-ers en andere ‘foute’ Nederlanders. Hij moet zich verantwoordden voor de rechtbank in Assen. Gemmeker zegt en houdt vol dat hij niets heeft geweten van het afschuwelijke lot dat de gevangenen stond te wachten wanneer ze in zijn kamp op de trein werden gezet. De rechtbank gelooft hem of heeft geen bewijs om anders te oordelen en straft mild. Gemmeker krijgt tien jaar en wordt in 1951 al, wegens goed gedragen het vrijwillig werken in de Limburgse mijnen, vrijgelaten. Hij keert terug naar Düsseldorf, begint daar een sigarenzaakje en trouwt met een vrouw die eenentwintig jaar jonger is dan hem. In 1959 geeft hij een interview aan de Norddeutscher Rundfunk. In dit interview verklaart Gemmeker wederom dat hij niet wist wat er met de gevangenen in Auschwitz of Sobibor gebeurde. Antisemitisme keurt hij inmiddels af. In 1967 stelt de Duitse justitie een onderzoek in naar Gemmekers rol in de Holocaust maar vindt niet voldoende bewijs om tot vervolging over te kunnen gaan. Volgens professor Lou de Jong wist Gemmeker wel degelijk dat hij meewerkte aan genocide. Er gingen bewakers mee op transport. Bewakers die weer terugkwamen naar het kamp en ongetwijfeld met hun commandant gesproken hebben over wat ze gezien, gehoord en geroken hebben daar in Polen.
© 2011 - 2024 Alba, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Concentratiekamp SobibórKamp Sobibór is een kamp dat niet gericht was op het te werk stellen van gevangenen, maar puur op het vernietigen van Jo…
De kinderen in kamp WesterborkIn de zomer van 1939 werd het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork gebouwd. Het was bedoeld om de Joden uit Duitsland t…
Bronnen en referenties
- www.go2war2.nl
- Geschiedenis.vpro.nl
- Nl.wikipedia.org