Hoe zorg je dat je verhaal vlot leest?
Ken je dat? Een boek dat je leest en dat enorm vlot is geschreven. Er wordt dan vaak gezegd dat een boek leest als een trein. Het is zo geschreven dat je niet kunt stoppen met lezen en er zelfs met dikke pillen totaal geen moeite mee hebt om het uit te krijgen. Hoe schrijf je een verhaal dat vlot leest? Waar moet je rekening mee houden?
Let op de beschrijvingen
Uitleg geven in je boek is geen enkel probleem, maar het verhaal moet wel interessant blijven. Voorkom dan ook een infodump. Dit betekent dat je heel veel informatie achter elkaar plaatst, zonder dat er echt iets gebeurt. Het haalt de vaart echt uit een verhaal en is in veel gevallen niet eens nodig. Bekijk eens kritisch hoe je de informatie in het verhaal zet. Geef de uitleg bij voorkeur in hapklare brokken en stel jezelf de vraag of er de dingen die je zegt wel echt noodzakelijk zijn voor je boek.
Voorkom onnodige scènes
Als je een verhaal schrijft kan het best zo zijn dat je veel scènes in de tekst stopt die weinig tot geen toegevoegde waarde hebben. Denk bijvoorbeeld aan het stuk waarin de hoofdpersoon aan het koken is. Gaat er in dit stuk iets belangrijks gebeuren? Dan kun je de scène natuurlijk best laten staan. Zo niet, vraag je dan af wat de toegevoegde waarde is en of je het niet beter weg kunt laten. Voorkom dus bladvulling. Is het dialoog dat je hebt beschreven echt nodig? Nee? Weg ermee!
Voorkom herhalingen
Zeggen je personages telkens dezelfde zinnetjes? Gaat je personage elke dag via dezelfde route naar zijn werk en beschrijf je keer op keer wat hij ziet, zonder dat er verandering in komt? Dit soort herhalingen zijn saai en maken je verhaal niet leuk om te lezen.
Maak de lezer nieuwsgierig
Een verhaal kan vlot weglezen wanneer je de lezer nieuwsgierig maakt. Houd bepaalde informatie achterwege, zorg voor een spannend verhaal of juist voor een interessant thema en kies voor onverwachte wendingen. Zorg dat de lezer zich af zal vragen: hoe gaat het verder? Dit is nog niet zo gemakkelijk en oefening baart kunst. Laat bijvoorbeeld je tekst eens lezen aan mensen in je omgeving en stel hen de vraag of ze willen weten hoe het verder gaat. Op deze manier kun je beter inschatten hoe mensen je verhaal lezen en wat ze van de inhoud vinden.
Cliffhangers
Een cliffhanger zal vooral bij een thriller of horrorverhaal heel goed kunnen werken. Het hoofdstuk eindigt dan niet na een afgesloten geheel, maar op een heel spannend stuk. De lezer zal dan verder willen lezen en hierdoor kan een verhaal veel vlotter lezen. Enkele voorbeeldzinnen voor een cliffhanger:
- Tot haar grote schrik was de koffer verdwenen.
- Opeens hoorde hij een vreemd geluid.
- ‘Blijf hier weg,’ stond er in de sms. Wie had dit gestuurd?
Een goed voorbeeld van een schrijver die met cliffhangers werkt is James Patterson. Hij heeft ook nog eens hele korte hoofdstukken. Tijdens het lezen denk je dan al snel: ‘Nog één hoofdstuk, dan sla ik het boek dicht. O.. nu al voorbij? Nou, nog een hoofdstuk kan best’. Ook kinderboekenschrijver R.L. Stine werkt veel met cliffhangers aan het einde van een hoofdstuk. Deze techniek werkt overigens niet voor ieder verhaal.
Lees boeken
Lees boeken en bekijk kritisch waarom een boek vlot leest, of waarom je er juist niet doorheen kunt komen. Op deze manier weet je welke technieken je in je eigen boek moet toepassen en welke je juist beter kunt ontwijken. Het is raadzaam om dan vooral ook de boeken te lezen die je niet vlot vindt. Waarom leest het zo traag en waarom kost het je veel moeite het uit te lezen? Gebruik deze kennis voor je eigen verhalen. Je weet nu wat je zelf vooral níet moet doen.