Etymologie van de tijd
Wat is tijd? Tijd is een ongrijpbaar begrip. Mensen houden niet van ongrijpbare dingen. We willen alles in de hand houden en begrijpen. Daarom hebben mensen ooit woorden verzonnen voor de tijd. Wanneer we kunnen afspreken over vier dagen of over een paar maanden, dan geeft ons dat houvast. We hebben de tijd ingedeeld. Waar komen echter de woorden vandaan waarmee we de tijd aanduiden?
Tijd
Het woord tijd is afgeleid uit het Indo-Europese woord
‘dei’. Hier stamt het Griekse woord
‘daiomai’ vanaf, wat ‘ik verdeel’ betekent. Het woord tijd betekent dan ook ‘opdeling’.
Ochtend
Het woord ochtend is verwant aan het Griekse
‘aktis’, wat ‘straal’ betekent en ook aan het Oudindische woord ‘aktu’ wat licht betekent. Het is dus ochtend wanneer het licht wordt, wanneer de eerste zonnestralen de nacht hebben verdreven.
Middag
De middag is letterlijk, het midden van de dag. Het midden van de dag is het moment waarop de zon op haar hoogst is. In het moderne Nederlands betekent middag de tijd tussen 12:00 en 18:00
Avond
Het woord avond is samengesteld uit twee Germaanse woorden:
‘aft’ en
‘anth’. Het woord
‘aft’ betekent ‘na’ en het woord
‘anth’ betekent ‘arbeid’ Het woord avond betekent dus: na de arbeid. De avond staat dus voor de tijd na het werk, de vrije tijd. Tijd om te ontspannen.
Nacht
Het woord nacht is verwant aan het woord
‘nox’ uit het Latijn en het woord
‘nux’ uit het Grieks. Deze woorden betekenden in hun taal ook al ‘nacht’.
De Germanen zagen de nacht als moeder van de dag. In hun beleving werd de dag uit de nacht geboren. De nacht was voor hen zeer belangrijk. Hun tijdseenheid was dan ook in nachten en niet in dagen. Er werd bijvoorbeeld gezegd dat ze over 4 nachten bij elkaar zouden komen.
Eeuw
Een eeuw is honderd jaar, een eeuwigheid. In het Gotisch bestond het woord
‘aiws’ wat ‘eeuwigheid’ of ‘tijd’ betekende. Het Latijn kent het woord
‘aevum’ wat ‘tijdperk’ of ‘eeuwigheid’ betekende. En in het Grieks is een mensenleeftijd
‘aion’. In het Nederlands kreeg het woord ‘eeuw’ pas zijn meer beperkte betekenis van exact honderd jaar. Alhoewel eeuwig en een eeuwigheid nog steeds zonder begrenzing zijn.
Jaar
Het woord jaar is afgeleid van de Griekse woorden
‘hora’ en
‘horos’, die ‘tijd’ en ‘jaar’ betekenen. Het woord ‘hora’ is het oudste woord van de twee. Voordat men wist hoelang een jaar duurde noemde men de tijdseenheid jaar
‘hora’: een bepaalde periode. Op het moment dat men wist dat een jaar 365 dagen duurde noemde men de tijdseenheid
‘horos’. Het is echter nodig om elke vier jaar het jaar een dag extra te laten duren, dit wordt dan een schrikkeljaar genoemd.
Schrikkeljaar
Men heeft ooit bedacht dat een jaar 365 dagen telt. Dit zouden het aantal dagen zijn dat de Aarde erover doet om een rondje om de Zon heen te maken. De Aarde doet er echter geen 365 dagen over, maar (ongeveer) 365 dagen en 6 uur. Hierdoor moet elke vier jaar er een dag bij het jaar geteld worden om het weer kloppend te maken.
Het woord schrikkeljaar heeft te maken met het werkwoord ‘schrikken’. Het werkwoord schrikken betekende ooit in het Oud Nederlands ‘springen’. In de huidige betekenis van schrikken zit dit ook nog wel een beetje: je schrikt, je springt op, je hartslag slaat een keertje over. Elke vier jaar ‘springt’ er een dag bij het jaar: het schrikkeljaar.
Maand
Het woord maand komt van de maan. En het woord maan komt weer van het Indo-Europese woord
'mê', dat ‘meten’ betekent. Onze voorouders, de Germanen rekenden in ‘manen’. Zij berekenden de tijd in nachten en in manen. Elke volle maan was één maan. Er werd dus bijvoorbeeld gezegd dat men elkaar over zes manen weer zag. Elke (ongeveer) 29 dagen is het weer volle maan, dan heeft de maan weer een baan rondom de Aarde gemaakt. Vandaar dat een maand ook (ongeveer) 29 dagen telt.
Omdat een jaar uit 365 dagen bestaat, is er besloten om de maanden 30 of 31 dagen te laten hebben. Hierdoor bestaat het jaar precies uit 12 maanden. Door deze beslissing loopt de maand niet meer gelijk met de maan.
Uur
Het woord ‘uur’ komt vreemd genoeg, net als het woord ‘jaar’, van het Griekse
‘hora’. Het woord ‘uur’ is echter via het Latijn bij ons gekomen. In het Latijn betekent
‘hora’ ‘uur’. Heel bijzonder hoe één woord,
‘hora’, in onze taal twee tijdseenheden een naam heeft gegeven die zo ver van elkaar afliggen. Een (gewoon) jaar is namelijk 8766 uur.
Kwartier
Een kwartier een vierde deel van een uur. De oorsprong van het woord kwartier komt van het Franse woord
‘quartier’. Het Frans heeft het woord weer uit het Latijn waarin
‘quartarium’ een ‘vierde deel’ betekent.
Minuut
Het woord minuut komt uit het Latijn. Een minuut is een klein onderdeel van een uur. In het Latijn werd er daarom gesproken van
‘Pars minuta prima’, oftewel: het eerste kleine deel. Minuut betekent dan ook ‘klein’, het is een klein stukje van een uur.
Seconde
Een seconde is een gedeelte van een minuut. Daar komt ook het woord seconde vandaan. In het Latijn sprak men over
‘pars minuta secunda’ oftewel: het tweede kleine deel. Het woord seconde betekende dan tweede. De minuut was het eerste kleine deel en de seconde was het tweede kleine deel. Hiermee gaf men aan dat de seconde nog kleiner was dan de minuut.
Lees verder