Romans 20e eeuw: Ik Jan Cremer, een opzienbarende bestseller
Met Ik Jan Cremer schreef de jonge schrijver Jan Cremer een onverbiddelijke bestseller. De tekst op het omslag werd dus bewaarheid. Het is een vrolijk verslag van zijn trieste jeugd. De auteur noemt in deze schelmenroman de seksuele daden en lichaamsdelen met naam en toenaam, wat begin jaren zestig niet gebruikelijk was. Bovendien gebruikte hij veel slang-woorden. Geen wonder dat bij verschijning van het boek veel kritiek was te horen. Het boek werd desondanks een ongekend verkoopsucces. De waarde van het boek werd later erkend. De roman werd opgenomen in de canon van de Nederlandse letterkunde.
Ik Jan Cremer, van idee tot uitgave
De in 1940 geboren Cremer stelde in 1958, op achttienjarige leeftijd, zijn eerste schilderijen tentoon. Met zijn informele schilderijen gaf de jonge 'kunstnozem'. de uitvinder van 'peinture barbarisme', de toon aan van de generatie jonge schilders na Cobra.
Aan het begin van de jaren zestig arriveerde Cremer op het kunstenaarseiland Ibiza. Jan Cremer had al een bewogen leven achter de rug. Hij had al diverse baantjes gehad, zoals zeeman, dokwerker, nachtclubportier en kermisbokser. Ook had hij diverse continenten en oceanen bereisd.
Op Ibiza ontmoette hij de schrijvers Hans Sleutelaar en Cornelis Bastiaan Vaandrager. Cremers vertelde aan de beide schrijvers dat hij werkte aan een roman over zijn bewogen jeugd, van zijn geboorte tot het moment dat hij schilder werd. Hij liet de schrijvers enkele fragmenten lezen. Sleutelaar en Vaandrager waren aangenaam getroffen door de onopgesmukte verteltrant.
De bekende auteur W. F. Hermans las in het tijdschrift
Stivik een door Vaandrager en Sleutelaar gepubliceerd fragment. Hij raakte enthousiast en tipte Geert Lubberhuizen, de directeur van De Bezige Bij. Een jaar later, in februari 1964, lag het door De Bezige Bij uitgegeven
Ik Jan Cremer in de boekhandel.
De bestseller Ik Jan Cremer
Gedurfde inhoud
In de roman
Ik Jan Cremer belandt de ik-figuur, net als de held in de vroegere schelmenromans, in allerlei onwaarschijnlijke situaties. De deels op zijn eigen ervaringen gebaseerde roman, maar toch vooral voortkomend uit zijn verbeelding, is een vrolijk verslag van een trieste jeugd. Het is een, voor begin jaren zestig, ongegeneerd verhaal met veel seks en gewelddadige avonturen. De seksuele daden en lichaamsdelen worden door de auteur met naam en toenaam genoemd. Bovendien spaart Jan Cremer heilige huisjes, zoals gezagsdragers op het gebied van politiek, onderwijs en cultuur, niet. Ze zijn het mikpunt van zijn met volkse humor doorspekte hoon.
Een uitgekiende publiciteit
Als schilder had Jan Cremer de kneepjes van het publicitaire vak geleerd. Op de omslag poseert hij in spijkerjack op een glimmende Harley Davidson. Ook was het zijn idee om de omslag van de roman te voorzien van een felrode bies met de tekst 'Een onverbiddelijke bestseller'.
Jan Cremer stuurde, vermomd als brave burger, brieven vol verontwaardiging naar diverse dagbladen. In die brieven noemde hij zijn eigen roman 'vulgair, immoreel, bruut, gevaarlijk en sadistisch', en eiste hij inbeslagname van het boek.
Kritiek bij het verschijnen van Ik Jan Cremer
Bij verschijning van de roman was de verontwaardiging groot. De toenmalige minister-president Jozef M. L. Cals vond het boek van een afgrijselijke wreedheid. In een rubriek in het dagblad
Trouw werd De Bezige Bij een 'stinkuitgeverij' genoemd (een term die later op bevel van de rechter moest worden ingetrokken). Volgens Bomhoff, een Leidse hoogleraar, was de door Cremer beschreven levensstijl in strijd met de christelijke ethiek.
De lectuur van het boek werd onwenselijk en zelfs schadelijk geacht. Bibliotheken weigerden het boek aan te schaffen en scholen probeerden het boek uit hun gebouwen en lessen te weren. Dat laatste lukte overigens niet. Voor de leerlingen waren de kreten van afschuw die klonken bij de verschijning van het boek ook publiciteit. Weldra gingen op scholen stukgelezen exemplaren van hand tot hand.
Indrukwekkende oplagecijfers
Het was geen wonder dat exemplaren van het boek, met zijn gewaagde inhoud, zijn opvallende taalgebruik, met veel
slang-woorden die deel uitmaken van de volkstaal in grote steden, en met een uitgekiende, door de auteur zelf bedachte publiciteitscampagne, na verschijning niet meer waren aan te slepen. De eerste druk, met 5.000 exemplaren, was na een week uitverkocht. De uitreiking, in november 1964, van een verguld exemplaar van het boek, na het verschijnen van 100.000 exemplaren (een idee van de auteur), zorgde voor veel extra publiciteit. In 1964 werden er circa 150.000 exemplaren verkocht.
Het succes van de bestseller lag vooral in de eerste twee jaren, met 32 drukken in 1964 en 1965. Verspreid over 35 jaar volgde er nog 19 drukken. Totaal zijn er circa 800.000 exemplaren van
Ik Jan Cremer verkocht.
Er verschenen ook vertalingen in onder andere het Duits, Engels, Frans en het Zweeds. Het boek werd in juli 1966 vermeld op de bestsellerslijst in de
New York Post.
Huidige waardering voor de roman Ik Jan Cremer
De roman
Ik Jan Cremer wordt nu gezien als literair en cultureel erfgoed, want het markeert de overgang van brave jaren vijftig naar de roerige jaren zestig (met de rebellerende jeugd).
In 2002 gaven de leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
Ik Jan Cremer een plaats op de lijst van literaire werken. Het boek behoorde voortaan tot de canon van de Nederlandse letterkunde.
Het manuscript van de roman werd in 2010 voor een aanzienlijk bedrag aangekocht door het Letterkundig Museum. Ook werd er een tentoonstelling, 'Ik Jan Cremer 2.0', aan het boek gewijd.
Lees verder