Oker – pigment uit aarde en aardekleur
Oker is een bruingele kleurstof die ook een aardsoort is. Het pigment kan uit de aarde gewonnen worden en wordt daarom aardpigment genoemd. Oker is er in verschillende tinten geel tot bruin. Het woord oker stamt van het Griekse woord ôhkra, dat ‘gele aarde’ betekent en het Griekse ochros dat staat voor ‘vuil geel’ betekent. De prehistorische mensen schilderden ermee, de Egyptenaren beschilderen er vijfduizend jaar geleden hun wanden mee en de Aboriginals gebruiken het voor hun lichaamsversiering. De Hollandse meesters schilderden er graag mee en Rembrandt gebruikte oker in zijn meesterwerken.
Gele en rode oker
De aardkleur oker is er in gele oker, berggeel, en in rode oker. Het pigment is er in verschillende tinten, van okergeel, bruingeel, naar roestbruin tot rood. Er bestaat zelfs oker dat zwak blauwachtig is. Het natuurlijke mineraal bestaat uit silicium en klei, waarbij de ijzeroxide de kleur aan de aarde geeft. Okeraarde of oxidegeel is een verweringsproduct van bepaalde gesteenten en de oker kan er vrij eenvoudig uit gehaald worden. Het okerpigment wordt gebruikt voor het vervaardigen van verf en is als zodanig al heel erg lang bekend. De grotbewoners in Europa kenden het pigment al en gebruikten het in hun kunstuitingen en rotstekeningen.
Aboriginals in Altamira
Okertekeningen zijn bijvoorbeeld te zien in de grotten van Lascaux en
Altamira. Archeologische opgravingen bewijzen dat oker zo’n 350.000 jaar geleden door de prehistorische mens werd gebruikt. Wetenschappers vermoeden dat de jagers van toen hun armen ermee insmeerden om niet geroken te worden door het wild. Ook werden er versieringen mee op het lichaam gemaakt, zoals de Aboriginals in Australië dat deden en dit tegenwoordig nog steeds doen.
IJzeroxidehydraat
Overal waar ijzeroxidehydraat in de bodem zit komt oker voor. Het pigment is op alle continenten van de wereld te vinden. Ook in Nederland is wel okerkleurige grond te vinden. Het is een verweringsproduct van ijzerhoudende stenen en mineralen en het zijn de ijzeroxidehydraten die de vervende bestanddelen zijn van oker. Het pigment is kant-en-klaar in de natuur voorhanden. In sommige okergroeven zit bijna pure oker, in andere is de verhouding zand en oker 80 (zand) en 20 procent (oker) en is er een verwerkingsproces nodig om de oker van het zand te scheiden. Het mooie van oker is dat het geschikt is voor alle schildertechnieken.
Synthetische pigmenten
Het wordt nog steeds gebruikt maar is grotendeels verdrongen door synthetische ijzeroxide, zoals marsgeel. In Frankrijk wordt okeraarde onder meer gewonnen in de Provence, in de groeve van Roussillon.
Rotstekeningen met oker
Op diverse plaatsen in de wereld wordt rode en gele oker gewonnen. In Brazilië komt het bij Minas Gerais aan de aardoppervlakte. In die streek zijn ook prehistorische rotstekeningen gevonden die met oker zijn gemaakt. In Amerika is een openluchtgroeve in de staat Virginia. Australië kent het pigment ook en het wordt in Zuid-Afrika aangetroffen. In de buurt van Kaapstad is een grot ontdekt, de Blombos Grot, waar duizenden stukjes gladgeschuurde oker zijn gevonden. Sommige stukjes waren met patronen bekrast en dat moet zo’n 77.000 jaar geleden door prehistorische mensen zijn gedaan. Met denkt dat de stukjes oker te maken hebben met menstruatie en vruchtbaarheid. In de prehistorie werden ook skeletten gekleurd met rode oker. Men denkt dat ook dit te maken heeft met vruchtbaarheid en met wedergeboorte.
Egypte
De oude Egyptenaren gebruikten in de tijd van de farao’s naast roet en houtskool de aardkleur oker voor hun wandschilderingen.
Roussillon
In Frankrijk wordt oker aangetroffen in het Luberon massief bij Rousillon. In de 19e en begin 20e eeuw werd daar lucratief aan okermijnbouw gedaan, tot er alternatieven voor het pigment op de markt kwam. De groeve kent een ondergrondse galerijen, die voor publiek toegankelijk is en buiten op de berg zijn wandelingen tussen het oker in de openlucht mogelijk. De oker is buiten in de rotswanden te zien en op het pad dat je loopt. Het oker werd voornamelijk ondergronds gedolven en de mijnbouw heeft een enorm gangenstelsel achtergelaten.
Okerstof
Trek niet je beste pak aan als je in het okerland gaat wandelen en de mijn gaat bezoeken. Bovengronds kan het behoorlijk okerstoffig zijn en de pigment is moeilijk uit je kleren te wassen.
Pigment uit de aarde voor verfstoffen
De kleisoorten die voor de bereiding van okers gebruikt worden, zijn op verschillende plaatsen aangetroffen en hebben verschillende tinten. De kleuren lopen uiteen, al hebben ze de oker als gemeenschappelijke. Vanwege de verschillende tinten kent oker diverse benamingen, zoals: goud-oker, lichte oker, rode oker, bruine oker. Door de oker te verhitten worden nog weer andere kleuren verkregen. De verhitte oker wordt gebrande oker genoemd en heeft verschillende tinten roodbruin. Verschillende andere pigmenten horen tot de okersoorten: Keulse aarde, van Dijcks-bruin en omber. Het zijn doorgaans halftransparante tot dekkende pigmenten.
Rembrandt
Rembrandt en de andere Hollandse meesters waren bijvoorbeeld gek op oker omdat de verven goed drogen, zich goed laten mengen met andere pigmenten zonder storende en onverwachte chemische reacties en licht echt zijn. Ondergronden van schilderijen kunnen met oker worden opgezet en geven een warme sfeer aan het schilderij.
Usine Mathieu
De okerfabriek van meneer Mathieu is er nog steeds. Deze verwerkte in de jaren tussen 1921 en 1963 ongeveer 1.000 ton oker per jaar. Daarna sloot de fabriek en verviel hij tot een industriële ruïne, tot in 1994 enkele okerliefhebbers een vereniging oprichtten, Ôhkra, en de fabriek in ere herstelde en hem openstelde voor publiek. In
Usine Mathieu wordt de geschiedenis van de okerproductie uitgelegd en in de lokale en internationale economische en culturele context geplaatst. De vereniging Ôhkra beheert ook de
okermijn bij Roussillon.
Lees verder