De Statenvertaler Festus Hommius
Festus Hommius of Fetse Homminga (1576-1642) was een gereformeerde theoloog, die als Bijbelvertaler bijgedragen heeft aan de totstandkoming van het Nieuwe Testament van de Statenvertaling. Op zijn naam staan daarnaast verscheidene geschriften over onder meer de uitverkiezing, de Heidelbergse Catechismus en de rol van de overheid in kerkelijke aangelegenheden. Ook is hij jarenlang predikant geweest. Tenslotte heeft hij zich als bestuurder ingezet voor de opleiding van theologiestudenten in Leiden.
Biografie van Festus Hommius
In het Friese Jelsum werd Festus Hommius op 10 februari 1576 geboren. Aangezien zijn ouders niet erg rijk waren, was het voor hem alleen dankzij een studiebeurs van de staat mogelijk om in Franeker theologie te gaan studeren. Het gedrag van de studenten stond hem hier zodanig tegen dat hij besloot om naar La Rochelle in Frankrijk te vertrekken. Uiteindelijk kwam hij in 1596 weer terug in de Nederlanden, maar verkoos ditmaal Leiden als studieplaats. Daar kreeg hij onder meer van Gomarus les, van wie hij de theologische opvattingen zou blijven volgen.
Hommius als predikant
In 1599 kreeg Hommius Dokkum als zijn eerste gemeente. Slechts enkele jaren diende hij er als predikant. In 1602 werkte hij namelijk al als legerpredikant rond de vesting Grave, die prins Maurits wilde veroveren op de hertog van Parma. Aan het einde van datzelfde jaar begon Hommius als predikant in Leiden.
De Synode van Dordrecht
Gedurende zijn jaren in Leiden ontbrandde de strijd tussen de Arminianen en de Gomaristen. Hommius stond hierbij aan de zijde van Gomarus, een kamp dat ook wel aangeduid wordt als de contraremonstranten. Dit is genoemd naar het geschrift dat Hommius tezamen met andere vooraanstaande gereformeerde theologen in 1611 opstelde. In deze Contraremonstrantie zetten zij hun bezwaren uiteen tegen de leer van Arminius en de remonstranten.
Tot op de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 duurde deze strijd in alle hevigheid voort. Hommius nam bij deze kerkvergadering de belangrijke post van scriba in. Hij was in die rol verantwoordelijk voor de vastlegging van wat de uitkomsten van de vergadering waren.
De Heidelbergse Catechismus
Een van de bekendste boeken van Hommius is zijn verklaring van de Heidelbergse Catechismus, een leerboek uit 1563 over de gereformeerde leer. In 1602 werd deze verklaring voor het eerst gepubliceerd en beleefde daarna vele herdrukken. Het draagt 'Het schat-boeck der christelycke leere' of 'Het schat-boeck der verclaringhen over de catechismus der christelicke religie' als titel.
Hommius als regent van het Statencollege
Naast al zijn wetenschappelijke werk was Hommius ook als bestuurder betrokken bij het zogenaamde Statencollege in Leiden. Dit was een internaat voor theologiestudenten die een beurs van de overheid hadden. Tot 1640 was Hommius een van de bestuurders van dit instituut. Twee jaar nadat hij deze functie vanwege gezondheidsproblemen had neergelegd, stierf hij.
Hommius en de Statenvertaling
Op de Synode van Dordrecht werd besloten dat een nieuwe Bijbelvertaling opgesteld moest worden. Hommius werd hierbij aangewezen als een van degenen die het vertaalwerk van het Nieuwe Testament moesten nakijken. Slechts in de slotfase zou hij dan een controlerende taak op zich moeten nemen om het werk van de vertalers te overzien. Door een sterfgeval onder de verkozen vertalers werd hij uiteindelijk zelf vertaler om zo de plaats van de overledene te vullen. Uiteindelijk heeft hij op die manier als vertaler van het Nieuwe Testament en als secretaris bij het revisorenberaad bijgedragen aan de Statenvertaling van 1637.
Hommius' rol bij de Statenvertaling
Volgens de levensbeschrijving van de Statenvertaler Antonius Walaeus was Hommius goed in schrijven en spelling. Bij het revisorenberaad of het overleg met de overzieners van de Statenvertaling trad hij dan ook op als scriba. Verder heeft hij volgens de biograaf van Walaeus' leven vele kanttekeningen of annotaties bij de Statenvertaling geschreven, die de tekst van de Bijbel moesten verduidelijken.
De geschriften van Hommius uit zijn tijd als vertaler zijn echter niet in archieven beschikbaar. Ook is onduidelijk of hij kinderen had, bij wie - zoals bij de Statenvertaler Jacobus Rolandus gebeurd is - de vertaaldocumenten bewaard hadden kunnen worden. Over zijn rol bij het overleg met de revisoren is meer bekend. Volgens de overziener Caspar Sibelius zou hij namelijk tijdens deze vergadering soms wat afwezig of zelfs ontstemd zijn geweest. Hij noteerde namelijk niet alle opmerkingen die de revisoren maakten bij de vertaling. Wat hij wel opgeschreven heeft, wordt nog bewaard in de archieven.
© 2016 - 2024 Ddek, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- P.J. Wijminga, Festus Hommius (Leiden 1899).
- W. Bates e.a., Vitae selectorum aliquot virorum qui doctrina dignitate, aut pietate inclaruere (Londen 1681).
- G.P. van Itterzon, 'Festus Hommius', in: D. Nauta e.a., Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. Deel 2 (Kampen 1983), 251-254.
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Festus_Hommius
- P.C. Molhuysen en F.K.H. Kossmann, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (Leiden 1937), 382 en 383.
- A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek. Deel 8-2 (Haarlem 1867), 1029-1033.
- B. Glasius, Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden. Deel 2 (Den Bosch 1853), 132-136.
- K. van der Zwaag, 'Haagsche Conferentie bracht contraremonstrantie voort. Bestrijding van leer der remonstranten of arminianen', Reformatorisch Dagblad, 7 maart 1986.