De Statenvertaler Antonius Walaeus
Antonius Walaeus of Anton van Wale (1573-1639) was een van de drie Statenvertalers van het Nieuwe Testament. Daarnaast was hij een vooraanstaand predikant in de gereformeerde kerk, die tevens veel wetenschappelijke arbeid in de theologie verzet heeft. Hij liet namelijk vele brieven en lijvige Latijnse geschriften na over theologische kwesties. Tenslotte droeg hij ook zorg voor een Leidse predikantenopleiding, waar studenten opgeleid werden om in Nederlands-Indië als dominee te dienen.
Biografie van Antonius Walaeus
Antonius Walaeus werd op 3 oktober 1573 geboren in Gent. Vanuit deze stad moesten hij en zijn ouders al in zijn jeugd wegtrekken doordat de hertog van Parma met zijn legers oprukte en zijn vader het risico liep om opgepakt te worden. Walaeus kwam zo in Middelburg te wonen.
Student
Door een nachtelijke ervaring, waarbij Walaeus een stem gehoord had, ervoer Walaeus een roeping om predikant te worden. Problematisch was alleen dat zijn ouders nauwelijks iets te verteren hadden sinds hun vertrek uit Gent. Een jarenlange theologiestudie viel dan ook voor hen niet te bekostigen. De Zeeuwse overheid schoot te hulp en zo kon Walaeus op hun kosten gaan studeren in Leiden. In die universiteitsstad kwam Walaeus vervolgens bij zijn leermeester Gomarus in huis te wonen. In de strijd tussen de remonstranten en de contraremonstranten heeft hij ook diens standpunten gevolgd.
Na zijn verblijf in Leiden reisde Walaeus heel Europa rond, waarbij hij Basel, Genève en Heidelberg aandeed. Hij ontmoette daarbij onder meer Theodorus Beza, een geleerde die zich bezig hield met het manuscriptenonderzoek van het Nieuwe Testament (de studie om de meest oorspronkelijke grondtekst van het Nieuwe Testament te ontdekken). Toen Walaeus in 1601 weer in Leiden aankwam, kon hij daar predikant worden.
Predikant
In steeds grotere plaatsen verrichtte Walaeus zijn werk. Hij begon namelijk in het kleine Zeeuwse Koudekerke als dominee om daarna vanaf 1605 in Middelburg te mogen staan. Vanaf 1617 adviseerde hij in Den Haag prins Maurits rond de ontstane godsdienststrijd en had zelfs diens hofpredikant kunnen worden. Walaeus sloeg dit aanbod echter af en trok weer terug naar Middelburg. Kort daarna begon de Synode van Dordrecht, waar hij de remonstranten bestreed. Ondertussen verleende hij ook nog geestelijke ondersteuning aan Johan van Oldenbarnevelt voordat deze raadspensionaris omgebracht zou worden.
Middelburg was inmiddels ver uit het zicht geraakt. In 1619 hield hij er zijn laatste preek en trok naar zijn vroegere woonplaats Leiden. Ditmaal zou hij er geen student, maar hoogleraar worden.
Geleerde
Zowel Nederlandse als Latijnse stukken heeft Walaeus op zijn naam staan. In de vroegmoderne tijd was Latijn immers de voertaal in de wetenschap. De werken van de Walaeus werden dan ook gebundeld onder de Latijnse titel 'Opera Omnia' (alle werken).
Een van Walaeus' traktaten, die hij overigens al in 1615 schreef, betrof de rol die de overheid zijns inziens moest hebben bij kerkelijke en godsdienstige zaken. In dit stuk ('Het Ampt der kerckendienaeren') valt onder meer te lezen dat de overheid niet neutraal moet zijn, maar zich juist moet inspannen om de gereformeerde kerk te beschermen. Predikers die de gereformeerde waarheid bestreden, moest volgens Walaeus zelfs door de overheid afgestraft worden.
Naast zijn schrijfwerk besteedde Walaeus ook veel aandacht aan het seminarie voor studenten die als prediker in Nederlands-Indië aan de slag zouden moeten. Als regent hield hij het huis in de gaten waar de studenten verbleven. Van deze studenten werd verwacht dat zij zich verdiepten in het Maleis, in de inlandse godsdiensten en in de islam.
Walaeus en de Statenvertaling
In Leiden kreeg Walaeus ook een andere grote taak te verrichten. De Synode van Dordrecht had hem namelijk opgedragen om mee te helpen met het tot stand brengen van een nieuwe Bijbelvertaling, die later de Statenvertaling genoemd zou worden. Aanvankelijk was hij slechts aangewezen als revisor, een geleerde persoon die het vertaalwerk alleen maar hoefde te controleren. Door een sterfgeval moest hij echter als vervanger optreden van een van de aangewezen vertalers.
Walaeus als Statenvertaler
Vanaf ongeveer 1627 was Walaeus aan de slag gegaan als Statenvertaler. Volgens zijn zoon Johannes Walaeus heeft hij daarbij een grote bijdrage geleverd. Afgaande op de biografie van deze Johannes (getiteld als de 'Vita Walaei') leverde Antonius Walaeus namelijk een net zo grote bijdrage aan het Nieuwe Testament van de Statenvertaling als de Statenvertaler Johannes Bogerman gedaan had bij het Oude Testament. Verder was de theologische kennis van Antonius Walaeus volgens zijn zoon onmisbaar bij het vertaalproject.
Bij het revisorenberaad
Na het maken van de vertaling kwam een grote commissie van zogenaamde revisoren bijeen in Leiden, die ten taak hadden om het vertaalwerk te controleren. Aan Walaeus werd hierbij de rol van voorzitter gegeven. Volgens zijn zoon Johannes, die altijd vol lof is over de arbeid van zijn vader, handelde Antonius Walaeus hierbij op zeer bekwame wijze.
Walaeus' einde
Walaeus was een van de weinige vertalers die nog aanwezig kon zijn bij de uitreiking van de Statenvertaling in 1637 aan de Staten-Generaal. Zijn collega's Jacobus Rolandus, Gerson Bucerus en Johannes Bogerman waren namelijk al gestorven en de oudtestamentische vertaler Willem Baudartius was evenmin aanwezig. Samen met alleen zijn collega Festus Hommius en een Haagse predikant heeft hij de Statenvertaling daarom overhandigd.
Na deze plechtigheid heeft Walaeus nog enkele jaren geleefd. Op 9 juli 1639 overleed hij te Leiden.
© 2016 - 2024 Ddek, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- W. Bates e.a., Vitae selectorum aliquot virorum qui doctrina dignitate, aut pietate inclaruere (Londen 1681).
- G.P. van Itterzon, 'Antonius Walaeus', in: D. Nauta: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. Deel 2 (Kampen 1983), 452-454.
- F. J. van den Branden en J.G. Frederik, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde (Amsterdam zj), 865.
- P.J. Blok en P.C. Molhuysen (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 (Leiden 1912), 1513-1517.
- C.C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers (Leiden 1937).