Tweede Kerstdag: Feest van de Heilige Stefanus
Een martelaar is iemand die zijn getuigenis voor Jezus Christus met de dood moest bekopen. Zij slepen hem tot buiten de stad. Hier stenigen zij Stefanus. De laatste worden van de martelaar zijn: “Heer Jezus ontvang mijn geest”. Dan valt hij en voordat hij sterft roept hij nog: “Heer reken hun deze zonde niet aan”.
Tweede kerstdag wordt niet overal gevierd. Het is een typisch
Nederlandse feestdag. Binnen de katholieke kerk wordt op tweede kerstdag het feest van de Heilige Stefanus gevierd.
Wat is een martelaar
Een martelaar is iemand die zijn
getuigenis voor Jezus Christus met de
dood moest bekopen. Zolang er christenen zijn geweest, zijn zij door anderen vervolgd en vanwege hun geloof omgebracht. Vaak op de meest afschuwelijke manieren. Heel bekend zijn de voorbeelden die de Romeinen toepasten tijdens de spelen in de diverse arena´s waarbij heel veel christenen het leven lieten, doordat zij o.a. werden aangevallen door wilde dieren.
Stefanus
Stefanus is een Griekstalige jood. Aangenomen wordt dat hij deel uitmaakte van de groep van leerlingen van Jezus. Na het eerste pinksterfeest, dat volgde op het sterven en verrijzen van Jezus wordt Stefanus aangesteld als één van zeven diaken om zorg te dragen voor de armen en weduwen. Deze diaken zijn aangesteld omdat er klachten waren dat de weduwen werden verwaarloosd, wat door de twaalf apostelen werd erkent. Na de ceremoniële installatie van de diakens begon Stafanus het Woord te predikten, wat tot dan toe alleen de taak van de apostelen was.
Dat hij begon te prediken werkte nogal wat woede bij de leden van de Synagoge der Vrijgelatenen. Hij wordt aangeklaagd bij het
Sehandrin, een joods rechtscollege. Dit college heeft ook
over Jezus rechtgesproken en hem veroordeeld. De aanklacht tegen Stefanus was dat hij lasterpraat tegen Mozes en God zou hebben geuit. Natuurlijk waren dit valse getuigenissen. Nu mag hij zich van de hogepriester Caiphas zich verdedigen en verklaart hoe Mozes al heeft aangekondigd dat de beloofde Messias zou komen. Deze Messias is Jezus de Nazireeër. Tevens verhaalt hij over een visioen, waarbij hij de Zoon in de hemel heeft gezien, gezeteld aan de rechterzijde van God de Vader. Dit is volgens de Joden zo een Godslastering dat zij allen in grote woede ontsteken en hem
zonder verdere vorm van proces tot de doodstraf veroordelen. Dood door steniging.
De eerste martelaar
Zij slepen hem tot buiten de stad. Hier stenigen zij Stefanus. De laatste worden van de martelaar zijn: “Heer Jezus ontvang mijn geest”. Dan valt hij en voordat hij sterft roept hij nog: “Heer reken hun deze zonde niet aan”. Eén van de aanwezigen van deze executie was Saulus, een man die zich tot dat moment ten taak had gesteld zo veel mogelijk christenen uitroeien. Deze Saulus bekeerde zich later, na een teken van God zelf, tot Paulus. Paulus werd bekend als één van de meest gedreven personen die de getuigenis van Jezus hebben verkondigd. In de Middeleeuwen was Stefanus een populaire heilige, met heel veel kerken op zijn naam. Hij wordt veelal afgebeeld met een palm in zijn ene hand als teken van overwinning. In zijn andere hand draagt hij stenen, die naar zijn afschuwelijke dood verwijzen.
Het graf van Stefanus
Tot in het jaar 415 was het niet bekend waar Stefanus lag begraven. Maar een priester Lucianus, zou in 415 een visioen hebben gehad waar het graf van de Heilige zou zijn. Volgens het visioen lag Stefanus ten Noorden van Jeruzalem in Caphar Gamal. Hij is daar opgegraven en in 460 overgebracht naar de basiliek van de Berg Sion. Deze basiliek ligt buiten de Damascuspoort van Jeruzalem. Ten tijde van keizer Justinianus (6e eeuw) zijn zijn overblijfselen vanuit Constantinopel naar Rome gebracht, waar ze ten ruste gelegd zijn in de crypte van de basiliek van St. Laurentius-buiten-de-Muren.
Stefanus als patroon (beschermheilige) van:
- uiteraard de diakenen
- Kuipers, koetsiers, metselaars, kleermakers, wevers, steenhouwers en timmerlieden
- Hij wordt aangeroepen bij erge hoofdpijn, blaasstenen en steken in de zijde
- Bij de boeren is hij geliefd als beschermer van paarden. Op enkele plaatsen wordt op zijn feestdag (25 december) gewijd water en zout aan de paarden gegeven