Moeder of Zoon (opstand der kabeljauwen)
De geschiedenis van Nederland in de middeleeuwen lijkt op het eerste gezicht een saaie boel. Op school hebben de middeleeuwen bij de geschiedenislessen maar weinig aandacht. De geschiedenis van de Nederlanden lijkt pas te beginnen bij de opstand van Willem van Oranje. Toch blijkt er bij bestudering van de middeleeuwen sprake te zijn van politieke moord, intrige, verraad en haat tussen familieleden en families. Deze waargebeurde geschiedenis zou regelrecht uit een soap kunnen komen. Eén van deze waargebeurde spannende verhalen zijn de hoekse en kabeljauwse twisten in Holland en Utrecht (1350 - 1490). Deze twisten begonnen met de strijd om de macht in Holland en Zeeland van moeder en zoon. Hierbij het eerste deel van de geschiedenis over de hoekse en kabeljauwse twisten.
Structuur van het Heilige Roomse Rijk
In 1350 waren de huidige provincies, staten in het Heilige Roomse Rijk. Het Heilige Roomse Rijk was wat wij nu ongeveer aanduiden met Duitsland, Oostenrijk en Noord-Italië. De koning en tevens ook keizer van dit Heilige Roomse Rijk was officieel de eigenaar van alle grond. Als keizer kon hij niet zelf overal aanwezig zijn dus zo werden de staten van de Nederlanden (Holland, Gelderland, Brabant enz.) bestuurd door edelen. Als graaf, hertog of bisschop leende zij de betreffende grond van de Keizer. Na verloop van tijd was het lenen van de keizer erfelijk geworden. Binnen de staat werd ook weer grondgebied doorgeleend aan edelen (landadel) door de graaf of hertog. Daarnaast kon de graaf of hertog stadsrechten en handelsrechten (privileges) schenken aan steden binnen zijn grondgebied. Zo konden steden eigen rechtspraak, handelsmonopolies en macht (daarmee invloed) verwerven binnen de staat.
Margaretha II van Henegouwen
In 1345 overleed Willem IV, de Graaf van Holland en Zeeland in een oorlog tussen Holland en Friesland. Willem IV had geen kinderen. Als opperleenheer van het graafschap Holland en Zeeland benoemde de keizer van het Heilige Roomse Rijk, keizer Lodewijk IV op 13 januari 1346 Margaretha II van Henegouwen. Margaretha II was de oudere zus van Willem IV en toevalligerwijs ook de vrouw van Lodewijk IV.
Willem IV had echter niet alleen het graafschap Holland en Zeeland nagelaten aan Margaretha II. Hij liet ook enorme schulden achter aan Margaretha II. Willem IV had bij de steden van Holland geld geleend voor zijn kruistochten en oorlogen tegen Utrecht en Friesland. De steden hadden vaak ook in ruil voor de steun macht gekregen van Willem IV en begonnen in deze tijd steeds machtiger te worden. De macht en rijkdom van de steden werd steeds meer een stem waar door de graaf/gravin niet meer aan voorbij kon worden gegaan.
De man van Margaretha II was zoals al gezegd de keizer van het Heilige Roomse Rijk, Lodewijk IV. Keizer Lodewijk IV wou graag dat zijn zonen machtsposities en ervaring zouden hebben. Aldus werd in 1346 de dertienjarige zoon van Margaretha II, Willem V naar Holland gestuurd om deze staat te besturen. Margaretha II zelf verbleef in Henegouwen. Willem V werd bij het besturen van het graafschap Holland en Zeeland geholpen door Jan van Beaumont (de oom van Margaretha II). Margaretha II bedong echter in 1549 voor zichzelf een enorm bedrag van 15.000 gulden en een jaargeld van 6.000 gulden aan uitkering van het graafschap Holland en Zeeland. De steden, die nog geld tegoed hadden van Margaretha II, weigerden dit te betalen. Een andere reden waarom de steden dit niet wilde betalen is dat de zwarte dood (pest) in Holland op dat moment veel slachtoffers maakte.
Staatsgreep
Een aantal edelen (landadel) waaronder Jan I van Egmont, Gerard van Heemskerk, Jan IV van Arkel, Klaas van Zwieten en Gijsbrecht II van Nijenrode vonden de politieke situatie in het graafschap Holland niet langer houdbaar. Ze vonden dat Willem V de graaf van Holland en Zeeland moest zijn. De edelen vonden ook dat Willem V zijn banden met zijn moeder en haar eis voor een uitkering moest verbreken. De onrust in het graafschap Holland groeide. De edelen plande in 1350 een staatsgreep op Margaretha II.
De reden voor de staatsgreep was meer dan alleen de woede over de eis van Margaretha II voor een uitkering. In de tijd tussen het overlijden van Willem IV en de plannen voor een staatsgreep was Willem V feitelijk aan de macht geweest met behulp van de oom van Margaretha II. Willem V had steden vele privileges geschonken waardoor hun macht en rijkdom was gegroeid. Margaretha verleende veel minder privileges dan haar zoon. Willem V was door de schenkingen van privileges zeer populair geworden onder de stedelingen.
Naarden
Voordat de staatsgreep echter kon worden uitgevoerd arriveerde Margaretha II vanuit Henegouwen in het graafschap Holland en bracht een leger van ongeveer 1.800 soldaten op de been om de plannen van de opstandige edelen te verijdelen. Margaretha II stuurde het leger naar de stad Naarden welke door Jan I van Egmont werd bestuurd. Er volgde op 16 mei 1350 een korte veldslag waarbij Jan I van Egmont werd verslagen en moest vluchten. Vervolgens werden de inwoners van Naarden de stad uit gejaagd en de stad als straf platgebrand.
Kabeljauwen en Hoeken
De opstandige edelen gesteund door burgers, vissers en boeren gaven de strijd, om Willem V tot graaf van Holland en Zeeland te maken zonder de enorme bedragen die Margaretha eiste, niet op. Ze sloten op 23 mei 1350 het Kabeljauwse verbondsakte. De naam Kabeljauwen kwam waarschijnlijk van het wapenschild van Beieren (de vader van Willem V). Het wapenschild van Beieren is een blauw/wit geblokt schild. De blauw/wit geblokte delen lijken op schubben van een vis. Tevens zijn kabeljauwen roofvissen die graag in de aanval gaan. De aanhangers van de opstandige edelen waren vooral te vinden onder de burgers.
De aanhangers van Margaretha II vormde op deze bedreiging van de kabeljouwen een eigen verbond van de hoeken. De hoeken slaat op haken. Met een haak vang je veel kabeljauwen. Op 5 september 1350 werd een Hoekse verbondsakte getekend. De aanhangers van de hoeken waren vooral te vinden onder de oude machthebbende adel (behalve natuurlijk de opstandige edelen).
Opstand der Kabeljouwen
Op 23 augustus 1350 (nog voor de Hoekse verbondsakte) werd met de moord op de kabeljauw Klaas van Zwieten in Delft het startschot gegeven voor de Hoekse en kabeljauwse twisten.
Willem V begon in de eerste maanden van 1351 voortvarend met het uitschakelen van Hoekse kastelen in West Friesland. In april en maart van 1351 werd Medemblik door Willem V belegerd. Willem V sloot alle aanvoerlijnen naar de stad af waardoor halverwege maart 1351 het stadje zich moest overgeven en zich aansloot bij de kabeljauwen.
In juni 1351 kwam het tot een treffen tussen de vloten van Margaretha II en Willem V bij Veere in Zeeland. Margaretha kreeg hierbij hulp van haar zwager koning Eduard III van Engeland. Margaretha II en daarmee de Hoeken wonnen deze slag. Een maand later op 3 tot 5 juli 1351 kwam het weer tot een treffen bij Zwartewaal tussen de vloten van Margaretha II (en haar zwager) en Willem V en zijn kabeljauwen. Volgens de overlevering kleurde de Maas tijdens deze slag drie dagen rood. Uiteindelijk won Willem V deze slag. Willem V vervolgde zijn overwinning begin oktober 1351 met het beleg van het Hoekse kasteel van Geertruidenberg (1351 – 1352). Na een belegering van een aantal maanden bleef de Engelse steun voor een ontzetting van het kasteel van Geertruidenberg uit waardoor het kasteel zich op 18 augustus 1352 overgaf aan Willem V. Het veroveren van het kasteel van Geertruidenberg was voor Willem V erg belangrijk. Waarom het veroveren van dit specifieke kasteel zo belangrijk was weet niemand behalve Willem V zelf. Men gaat ervan uit dat er bepaalde documenten in het kasteel aanwezig waren voor de Kabeljauwen.
Het gevolg van de bloedige slag bij Zwartewaal was dat koning Eduard III van Engeland overliep en de kant koos van Willem V en zijn kabeljauwen. Eduard III bemiddelde tussen Margaretha II en haar zoon Willem V. In 1854 verzoende de twee zich met elkaar. Margaretha II deed afstand van haar macht in Holland en Zeeland. Twee jaar later op 23 juni 1356 stierf Margaretha II van Henegouwen.
Feestje
Graaf Willem V en zijn kabeljauwen hadden nu de macht in Holland en Zeeland overgenomen en vele Hoekse edelen werden verbannen. In juli 1357 vertrekt Graaf Willem V voor familiezaken naar Engeland. Als hij echter een maand later terugkeert in Holland is de graaf veranderd. Op een avond eind 1357 gaf graaf Willem V een feestje. Op dit feestje slaat hij één van zijn edelen dood. De graaf was kennelijk krankzinnig geworden. Of hij daadwerkelijk gek was geworden is in deze tijd moeilijk vast te stellen. Krankzinnigheid werd vastgesteld bij meer van zijn familieleden in het verleden. Aan de andere kant kan hij slechts dronken zijn geweest. De meest spannende reden is dat hij in Engeland vergiftigd werd en daardoor krankzinnig werd. Hoe dan ook Willem V kon niet meer het land besturen.
Vervolg
Degene die nu denken dat de dood van de moeder, en de krankzinnigheid van graaf Willem V het einde betekend voor de strijd tussen de hoeken en de kabeljauwen heeft het mis. De strijd zou nog voortduren voor 132 jaar.
Lees verder