De Argolis in oude tijden
De geschiedenis van de streek Argolis in het zuiden van Griekenland was er één van conflicten tussen de onderlinge steden ter plaatse om de macht te grijpen in deze van oudsher bewoonde regio. Deze streek werd vernoemd naar de historisch belangrijkste stad Argos. Tevens voerden de betrokken steden, zoals Korinthos, Mycenae, Tirynthe en Argos vaak oorlogen tegen het strijdlustige Sparta om de heerschappij te verkrijgen over de Peloponnèsos. In latere tijden was Nafplion op 12 kilometer van Argos gelegen de eerste hoofdstad van het moderne Griekenland.
Argos
Deze stad had als stamvader Argos. Dit was de zoon uit een relatie van Zeus met Niobe, een dochter van Tantalos. Opgravingen hebben bewezen, dat deze stad één der oudst bewoonde steden van de Peloponnèsos was en tevens gold als de lievelingsstad van de Godin Hèra. De godheden Poseidon en Hèra betwistten elkaar de hegemonie over de Argolis, welk duel door Hèra werd gewonnen. De homerische theologie heeft haar in de Myceense tijd koningin van de hemel gemaakt en zij bekleedde de eerste plaats onder de vrouwen, die tot de kring van de Olympische goden behoren. Hèra werd opgevoed door haar ouders Okeanos en Thetis en bracht uit zichzelf haar zoon Hèphaistos ter wereld. Daarnaast was de gemalin van Zeus, de vader van goden en mensen. Ook was ze de hoedster van essentiële waarden in de menselijke samenleving: de vrouw en het huwelijk. Alle bijnamen die haar werden gegeven (Teleia, Ogygia, Gamestolos) hielden verband met het huwelijk, maar verwezen ook naar de prehistorische oorsprong van haar cultus, die in laatste instantie terugging op de verering van de Grote Moeder en aardgodin van het matriarchale tijdperk.
Economie & krijgsverrichtingen
De vlakte van Argos was vruchtbaar bouwland, aan drie zijden door bergen omgeven. Het opende zich aan de vierde kant met de baai van Nauplia. Deze vlakte scheen reeds in de vroeg Helladische tijd (2800-1400 v.Chr.) dichter bevolkt en rijker te zijn geweest, dan de overige landschappen van Hellas. In de meeste steden bleef het bouwland omgeven door een brede strook weidegrond, alwaar iedere burger zijn kudde kon laten grazen. Het telen van vee was veelal superieur aan de landbouw. Volgens de sage leerde Arkas Triptolemos het kweken van voedingsgewassen en kleren weven aan Triptolemos. Koloniën van Korinthos waren Korfoe en Syracuse, welke laatste reeds in 735 v.Chr. werd gesticht.
De inwoners van Argos, Athene en Seriphos vereerden de Hèros Perseus 1376-1348 v.Chr., die de stichter was van Mycenae, de oude hoofdstad van Argolis. De Doriërs veroverden daarna omstreeks 1200 v.Chr. de Argolis, Lakonika en Messenië. Slechts in Arkadië en Athene was de oude bevolking gebleven. Arkadië, een heel wat minder woeste streek dan vroeger, was verdeeld in Achaia, Argolis, Elis (Olympia) en Arkadië. In de klassieke tijd (800-400 v.Chr.) waren er bij voortduring gevechten tussen de steden Argos en Sparta om de hegemonie over Lakedaimon en Arkadië. De vroegste tyrannieën verschenen op de Peloponnèsos, de eerste tyran was Phidion van de stad Argos die Sparta overwon in 669 v.Chr. te Hysiae. Het woord Tyran is niet Grieks, maar geleend van Lydia en zou in latere tijden een ronduit ongunstige betekenis krijgen.
Korinthe
De stadsgodin van Korinthos (oude naam voor Korinthe van vóór 2000 v.Chr.) was Aphroditè. Vanaf 800 v.Chr. begon Korinthe zich naar buiten toe te manifesteren door onder meer de uitvoer van aardewerk. De Bachchiaden van Korinthe maakten vooral helmen, harnassen en beenplaten. Rond 600 v.Chr. had de stad al een eigen munt afkomstig van de streek Lydië in Klein-Azië, voorzien van zilveren veulens. In 669 v. Chr. greep Kypselus, de eerste Tyran van Korinthe, de macht en verbande een groot aantal tegenstanders, waarbij hij tevens hun bezittingen in beslag nam. Hij en later zijn zoon Periander zorgden in de periode 650 - 585 v.Chr. in Korinthe voor een ongekende voorspoed. Ook het eiland Aegina was in die tijd een belangrijke handelsmacht. Omstreeks 540 v.Chr. werd gestart met de bouw van de tempel van Apollo en Xenophon schreef in deze stad zijn geschiedenis van de Grieken. In Hellenistische tijd (338-146 v.Chr.) waren er al 400.000 slaven werkzaam, vooral ingezet in de havens, waar Korinthe veel geld verdiende met het overslaan (overtoom) van goederen. Immers indien de goederenstroom van Klein-Azië naar de Adriatische Zee Zee niet via Korinthe verliep, was het alternatief een omweg van 350 kilometer rond de stormkaap van Malea.
De isthmus van Korinthe
Korinthe was een overslaghaven en beschikte over twee havens Lechaion (3 kilometer van het centrum) aan de golf van Korinthe en Kenchreai dat negen kilometer verder aan de Saronische golf was gelegen. Tussen beide havens was er een intensieve transport van kleine schepen zonder lading van de ene naar de andere haven. Een en ander was mogelijk gemaakt door het uithakken van een negen kilometer lange en 40 meter brede sleuf over land, waarlangs met behulp van windassen of op platte wagens kleine schepen over land werden getrokken (diolkos). Grotere schepen daarentegen werden gelost en alleen de lading werd over land vervoerd. Deze diolkos was in gebruik tot 1100 n.Chr. Het moderne kanaal van heden ten dage is 6.3 kilometer lang en 23 meter breed. Deze landengte (isthmus) was in oorlogstijd gemakkelijk te versperren middels het bouwen van een 6 km lange muur. Korinthe was een erfvijand van Milètos en Samos, die ook over een belangrijke haven beschikten.
Mycenae
Bloeitijd van deze stad was van 1600-1200 v.Chr. Na de aardbeving van 1570 v. Chr. werd het cultuur rijkere eiland Kreta veroverd wat in die tijd uit verschillende zelfstandige staatjes bestond. Daardoor kwamen de Myceners goed in hun financiën te zitten wat zich uitten in gouden begrafenis maskers. Tevens werden de Minoïsche bestuursvormen overgenomen en het lineair-B-schrift ingevoerd. Ook schoof het vereren door de Myceners van de doden wat meer op in richting van de Minoïsche godencultus. Mycenae nam de handel in het Middellandse zeegebied over van Kreta, doordat ze het verkeer op zee ging beheersen en kooplieden en ambachtslieden zich vanuit Mycenae gingen vestigen in Cilicië, Cypros en in Oegarit (Ras Shamra). Omstreeks 1300 v.Chr. werd de stad Argos vernietigend verslagen als gevolg van een strijd tussen Myceense vorsten onderling, namelijk tussen de beide zonen van Oidipoes, zijnde Eteoklès en Polyneikes (zie ook de veldtocht van de zeven Helden in dit verband). Deze tocht werd later gevolgd door een tweede veldtocht, die van de Epigonen (nakomelingen).
Voorwerpen die gevonden zijn uit de laat-Myceense tijd en afbeeldingen die uit die tijd stammen, doen vermoeden dat de adel, die alle bestuurstaken voor zijn rekening nam intensief in wapens handelde. Het gebied dat Mycenae in die tijd controleerde omvatte Thessalia en alles ten zuiden ervan, benevens de Ionische eilanden in het westen. Grote burchten verrezen met kolossale muren en voorzien van een leeuwenpoort. Vanaf 1235 v.Chr. nam de bloeitijd van Mycenae af, er is daarna alleen nog sprake van een nabloei. In die tijd werd bijvoorbeeld ook het paleis van Pylos verwoest.
De terugkeer van koning Agamemnon uit Troje
De tweelingzonen van koning Agamemnon en zijn gemalin Kassandra waren Teledamos en Pelops, die beide vermoord werden. Ook Agamemnon die regeerde van 1235-1209 v.Chr. werd na terugkeer uit Troje in Mycenae vermoord en wel door Aegisthos, de minnaar van zijn vrouw Klytemnestra. De val van Troje in 1210 v.Chr. viel samen met grote volksverhuizingen. Een grote expeditie naar deze stad vanuit Mycenae is dan ook niet zo logisch. Het ligt meer voor de hand dat de val van Troje verband houdt met de grote volksverhuizingen, waarvan de Zeevolken deel uitmaakten van de eerste golf. In die tijd heersten er grote spanningen in het gebied, wat tot uiting kwam in het versterken van de muren op de Acropolis van Athene en het construeren van een binnentrap naar een inwendige bron. Tevens werd de landengte van Korinthe met een zes kilometer lange cyclopische dwarsmuur beveiligd. Na 1200 v.Chr. vond er een volledige hergroepering van Griekse stammen plaats. Aetoliërs, Lokriërs, Phokiërs en aanverwante stammen maakten zich in het noordwestelijk grondgebied meester van de landschappen, die zij hun naam hadden gegeven, terwijl Doriërs Messina, Lakonika en de Argolis veroverden.
Epidauros
De oude stad van deze kleine plaats is gesitueerd op de heuvel Nesj. In de Myceense tijd (1600-1200 v.Chr.) werd de Held-dokter Maleatas vereerd op de top van de berg Kynortion. Diens verering ging in latere eeuwen naadloos over in de verering van Asklipios, die dromen uitlegde. Asklipios was een zoon van Apollo en de Thessalische prinses Koronis en vanaf de vijfde eeuw v.Chr. populair in Epidauros. Het was een hèros (halfgod) van de geneeskunde en werd door zijn moeder Koronis te vondeling gelegd en opgevoed op de hellingen van de Pelion door de wijze centaur Cheiron, net als Achilles overigens.
Er bestonden circa 500 v.Chr. aan Asklipios gewijde tempels verspreid over Griekenland. Het maakte deel uit van het rijk der Minyers, wiens hoofdstad echter was gevestigd op het eiland Kalaureia. Aan het einde van de 6e eeuw v.Chr. was Proklès er tyran, die zijn dochter uithuwelijkte aan zijn collega-tyran Periander van Korinthos. De bloeitijd van deze stad was echter in de hellinistische tijd, in welke tijd het heiligdom van Asklipios zeer in zwang was. Verder was het bekend om zijn theater dat het enige was met een rond podium en meer dan 14.000 toeschouwers kon herbergen. Omstreeks 400 n.Chr. werd begonnen met de afbraak van het heiligdom.
Tyrinthe
Deze stad gesticht door de Hèros Perseus of door Tyrins de zoon van Argos en kleinzoon van Zeus, was net als Mycenae een belangrijke stad in 1370-1200 v.Chr. Ook Proetos, één van de twee zonen van Lykeos wordt genoemd als stichter van Tyrinthe, waarbij Akrisios koning van Argos werd. Overigens was er reeds bewoning in het heuvelgebied, die teruggaat tot zo'n 5000 v.Chr. De kolossale burcht van deze stad werd in het midden van de 14de eeuw v.Chr. gebouwd en beschikte of nog indrukwekkender muren dan die van Mycenae die in dezelfde tijd werd gebouwd. De cyclopische muren waren acht meter dik, met een uitschieter tot 17 meter, waarmee ze die van Mycenae in dikte overtroffen. Een en ander was noodzakelijk, omdat de strategische ligging van Tyrinthe minder was dan die van de buurstad Mycenae. De burcht had de beschikking over één hoofdpoort en twee ondergrondse bronnen, die dienden voor de watervoorziening. Nadat Hèraklès (halfgod) onder de Goden was opgenomen, behoefde zijn neef Eurysthenès, koning van Tyrinthe en Mycenae, hem niet meer te duchten. De weg kwam daardoor vrij om zijn nakomelingen, de Hèrakliden te vervolgen. Deze namen vervolgens de wijk naar Athene.
In vroegere tijden lag deze stad dichter bij de zee, doordat de kustlijn in de loop der tijden is verschoven. Circa 1200 v.Chr. werd deze stad mogelijk door aanstormende Doriërs uit het noorden verwoest. Dit feit werd herhaald in 468 v.Chr. toen Argos de steden Tyrinthe en Mycenae volledig verwoestte, waarmede de rol van Tyrinthe definitief was uitgespeeld.
Lees verder