Kunstgeschiedenis: de Oude Grieken
De Oude Grieken hebben een belangrijke plek ingenomen in de Westerse cultuur- en kunstgeschiedenis. Zo hebben ze tal van ontdekkingen gedaan op het gebied van kunst, cultuur en architectuur. Je zou kunnen zeggen dat onze cultuur er totaal anders uit zou hebben gezien als de Oude Grieken er niet waren geweest. Maar wat hebben ze bijgedragen aan onze kunst? In dit artikel vertel ik je meer.
Het klassieke Griekenland: Historische achtergrond
De Griekse cultuur bloeide van 776 voor Christus tot 50 voor Christus. Griekenland bestond in deze tijd voor een groot deel uit stadstaten: steden die een eigen regering hadden. Deze stadstaten hadden vaak oorlog met elkaar. De grootste stadstaten waren Athene en Sparta. Vaak lag de macht bij een kleine groep mensen. In Athene werd de eerste democratie ingevoerd. Democratie is van oorsprong een Grieks woord, en betekent letterlijk ‘de macht van het volk’. Alleen was de democratie nog niet echt vergelijkbaar met onze democratie nu, enkel vrije mannen mochten stemmen, en vrouwen en slaven dus niet. Rond 360 v Chr. werden de Grieken verslagen door de Macedoniërs, die veel van de Griekse cultuur overnamen. De Macedonische koning Alexander de Grote veroverde een groot deel van het gebied rond de Middellandse Zee, en zo verspreidde de Griekse cultuur zich tot in het Midden-Oosten, bijna tot in India.
Oud-Griekse Cultuur
Voor de Grieken was godsdienst erg belangrijk. De Grieken waren polytheïstisch, dat houdt in dat ze meerdere goden aanbeden en iedere God had zijn eigen ‘functie’. Zo was er een god voor de liefde, een god voor de oorlog, een god voor de jacht, een god voor het huishouden, etc. Deze goden werden vereerd in tempels, zoals in de Acropolis in de stad Athene. Daarnaast waren de Grieken ook grote denkers. De bekendste filosofen waren Socrates, Plato en Aristoteles. Hun ideeën hebben de basis gelegd voor de kunsten en voor de wetenschap.
Met name de ideeën van de filosoof Aristoteles zijn belangrijk geweest voor het theater. In het oude Griekenland nam het theater, en dan met name de tragedie, een belangrijke plaats in. In tragedies werden mythologische verhalen verteld met universele thema’s als liefde, afgunst en verdriet. Tragedies namen in de Griekse cultuur een enigszins didactisch doel in, ze vertelden mensen wat goed was en wat niet. Daarnaast is sport in het oude Griekenland een belangrijk tijdverdrijf. De allereerste Olympische spelen werden in het oude Griekenland gehouden, ter ere van de goden die op de berg Olympus gehuisvest waren.
Oud-Griekse Kunst
Van Griekse schilderkunst zijn alleen de schilderingen op aardewerken vazen bewaard gebleven. Vazen en potten werden beschilderd met een zwart pigment, vaak werden hierop afbeeldingen uit mythen weergegeven. Tot de vijfde eeuw voor Christus schilderde men zwarte figuren op een rode, aardewerkkleurige achtergrond, maar daarna ontstaan er rode figuren op een zwarte achtergrond, die gemaakt worden door de afbeelding uit te sparen in de verf.
Van de Griekse beeldhouwkunst is veel meer overgebleven, dankzij de Romeinen, die veel Griekse beelden hebben gekopieerd. De originele Griekse beelden zijn helaas in de loop van de tijd verloren gegaan. Wat we wel erover weten, weten we dus dankzij de Romeinen. De meeste beelden werden gemaakt van marmer, sommige werden gegoten in brons. De beelden werden beschilderd, en de ogen, lippen en nagels werden met glas of andere materialen ingelegd. Helaas is al dit in de loop van de tijd allemaal verloren gegaan, en kennen we alleen nog de wit-marmeren beelden zoals de Venus van Milo.
Over het algemeen wordt de Griekse kunst en cultuur gesplitst in drie stijlperioden: de
archaïsche periode, de
klassieke periode en de
hellenistische periode.
De Archaïsche periode (6e eeuw voor Christus)
Deze periode kenmerkt zich door mannen- en vrouwenfiguren die sterk gestileerd zijn en frontaal worden weergegeven. De figuren zijn star, stijf, statisch en hebben een kenmerkende, ietwat geforceerd aandoende glimlach op hun gezicht, de zogenaamde archaïsche glimlach. De vrouwenfiguren worden ‘korè’ genoemd, en de mannenfiguren heten ‘kouros’.
De Klassieke Periode (500 – 350 v Chr.)
De Griekse beeldhouwers zijn gefascineerd door het menselijk lichaam en doen onderzoek naar de perfecte afbeelding van het menselijk lichaam. In vergelijking met de Archaïsche Periode zijn beelden uit de Klassieke Periode dan ook al veel realistischer en dynamischer. De stramme houding van de Archaïsche beelden maakt plaats voor een natuurlijker houding: de
contrapost. Het lichaam steunt dan op het ene been, en het ander staat er losjes bij, waardoor je dat been makkelijk kan verzetten. In het oude Griekenland is sport heel belangrijk, en de beelden in deze periode tonen dan ook de ideale lichamen van atleten.
De Hellenistische Periode (350 – 50 v.Chr.)
De Hellenistische Periode is de laatste fase van de ontwikkeling van de Griekse beeldhouwkunst. De Griekse beeldhouwers hebben de uitbeelding van anatomie geperfectioneerd. Hun drang naar het laten zien wat voor moeilijke houdingen ze kunnen uitbeelden werd zo groot, dat sommige beeldhouwwerken wat theatraal en gekunsteld aan doen in deze periode. Andere beelden sluiten wat betreft vorm en stijl aan op de klassieke periode. Ook is er een grotere belangstelling voor het vrouwelijk naakt.
Lees verder