Kunstgeschiedenis: de oud-Griekse architectuur
Naast dat de Oude Grieken veel hebben bijgedragen aan onze huidige cultuur door middel van hun kunst en filosofie, is ook hun architectuur van groot belang geweest voor de ontwikkeling van onze huidige visie op bouwkunst. Wat waren en zijn de kenmerken van de klassieke Griekse architectuur? Lees het hier.
In de architectuur zoeken de Grieken, net als in de beeldhouwkunst, naar de ideale verhoudingen. Er wordt een matenstelsel opgesteld, de gulden snede. Als men deze gulden snede correct toepast in de architectuur, dan zal het gebouw een harmonieuze uitstraling bevatten. De maatverhoudingen van de gulden snede komen overeen met de verhoudingen van het menselijk lichaam. Daarnaast gebruikten de Griekse bouwmeesters optische correcties om een gebouw hoger of steviger te laten lijken. Deze correcties moeten de fouten die het menselijk oog meent te zien (gezichtsbedrog) ongedaan maken. Zo is bekend dat de zuilen van het
Parthenon in Athene vanaf het midden naar boven toe wat smaller zijn gemaakt, waardoor ze een niet al te plompe indruk maken. De zuilen op de hoek zijn vanaf het midden juist breder dan onderaan. Omdat deze zuilen van alle kanten licht vangen, lijken ze zo niet te smal. Daardoor maken deze zuilen een meer solide indruk.
De drie verschillende bouwstijlen /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Bouwstijlen binnen de Griekse architectuur
Binnen de Griekse architectuur worden drie bouworden onderscheiden. De
Dorische,
Ionische en
Korinthische stijl.
- De Dorische stijl wordt toegepast vanaf 700 v.Chr. Gebouwen in deze stijl komen tamelijk zwaar en massief over. Het Parthenon in Athene is ook in deze stijl gebouwd. Het kapiteel, de bovenkant van de zuil, heeft de vorm van een kussen en de zuilen hebben geen voetstuk.
- Vanaf 570 v.Chr. wordt naast de Dorische stijl ook de Ionische stijl toegepast. Deze stijl is wat sierlijker dan de Dorische stijl. Het kapiteel bestaat uit twee krullen (voluten) die de zuil omklemmen, en de zuilen zijn slanker dan de Dorische zuilen en staan op een voetstuk.
- De decoratieve Korinthische stijl wordt toegepast vanaf 400 v.Chr. in de periode van het Hellenisme en heeft als belangrijkste kenmerk het kapiteel dat versierd is met bladeren van varens. Bij deze stijl heeft de architraaf, de balk boven de zuilen, drie lagen.
Tijdvakken binnen de Griekse architectuurgeschiedenis
De geschiedenis van de Griekse architectuur kent dezelfde tijdperken als die van de
Griekse beeldende kunst:
Archaïsch,
Klassiek en
Hellenistisch.
Archaïsche periode
De Archaïsche periode markeert ook hier de start van de ontwikkeling van de bouwkunst. Vanaf de 8e eeuw voor Christus begon met het bouwen van tempels voor goden. In eerste instantie gebruikten ze leem of baksteen, en werden de zuilen en het dak gemaakt van hout. Later gebruikte men duurdere steensoorten zoals marmer of kalksteen.
Klassieke periode
Evenals in de beeldhouwkunst werd in de Griekse architectuur tijdens de Klassieke periode gezocht naar perfectie en ideale verhoudingen. Dit resulteerde in het gebruik van de gulden snede, zoals hierboven beschreven. Tempels zoals het Parthenon werden in deze tijd gebouwd, maar ook werd de bouwkunst vanaf de zesde eeuw voor Christus gebruikt voor de bouw van profane (niet-religieuze) bouwwerken, zoals theaters en gymnasia (ruimtes om te sporten).
Hellenistische periode
Ook bij de Hellenistische periode is een parallel te trekken met de Griekse beeldhouwkunst: in de Hellenistische architectuur wordt gezocht naar een grotere vormenvrijheid: gebouwen werden groter en hoefden niet meer te voldoen aan de ‘regels’ van de architectuur, zoals de gulden snede. Ook werden er steeds meer profane bouwwerken neergezet, naast theaters en gymnasia verrezen er ook paleizen van vorsten, bibliotheken, renbanen en badhuizen. Veel vorsten begrepen de kracht van de architectuur en gebruikten deze om hun macht te tonen, en doordat steden sterk groeiden in deze tijd, zijn er hele steden gebouwd volgens de Hellenistische principes van stedenbouwkunde.
Lees verder