Miep Oranje, de 'koerierster des doods'
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten honderden Nederlanders als vaste informant van de Sicherheitsdienst of andere Duitse instanties. Deze ‘V-Frauen’ of ‘V-Männer’ deden zich voor als medewerkers van het verzet en lichtten de Duitsers onder meer in over illegale activiteiten en verblijfplaatsen van onderduikers. Honderden verzetsmensen en onderduikers vonden door dit verraad de dood.
Een van deze ‘V-Frauen’ was Miep Oranje. Zij was op 6 mei 1923 geboren in Bloemendaal als dochter van een stuurman op een koopvaardij schip. In 1938 verhuisde Miep met haar ouders en zus naar Soest. Ze bezocht het lyceum in Baarn, waar ze haar eigen gang ging. Ze was een zwijgzaam meisje en had weinig contact met andere leerlingen.
Loyaliteitsverklaring
In 1942 ging Miep geografie studeren aan de universiteit van Utrecht. Het jaar daarop was ze gedwongen met haar studie te stoppen, omdat de Duitsers hadden geëist dat alle studenten een loyaliteitsverklaring zouden ondertekenen, waarin ze beloofden geen actie te ondernemen tegen de bezetter. Slechts 12,6% van de studenten tekenden; Miep hoorde daar niet bij. In Utrecht werden alle colleges stopgezet.
Via haar vriendin Miep Quelle raakte Miep Oranje betrokken bij verzetswerk. Ze bracht illegale krantjes rond voor de verzetsgroep Rolls Royce die in Soest en omgeving opereerde. Miep Quelle bracht haar in contact met de Raad van Verzet, een organisatie die op 1 mei 1943 was opgericht met de bedoeling het Nederlandse verzet te coördineren. De RVV nam haar aan als koerierster en onder de schuilnaam ‘Edith’ deed Miep haar werk.
Arrestatie
Op 29 december 1943 werd Miep Oranje gearresteerd in Lage Vuursche. Ze had illegale kranten in haar fietstas en Duitse uniformen die gebruikt waren bij een overval. Ze werd overgebracht naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. De SD stelde voor haar vrij te laten op voorwaarde dat ze voor hen zou gaan werken als ‘V-Frau’, een vertrouwensvrouw van de SD. Tijdens de oorlog waren honderden Nederlandse vrouwen en mannen actief als ‘V-Frau’ of ‘V-Mann’. Zij deden zich voor als verzetsmensen en leverden zo illegale werkers en onderduikers over aan de bezetter. Ook beloofden ze Joden te helpen ontsnappen, waarna ze hen in handen speelden van de Duitsers. Door dit verraad kwamen veel mensen om.
Miep stemde in met de voorwaarden en kwam weer op vrije voeten. Ze ging werken voor de SD’er Oelschlägel, met wie ze een verhouding kreeg. Tegen haar vrienden uit het Soester verzet vertelde ze dat ze was ontsnapt uit de gevangenis. Niet veel later vonden in Soest en omgeving verschillende invallen plaats, waarbij verzetsstrijders en onderduikers werden opgepakt. Een van hen was Arend Quelle, de broer van Mieps vriendin. Hij stierf op 22 januari 1945 in Neuengamme.
Secretaresse bij de LO
Miep wilde niet langer koerierswerk doen voor de Raad van Verzet, omdat ze bang was dat men het verhaal over haar ontsnapping niet zou geloven. Ze zorgde er wel voor dat de SD zoveel informatie over de RVV kreeg dat die het archief, munitie en springstoffen in handen konden krijgen.
Miep slaagde erin secretaresse te worden van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). Op het kantoor in Hilversum assisteerde ze Teus van Vliet, leider van de afdeling Zuid-Holland en een deel van Utrecht. Door haar werk kreeg ze onder meer contactadressen, namen en wachtwoorden in handen. Die gaf ze door aan Oelschläger.
Verraad
Regelmatig voerde de LO besprekingen met de Landelijke Knokploegen (LKP) en de Raad van Verzet. Bij een van deze vergaderingen herkende RVV’er Gerben Wagenaar Miep. Hij waarschuwde Teus van Vliet voor haar, maar die was zo onder de indruk geraakt van de charmes van het meisje dat hij niet wilde luisteren. Zo kon Miep doorgaan met haar werk. Van elke brief die ze typte voor Van Vliet leverde ze een doorslag in bij Oelschlägel. De SD deed daarop in de zomer van 1944 invallen op maar liefst 27 adressen, waarbij tientallen illegale werkers gearresteerd werden. Van Vliet ontkwam aan arrestatie, omdat hij op de dag waarop de SD hem wilde oppakken een trein later nam dan hij met Miep had afgesproken.
Een van de mensen die door toedoen van Miep werd verraden, was Helena Kuipers-Rietberg, de vrouw die aan de wieg stond van de LO en de LKP. Zij zat ondergedoken in Bennekom en werd op 19 augustus gearresteerd. Via kamp Vught kwam zij in Ravensbrück terecht, waar ze op 27 december overleed.
Op het kantoor was intussen wel duidelijk dat er verraad in het spel was. De SD had mensen gearresteerd op adressen die maar bij enkele medewerkers bekend waren. Nadat heel wat namen genoemd waren, bleven er twee over: die van drukker Albert en van Miep, die toegang had tot bijna alle belangrijke informatie. Omdat er invallen waren geweest op adressen waar Albert niet van op de hoogte was, moest zij verraad gepleegd hebben.
Verdwijning van Miep
Miep kwam niet meer terug op kantoor. Niemand heeft sinds de zomer van 1944 meer iets van haar gehoord. Volgens Duitse bronnen is ze in september 1944 als SS-verpleegster gaan werken bij het Duitse Rode Kruis. Dit is bevestigd door een officier van de SD. Volgens hem was het voor de ‘persoonlijke veiligheid’ van Miep beter dat zij naar Duitsland vertrok.
Tot 1981 is onderzoek gedaan naar Miep Oranje, onder meer door de Nederlandse Missie tot Opsporing van Vermiste Personen, de rijksrecherche en de internationale recherche. Er is echter nooit een spoor gevonden van de ‘koerierster des doods’, de vrouw die verantwoordelijk was voor de arrestatie van meer dan 100 verzetslieden, waarvan velen omkwamen in concentratiekampen.