The Soldiers' King - Politiek testament van Frederik Willem

The Soldiers' King - Politiek testament van Frederik Willem Het politiek testament van Koning Frederik Willem I van Pruisen. In het testament geeft hij adviezen over hoe zijn opvolger het beste de staat Brandenburg-Pruisen zou kunnen besturen. De vraag is nu waarom Frederik Willem I dit politiek testament schreef. Wat is de achterliggende gedachte van Frederik Willem I en hoe komt deze tot uitdrukking in de opzet van zijn politiek testament? “Instructions how my successor to the throne of Prussia is to shape his conduct, and the necessary information on the whole state of the army and Provinces”. Zo begint het politiek testament van Koning Frederik Willem I van Pruisen. In 1722 schrijft hij dit testament aan zijn zoon, die hem ooit zal opvolgen als koning. In het testament geeft hij adviezen over hoe zijn opvolger het beste de staat Brandenburg-Pruisen zou kunnen besturen. De vraag is nu waarom Frederik Willem I dit politiek testament schreef. Wat is de achterliggende gedachte van Frederik Willem I en hoe komt deze tot uitdrukking in de opzet van zijn politiek testament? Door verschillende onderdelen van zijn beleid die hij wil doorgeven aan zijn opvolger te belichten, zal er misschien een samenhang zichtbaar worden tussen al deze adviezen.

Frederik Willem I

Frederik Willem I was koning van Pruisen en keurvorst van Brandenburg van 1713 tot 1740. Hij was de opvolger van Frederik Willem (De Grote Keurvorst, 1640-1688) en Frederik I (De Barokkoning 1688-1713) die als eerste de titel ‘Koning van Pruisen’ droeg. De Grote Keurvorst is begonnen met het versterken en uitbreiden van de vorstelijke macht. En toen de zoon van Frederik Willem I, Frederik de Grote, de troon uiteindelijk besteeg was dit proces bijna voltooid.

Het Militaire beleid

Het belangrijkste beleidsterrein van Frederik Willem I was het militaire beleid. Hij had dan ook de bijnaam “The Soldiers’ King”, omdat hij zo’n grote liefde had voor het leger. Volgens hem was de macht van een koning gebaseerd op een sterk leger. Aan zijn opvolger had hij ook duidelijke adviezen over het gebruik van het leger. Het leger zou nooit mogen worden opgesplitst, want dit zou hun kracht wegnemen. En het moest bestaan uit onderdanen van Pruisen-Brandenburg, dus geen buitenlanders, ook mochten de onderdanen van Pruisen-Brandenburg niet dienen in een buitenlands leger. Er kon wel een bepaald deel van het leger bestaan uit buitenlanders, maar dan wel ten behoeve van het keizerrijk en onder leiding van een Pruisische generaal. Zijn opvolger moest dan ook zelf opperbevelhebber zijn, zodat hij respect kon afdwingen bij zijn troepen. Om het leger in goede staat te houden mocht er nooit bezuinigd worden op het salaris van de officiëren. Ook mocht zijn opvolger nooit zomaar een oorlog beginnen, want het behoud van een goed leger was het belangrijkst. In de tijd van Frederik Willem I werd er met zijn leger ook niet veel oorlog gevoerd, omdat hij het zonde vond om zijn mannen kwijt te raken.

Inkomsten

Volgens Frederik Willem I konden de inkomsten van de staat het beste vergroot worden door meer uit het land te halen, want dat was zeer vruchtbaar land dat zeer geschikt was voor verschillende industrieën. In zijn testament geeft hij aan hoeveel meer inkomsten er per provincie uit bezittingen gehaald kunnen worden. Hij was absoluut niet voor het heffen van nieuwe belastingen om de inkomsten van de staat te verhogen. Zeker niet als deze werden beheerd door de provincies, want dat kon hun autonomie versterken. Ook streefde hij naar een zelfvoorzienende staat, door zo min mogelijk producten te importeren. Een toename van nijverheid in de steden zou de inkomsten van de staat dus vergroten. Hij waarschuwde zijn opvolger dat hij de bevolking goed in de gaten moest houden, ze luisterden wel goed maar ze waren nooit helemaal te vertrouwen. Verder vond hij dat ze niet veel begrepen en mochten ze ook geen moeilijke banen krijgen die te maken hadden met economie en rekenen. Zijn opvolger moest ook meer steden creëren, want in steden kon het fabrieksleven opbloeien en dat was belangrijk voor de economie. Dan moest zijn opvolger wel op zijn minst eens per jaar bij deze steden langs gaan om te kijken hoe het gaat en om vertrouwen te winnen van de werknemers. Zijn opvolger moest ook altijd zijn geldzaken zelf regelen, want niemand was op dit gebied te vertrouwen, en het zou de macht van de vorst versterken.

Het Bestuursapparaat

Frederik Willem I zorgde voor een zeer zorgvuldig bestuursapparaat. Zijn bureaucratische systeem was het meest efficiënt van Europa. Het systeem centraliseerde het bestuur, en lokaal bestuur werd uitgebannen. Hij beschrijft dat het bestuurlijk talent zo veel mogelijk voor de vorst moest werken, zodat deze zich niet tegen de vorst konden keren. Een voorbeeld van zulk bestuurlijk talent waren de Junkers, zij domineerden de standenvergadering. Tijdens de Dertig Jarige oorlog was de macht van de standenvergadering verzwakt door de bezetting van vreemde legers. Een van de voorgangers van Frederik Willem I, de Grote Keurvorst wist deze macht blijvend te beperken, door middel van het heffen van belasting en een machtig staand leger. De Junkers in de standenvergadering moest dit wel goed keuren, want het leger was nodig om de bezette gebieden te bevrijden. De Junkers konden in ruil daarvoor baas op hun eigen landgoederen blijven, en zij konden boeren aan zich binden. De privileges van de steden konden een politiek en economisch gevaar vormen voor de Junkers, en deze werden daarom beperkt. Ook vervulden de Junkers officiersposten en hun ondergeschikten waren vaak hun eigen lijfeigenen. Zo zouden de Junkers worden omgevormd van een zelfstandige politieke macht, tot een loyale klasse van ambtenaren en officieren in dienst van de vorst. Maar op het moment dat Frederik Willem I zijn politiek testament schreef was de absolute staat nog niet helemaal gevestigd en waren er nog machtige Junkerfamilies die tegen de koninklijke macht waren. En een belangrijk advies van Frederik Willem I aan zijn opvolger was dan ook dat elke zelfstandig politieke positie van edelen tenietgedaan moest worden. De positie van de boeren wordt in het testament niet echt besproken. Maar omdat de boeren eigendom van de Junkers bleven en op hun land flink werden geëxploiteerd, zal deze positie niet zo goed zijn geweest.

Religie

Voor Frederik Willem I was het geloof zeer belangrijk. Al zijn daden waren volgens hem in overeenstemming met God en zijn opvolger moest dus ook veel waarde hechten aan het geloof, God zou hem dan ook belonen. Frederik Willem I was een calvinist, maar respecteerde de lutheranen in zijn rijk, want er was maar weinig verschil tussen beide geloven. De katholieken moesten ook getolereerd worden want dat was zo afgesproken in de Westfaalse Vrede. Alleen de jezuïeten werden als gevaarlijke duivels gezien, en dat geloof werd absoluut niet toegestaan in zijn rijk. Ook de Joden had hij liever niet, die werden gezien als de verpesters van het Christendom, en zij moesten als het mogelijk was worden verbannen.

Conclusie

Als we de algemene lijn van het politiek testament van Frederik Willem I bekijken, zien we dat het belangrijkste punt voor hem macht was, en deze machtspositie moest zijn opvolger behouden en verbeteren. Deze macht verwierf Frederik Willem I voornamelijk door het oprichten van een groot en sterk leger. Ook al vond hij het vaak zonde om zijn leger te gebruiken, het gaf hem wel aanzien. Hij had een machtig groot leger waarachter hij zich kon verschuilen. Ook op het gebied van de economie wilde hij machtig zijn, en dan het liefst zonder hulp van anderen. Zijn staat moest zichzelf kunnen voorzien zodat het niet afhankelijk zou zijn van andere landen. Aan zijn binnenlands beleid is te zien dat hij waarschijnlijk nog het meest bang was voor zijn eigen bevolking. Zijn opvolger moet oppassen voor een te zelfstandige adel. Want zij zouden de macht van de vorst kunnen breken. De beste manier om te zorgen dat de adel aan de kant van de vorst blijft is ze dienstbaar te maken aan de staat. Om de lagere bevolkingsklassen gaf hij niet zo veel, ze hadden geen vrijheid en leefden eigenlijk om de staat draaiende te houden, door hun harde werken op het land en in de nijverheid. Ook op het gebied van godsdienst stelt hij eisen aan wat zijn opvolger wel en niet moet toestaan.

Frederik Willem I schreef dit testament dus aan zijn opvolger om hem te waarschuwen voor mensen die de macht van de vorsten konden breken. En hij gaf zijn opvolger dus zoveel mogelijk adviezen om te voorkomen dat hij of een van zijn opvolgers zouden worden verstoten van de troon.
© 2008 - 2024 Lisa2008, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Prinsen van Oranje, de Duitse prins van OranjePrinsen van Oranje, de Duitse prins van OranjeIn 1702 overleed stadhouder Willem III, tevens koning Willem III van Engeland. Omdat hij geen kinderen had ging de erfen…
Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, prins van OranjeJohan Willem Friso van Nassau-Dietz, prins van OranjeStadhouder Willem III van Oranje-Nassau, tegens koning Willem III van Engeland overleed in 1702. Omdat hij geen kinderen…
Prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711)Prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711)Johan Willem Friso van Nassau-Dietz was de achterneef van prins Willem III van Oranje-Nassau en werd dan ook door hem aa…
Willem VI, prins van Oranje, koning der NederlandenWillem VI, prins van Oranje, koning der NederlandenDe gebeurtenissen aan het eind van de achttiende eeuw maakten een eind aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden…

De Remonstrantie van maart 1788De Remonstrantie van maart 1788In 1789 begon in Frankrijk de Franse Revolutie, een politieke en sociale omwenteling die niet alleen in Frankrijk voor g…
Chronologie van Marcus AureliusChronologie van Marcus AureliusMarcus Aurelius, de grote Romeinse keizer, Stoïcijn, verlicht heerser en filosoof blijft indruk maken op de hedendaagse…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
  • Macartney, C.A. The Habsburg and Hohenzollern Dynasties in the Seventeenth and Eighteenth Centuries. Londen, 1970. McKay, J.P. Hill, B.D. Buckler, J. A History of Western Society. Boston, 2003. Williams, E.N. The Ancien Régime in Europe. Government and Society in the Major States 1648-1789. New York, 1970.
Lisa2008 (30 artikelen)
Gepubliceerd: 25-02-2008
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.