De Minoïsche en Myceense beschaving
De Minoïsche beschaving is een beschaving in de bronstijd in het Oude Griekenland. Deze was tussen het derde millennium v.Chr. en 1200 v.Chr. op Kreta gevestigd. Deze beschaving werd rond 1600 v.Chr. opgevolgd door de Myceense beschaving, die uiteindelijk een vroege Griekse beschaving blijkt te zijn.
Volgens de Griekse sage zou de Atheense held Theseus naar Knossos op Kreta zijn gevaren, om daar het monster Minotaurus te verslaan. Het monster, half stier en half mens, leefde in het labyrint in het paleis van de koning van Knossos. Elke zeven jaar verslond het beest de jongens en meisjes die als offer naar Kreta gestuurd werden.
Het ontstaan van de Minoïsche beschaving
In het begin van de twintigste eeuw hebben opgravingen van Arthur Evans het bestaan onthuld van een tot dan toe onbekende beschaving. Deze oude cultuur werd vernoemd naar Minos, de heerser van Knossos. De Minoïsche beschaving bloeide gedurende het bronzen tijdperk meer dan duizend jaar lang, met Kreta als middelpunt. De herkomst van het volk waaruit deze beschaving is ontstaan is onbekend. Waarschijnlijk stamt het uit het zuidwesten van Klein-Azië (tegenwoordig een deel van Turkije) en wellicht was het vermengd met Libiërs uit het zuiden. Het staat echter vast dat de taal niet tot het Indo-Europese behoort en hierdoor tot een andere stam behoort dan de latere Grieken.
Het leven van de Minoërs
Net als de meeste mediterrane volkeren verbouwden ze graan, wijn en olijven, en hielden ze schapen, ossen en geiten. Daarnaast maakten ze aardewerk en bewerkten ze metalen. Hierdoor ontstond een beschaving die zijn middelpunt had in koninklijke paleizen in Knossos en Phaestus, en door het toenemen van kracht en rijkdom in 1700 v.Chr. een wereldmacht werd. Dit kwam mede door de ligging van het eiland Kreta, aangezien het een centrale positie heeft in de oostelijke bekken van de Middellandse Zee. De afstand naar Egypte en de eilanden van de Egeïsche Zee, Griekenland, Klein-Azië, Cyprus en Syrië was niet groot, en hierdoor konden de Minoërs een uitgebreide handel opbouwen via hun handelsschepen.
Vele aspecten van de cultuur van de Minoërs zijn onthuld door archeologie, in speciaal door de opgravingen van het paleis van Knossos. Het bouwwerk sterkt zich uit over een oppervlakte van ongeveer twee hectare en telde een groot aantal kamers en gangen. Dit gaf dan ook de aanleiding tot het ontstaan van de Labyrinth-sage. De muurschilderingen in het paleis onthullen vele aspecten van het leven van de Minoërs. Hun godsdienst was gebaseerd op natuurverering, met in het bijzonder de Moedergodin. In latere tijden verschijnen ook demonen met stierenkoppen; hieruit spreekt een meer sombere kant van hun geloofsleven. Van hun literatuur, mocht die bestaan hebben, is niets bewaard gebleven. Wel zijn er bewijzen dat de Minoërs de schrijfkunst machtig waren. Aanvankelijk gebruikten ze het beeldschrift, maar na 1800 v.Chr. werd dit vervangen door een letterschrift dat men tegenwoordig Lineair A noemt. Over het algemeen lijkt het leven vreedzaam te zijn geweest, aangezien de paleizen niet waren versterkt en de gevonden wapenuitrustingen uit een latere periode stamden.
Het ontstaan van de Myceense beschaving
In het derde millennium v.Chr. drong een bevolking, die sterk leek op de vroegere bewoners van Kreta, het vasteland van Griekenland binnen. Kort na 2000 v.Chr. echter namen Indo-Europese stammen bezit van Griekenland. Ze kwamen uit het noorden en werden door de Grieken Achaeërs genoemd. Sinds 1600 of 1700 v.Chr. stonden ze onder zeer sterke culturele invloed van Kreta, zodat hun levenswijze in vele opzichten begon te lijken op die van de Minoërs. Deze wisselwerking van Kretenzische en Helladische cultuur (zo werd de beschaving van het Griekse vasteland in het bronzen tijdperk genoemd) groeide uit tot de Myceense beschaving. Deze beschaving dankt haar naam aan Mycene, een stad met grote macht en rijkdom. Mycene met zijn koningspaleis op een versterkte acropolis, omgeven door cyclopische muren met de beroemde Leeuwenpoort, werd snel de overheersende macht in de Peloponnesus. Ook in andere delen van Griekenland trof men Myceense nederzetting aan, zoals in Athene en Boeotië. Kortom, in een groot deel van Griekenland overheerste deze beschaving. Deze invloed strekte zich ver buiten de grenzen van Griekenland, evenals de Minoërs dreven ze handel met verre landen. In de 15de eeuw v.Chr. vond er een verandering plaats op Kreta. De Myceners ondernamen een aanval op Kreta en bezetten Knossos. Ze maakten zich het letterschrift eigen, zodat ze hierin hun eigen taal konden weergeven. Men heeft aangetoond dat dit schrift, Lineair B genoemd, een vroege vorm van Grieks is. Hierdoor kan men stellen dat de Myceense beschaving in Griekenland een wezenlijk Griekse beschaving is.
Het leven van de Myceners
Hoe lang de Myceners Knossos bezet hebben is niet precies bekend. Wel weten we dat rond 1400 v.Chr. het paleis werd geplunderd en Knossos werd verwoest. De oorzaak hiervan is onzeker, maar de Myceense beschaving op Kreta verschrompelde hierna en stierf. In Griekenland zelf duurde de macht van de Myceners nog enige tijd voort. Met behulp van kleitabletten zijn we meer te weten gekomen over hun sociaal, politiek en economisch leven. Hun staten waren monarchieën met een feodaal systeem. Vele van de goden die we kennen uit de latere Griekse beschaving, zoals Zeus, Hera, Poseidon en Athene, waren bij de Myceners al bekend. Uiteindelijk waren de Myceners niet in staat om weerstand te bieden aan de golf van invasie van Dorische Grieken, die vanuit Noord-West Griekenland naar het zuiden opdrongen, en belangrijke steden als Mycene en Pylus verwoestten. Dit betekende het einde van de Myceense beschaving die van 1400-1200 v.Chr. de macht over Griekenland heeft gehad.